ANALYSE – door Filip Michiels – www.doorbraak.be .

Het aantal asielaanvragen in ons land zat vorig jaar opnieuw stevig in de lift, zo blijkt uit de meest recente asielstatistieken die het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (CGVS) onlangs publiceerde. Die toename is niet zo verrassend – na de dip in het coronajaar 2020 – maar opvallend is wel het hoge aantal niet minderjarige vreemdelingen dat zich in België aanmeldt. Saatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi hoopt vooral op snellere leeftijdstesten om mogelijke fraude vlugger op te sporen.

Met welgeteld 25.971 waren ze, de vreemdelingen die vorig jaar internationale bescherming vroegen in ons land. In 2020 waren dat er nog maar 16.910. Wellicht vormen de pandemie- en de reisbeperkingen en grenssluitingen die daaruit voortvloeiden – de belangrijkste verklaring voor de lagere cijfers van 2020. Tegelijk houdt het aantal aanvragen nu netjes gelijke tred met de cijfers van vóór de coronacrisis. In 2019 registreerde het CGVS ruim 27.700 asielaanvragen.

De belangrijkste herkomstlanden van de aanvragers waren Palestina, Syrië, Eritrea, Somalië en Afghanistan, dat met met ruim 6.500 aanvragen afgetekend op de eerste plaats eindigt

De belangrijkste herkomstlanden van de aanvragers waren Palestina, Syrië, Eritrea, Somalië en Afghanistan, dat met met ruim 6.500 aanvragen afgetekend op de eerste plaats eindigt. Opvallend daarbij is wel het relatief hoge aantal niet-begeleide minderjarigen bij die Afghaanse vluchtelingen : zij maken ruim drievierden uit van alle niet begeleide minderjarigen die vorig jaar asiel vroegen in ons land. Uit cijfers van Eurostat blijkt overigens ook dat België, samen met Oostenrijk, vorig jaar het hoogste aantal niet-begeleide minderjarigen van de hele EU registreerde.

Leeftijdsfraude ?

Dat opvallend hoge aantal minderjarige vluchtelingen stelt meteen ook de vraag naar mogelijke leeftijdsfraude op scherp. Omdat zij vaak bijzonder kwetsbaar zijn, genieten die vluchtelingen extra rechten. Bovendien moet er voor hen ook in een ander soort opvangcapaciteit worden voorzien. Zo krijgen ze een voogd toegewezen en worden ze doorverwezen naar een collectieve opvangstructuur. Tot de leeftijd van 18 mogen asielzoekers bovendien niet worden uitgewezen en vallen ze  niet onder de Dublin-verordening, die bepaalt dat mensen die al eerder in een andere EU-lidstaat asiel vroegen binnen een bepaalde termijn moeten worden teruggestuurd. Mensensmokkelaars weten dit uiteraard ook maar al te goed.

Smokkelcircuits

Dat het risico op leeftijdsfraude niet bepaald denkbeeldig is, blijkt ook uit de jaarcijfers die het CGVS nu publiceerde. Van de 3219 niet begeleide jongeren die vorig jaar zelf aangaven minderjarig te zijn, bleken er na onderzoek ruim 1200 meerderjarig. Om die leeftijdsfraude effectiever te kunnen aanpakken, wil staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) nu vooral inzetten op snellere leeftijdstesten.

Vaak zeer jonge kinderen worden ingezet in smokkelcircuits, en de cijfers geven aan dat er vanuit bepaalde landen een duidelijke route naar ons land bestaat

‘Maar die vallen onder de bevoegdheid van de FOD Justitie,’ verduidelijkt zijn woordvoerster. ‘Het is de bedoeling om op termijn te evolueren naar een testtermijn van hooguit enkele dagen in plaats van enkele weken. Fraudeurs moeten er zo snel mogelijk uit worden gefilterd, omdat ze het opvangsysteem onder druk zetten. Ook mensensmokkel moet hoog op de agenda blijven staan bij de veiligheidsdiensten,’ vindt Mahdi. ‘Vaak zeer jonge kinderen worden ingezet in smokkelcircuits, en de cijfers geven aan dat er vanuit bepaalde landen een duidelijke route naar ons land bestaat.’ Om leeftijdsfraude tegen te gaan, heeft de Vlaamse gemeenschap intussen ook beslist dat het groeipakket – het vroegere kindergeld – niet langer zomaar aan de minderjarige zelf zal worden uitgekeerd. Tweederden daarvan gaat voortaan naar de opvanginstelling.

Eerdere asielaanvraag in ander EU-land

Een andere opvallende vaststelling op basis van de nieuwste asielcijfers, ook voor Sammy Mahdi, is het relatief hoge aantal aanvragers dat eerst al in een ander EU-land asiel aanvroeg. Volgens de geldende Dublin-verordening kan dit nochtans niet. ‘Die zogenaamde secundaire stromen zijn al veel langer een probleem,’ reageert de staatsecretaris. ‘Om het asielsysteem niet verder onder druk te zetten, moeten we de asieldruk op de verschillende EU-lidstaten absoluut blijven spreiden. In afwachting van de richtlijn binnen het nieuwe Europese asiel- en migratiepact die de opvang op Europees niveau harmoniseert, is het terugsturen van die asielzoekers naar het eerste EU-land waar ze asiel aanvroegen nu onze voornaamste prioriteit.’

