Beste Davidsfondsleden en sympathisanten,

Covid-19 verhindert ons om jullie veel nieuws te melden of uit te nodigen op een of andere activiteit.

De schoolgaande jeugd heeft er voor gezorgd dat we jullie dan toch van iets moois mee kunnen laten genieten.

De jaarlijkse Davidsfonds Junior Journalist wedstrijd was ook dit jaar weer een succes.

De leerlingen van het zesde leerjaar van vier Hovese scholen hebben deelgenomen : ’t Groen Schooltje, Albrecht Rodenbachschool, Regina Pacis 1 en Regina Pacis 2.

Een vakkundige jury heeft alle opstellen gelezen, beoordeeld en de winnaars bepaald.

Normaal gezien zijn de schepen van onderwijs & cultuur en een afvaardiging van het Davidsfondsbestuur present bij de prijsuitreiking in de respectievelijke scholen.

Dit jaar was dit gepland op donderdag 17 december jl.,  Corona heeft dit jammer genoeg belet.

De drie beste opstellen per klas vallen in de prijzen. De prijsboeken werden in de scholen afgegeven, zodat de kinderen ervan kunnen genieten tijdens de kerstvakantie.

De grote winnaar van alle klassen was dit jaar : ALEX MAGIS, leerling Albrecht Rodenbachschool 6A, met 448/500 punten ! PROFICIAT Alex !

Geniet van zijn opstel in de bijlage.

De piratenschat                                                   door Alex Magis – 6A

Tim, Arno en Tibo wonen in Lier. Het zijn drie goede vrienden. Ze kennen elkaar al van in de kleuterschool. Ze zijn allemaal net 16 jaar geworden. Net zoals iedereen zochten ze dingen die ze veilig samen konden doen in deze vreemde tijd met het coronavirus. En toch nog iets dat mag volgens de regels. Geen gemakkelijke opdracht, maar ze dachten erover na. Ze besloten uiteindelijk om samen op vakantie te gaan met de fiets. Maar niet te dichtbij, want anders zou het avontuur te snel voorbij zijn. Maar het moest ook nog wel mogen van hun ouders. Daarom hadden ze het allemaal samen besproken en het werd Roosendaal in Nederland, net over de grens met België, boven het Noorden van Antwerpen. Ze hadden hun reisje goed voorbereid en verdeelden de taken. Tim zorgde voor de juiste reisweg, Arno maakte een lijstje van spullen die ze zeker moesten meenemen en Tibo gaf als handigste van de drie vrienden alle fietsen een grondig nazicht. Daar gingen ze dan, op een zonnige zaterdagmorgen. Ze fietsten door Ranst, Wommelgem, Wijnegem, Schoten en Brasschaat. Zo waren ze al een heel eindje op weg. Na een korte drankpauze reden ze verder tot in Kalmthout. Ze besloten daarna om in de laatste gemeente voor de grens te stoppen om te eten. Die gemeente was Essen.

Ze hadden echt reuzehonger toen ze daar aankwamen. Ze besloten te eten op een bankje naast een oude kleine kerk. Het was echt een mooi kerkje, maar tegelijk zag het er een beetje griezelig uit. Bovenaan de toren stond er ‘1649’ op. Het lag aan een zandweg buiten het centrum van de gemeente. Af en toe kwam er een fietser of een wandelaar voorbij. Meer niet. Nadat ze hadden gegeten zag Arno dat er een deurtje aan de zijkant van de kerk een beetje openstond. Ze besloten een kijkje te gaan nemen aan de deur. Tim wilde dat liever niet, maar Tibo en Arno hadden hem °verhaald. Want ze waren een beetje voor het avontuur met de fiets op reis gegaan, toch ? Arno en Tibo gingen als eerste naar binnen, Tim volgde voorzichtig. De deur kraakte en dat galmde enorm in de hoge kerk. Zou er iemand binnen aanwezig zijn ? Heeft iemand hen gezien of gehoord ? Zou de pastoor in de buurt zijn ? Ze hadden de keuze tussen twee binnendeuren. De ene was van glas en kwam uit in de kerk zelf. De andere deur was gesloten. Ze deden de deur open en zagen een trap. Dat moest wel naar de klokkentoren gaan. En ze gingen ervoor. Want wie wil er niet van een mooi uitzicht genieten ?

Eens boven aangekomen gingen ze even zitten rond de grote klokken. Want van al die trappen krijg je zware benen. Tim zag ineens een houten kist staan in de hoek van de ruimte. Ze waren zo benieuwd wat erin zat. Tim probeerde de kist te openen maar het lukte niet, dus kwam Arno helpen en het lukte weer niet. Toen kwam Tibo erbij en ze trokken en trokken en eindelijk : het was gelukt. Er zat zoveel goud in. Wat nu gedaan ? Van wie is dat goud ? En wat doen we ermee ? Tussen de gouden muntstukken en staven zag Arno een opgerold briefje zitten, samengebonden met een stukje touw. Voorzichtig rolde hij het papier open. Dit had hij nog nooit in het echt gezien, enkel in een boek of een film. Het was een boodschap die was ondertekend door ‘piraat Amaro uit Tenerife, 15 april 1705′. Wauw, dat is meer dan 300 jaar geleden ! Het was een korte boodschap : “Aan de vinder van deze schat. Draag er veel zorg voor. Als je het goud verkoopt, help er dan mensen mee die het nodig hebben.” Hier moesten de drie avonturiers wel even over nadenken. Waarom heeft die piraat het dan van iemand gestolen, als hij zegt dat we er mensen mee moeten helpen ? Zou hij toch spijt gehad hebben toen hij de schat verstopte ? De jongens besloten om op het grasveldje naast de kerk te slapen, want het werd ondertussen al donker. De tentjes werden opgezet.

Heel vroeg in de ochtend werden ze wakker. Klokken maken nu eenmaal veel lawaai. Oei, wat als er dadelijk veel volk komt naar de zondagdienst ? Arno schudde zijn rugzak leeg en rende ermee naar de klokkentoren, waar hij in amper vijf minuutjes de inhoud uit de kist haalde en in zijn rugzak propte. Toen hij beneden kwam hadden de andere jongens alles al opgeruimd, klaar om te vertrekken. Maar niet naar Roosendaal over de grens. Ze hadden voor het slapengaan nog samen beslist om huiswaarts te keren en daar verder met hun ouders te bespreken welk goed doel ze met de schat konden steunen. Of misschien konden ze er wel verschillende dingen mee doen, zodat er veel meer mensen mee geholpen waren.

Wil je weten hoe dit verder ging ? Blijf dan zeker de verhalen van Alex Magis lezen.

Foto’s (c) Junior Journalistenwedstrijd Hove – uitgave 2019.