de partij van de staatssecretaris

Denemarken als Europees buitenbeentje

In een reactie wijst Vlaams Belang er op dat de nieuwste cijfers de reputatie van België als ‘asielmagneet’ nogmaals bevestigen. Ons land maakt, zo stelt de partij, deel uit van een kleine kransje geprefereerde landen van bestemming. Vlaams Belang verwijst daarbij ook nadrukkelijk naar de Scandinavische landen, waar zelfs vorig jaar nog een dalende trend in het aantal asielaanvragen merkbaar was. In het CGVS-rapport doet topman Dirk Van den Bulck eenzelfde vaststelling. ‘Niet enkel in België, maar ook in een aantal buurlanden en in Oostenrijk, was er in 2021 sprake van een sterke toename in het aantal aanvragen voor internationale bescherming. In de Scandinavische landen – die in het verleden toch bijzonder populair waren als land van bestemming – zien we net de omgekeerde trend.’

De Denen weigeren zich te schikken naar de Europese asiel- en migratieregels, en Denemarken stapte enkele jaren geleden ook niet mee in het Europese spreidingsplan voor vluchtelingen.

Hoewel het uiteraard lastig blijft om een direct oorzakelijk verband te leggen, lijkt met name het bijzonder strenge Deense beleid effectief tot een stevige afname van het aantal asielaanvragen te leiden. Het land, waar de sociaaldemocratische premier Mette Frederiksen de scepter zwaait, ontpopte zich hiermee tot een opgemerkt buitenbeentje in de EU. De Denen weigeren zich te schikken naar de Europese asiel- en migratieregels, en Denemarken stapte enkele jaren geleden ook niet mee in het Europese spreidingsplan voor vluchtelingen.

Strenge linkse regering

De Deense aanpak zou, zo klinkt het steevast bij mensenrechtenorganisaties en linkse politici elders in Europa, veel te restrictief zijn. Begin vorig jaar ging Frederiksen zelfs nog een stapje verder en kondigde ze aan dat het op termijn de bedoeling was om helemaal geen asielzoekers meer te ontvangen. En recent nog zorgden de Deense plannen om asielzoekers voortaan buiten de EU op te vangen, in afwachting van een definitieve beoordeling van hun asielverzoek, opnieuw voor flink wat internationale beroering.

Tegelijk lijkt dit net ook de bedoeling van de linkse regering in Kopenhagen. De strenge aanpak – en dan vooral de wereldwijde media-aandacht daarvoor – heeft immers wel degelijk een impact op de internationale aantrekkingskracht van het land. In 2020 vroegen nog amper 1547 mensen er asiel aan. Dit was het laagste cijfer sinds het begin van de tellingen in 1998, en het aantal aanvragen viel daarmee ook terug op amper tien procent van het cijfer in 2016.

In november 2021 stond de teller voor afgelopen jaar op 1800, zo verklaarde de Deense minister van Migratie Mattias Desfaye (zelf de zoon van een Ethiopische immigrant, FMI) afgelopen weekend nog in De Tijd. Hij verklaarde eerder al in interviews dat ‘de Europese welvaartstaat onder grote druk komt te staan door de huidige asielregels en dat we in Europa veel te naïef zijn geweest.’ In de toekomst wil Denemarken enkel nog een zeer beperkt aantal vluchtelingen opnemen, en daarnaast wil het vooral inzetten op opvang in de regio en op financiële hulp voor vluchtelingen in conflictgebieden.

Uitstroom

De erkenningsgraad lag in Denemarken op 43 procent in 2020, goed voor 432 nieuwe erkende vluchtelingen. Dat percentage loopt min of meer gelijk met dat in ons land. Deze vaststelling voedt het idee dat je vooral aan de basis – lees de perceptie rond mogelijke landen van bestemming in de landen van herkomst –  al op de instroom moet werken om het aantal asielzoekers echt fundamenteel te verminderen. Tegelijk willen de Denen nu ook inzetten op een grotere uitstroom.

De Deense Beroepscommissie voor vluchtelingen – de tweede en laatste beroepsinstantie voor asielbetwistingen in het land – verwachtte in 2021 600 tot 700 gevallen te behandelen van intrekking of niet-verlenging van verblijfsvergunningen voor vluchtelingen die reeds in Denemarken wonen. Hiermee zou het aantal mogelijke herzieningen van eerder verleende vergunningen voor het eerst hoger kunnen uitvallen dan het aantal beroepszaken tegen geweigerde nieuwe aanvragen.

Deze naar Europese normen hoogst uitzonderlijke situatie is het gevolg van nieuwe wetgeving die enkele jaren terug al werd goedgekeurd, waardoor het voor de Deense overheid veel eenvoudiger wordt om een vergunning ook opnieuw in te trekken. Zo zouden vorig jaar al enkele honderden vluchtelingen hun verblijfsvergunning kwijtgespeeld zijn, onder meer omdat de situatie in hun thuisland opnieuw veilig genoeg zou zijn. Een aanpak die op Europees niveau heel wat controverse opriep, maar die in heel wat Europese hoofdsteden ongetwijfeld ook met veel belangstelling zal worden opgevolgd.

FILIP MICHIELS

Filip Michiels is zelfstandig journalist.

Foto’s (c) Gazet van Hove.