door Julien Borremans in ’t Pallieterke .

Vic Anciaux is tot zijn laatste snik blijven geloven dat België hervormd kon worden tot een werkbare federale structuur. “Zoals reeds gezegd, heeft de VU nooit het einde van België nagestreefd, wel een vergaande hervorming”, verklaarde de gewezen staatssecretaris nog in 2021. Met zijn heengaan verdwijnen de laatste restanten van het Vlaamse emancipatiestreven binnen Belgische context.

Met het Egmontdebacle moest Vic Anciaux vaststellen dat een hervorming van de Belgische structuren geen meerwaarde bood voor Vlaanderen. België evolueerde stilaan naar een onbestuurbare staat met een onwerkbare brij van structuren, wetten, parlementen, decreten, gewesten en gemeenschappen. Vic Anciaux pleitte voor een confederale statenbond met Brussel als hoofdstad, maar zijn confederalisme vertrok vanuit een Belgische context, niet vanuit twee soevereine naties die onderhandelen over wat ze nog samen willen doen. Tot het einde van zijn dagen bleef hij pleiten om belangrijke bevoegdheden – zoals defensie, migratie en buitenlands beleid – naar het Europese niveau te tillen.

Denigrerende houding

Net als zijn zoon Bert bleef Vic Anciaux geloven in een intercultureel gedachtegoed, maar het was zijn eigen kleindochter Britt die later in een interview dit naïef utopisme onderuit haalde en wees op het vrouwonvriendelijke klimaat in Brussel. Ze laakte het seksueel geweld en stelde vast dat “er op dit vlak een kloof bestaat tussen de verschillende culturen”. “Respect voor de eigenheid is geen vrijgeleide om te doen wat je wilt”, liet ze duidelijk verstaan. Volgens Britt “schortte er iets aan begeleiding en integratie. Dat laatste moet van twee kanten komen”, besloot ze.

Naar het einde van zijn politieke carrière stapelden de ontgoochelingen zich op. Hij zag in dat de structuur van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te ingewikkeld was om nog te besturen en dat de francofone arrogantie tegenover de Vlamingen stuitend bleef. “In 1997 heb ik ontslag genomen omwille van de denigrerende houding van Franstalige collega-ministers en ik stel vast dat er nog steeds niets veranderd is. De gemeenten blijven aanwervingen doen die in strijd zijn met de taalwetgeving.”

Na de politieke carrière volgden nog twee staatshervormingen. Het Lambermontakkoord zorgde binnen de Volksunie voor grote controverse. De helft van de Kamerfractie weigerde de wetsontwerpen goed te keuren. Uit de as van de Volksunie verrezen twee Vlaams-radicale partijen die braken met de gedachte dat Vlaanderen binnen Belgische context tot een volwaardige natie kon emanciperen. Ook Bart De Wever moest onlangs in De Tijd vaststellen dat “de opportuniteit om dit land legaal te hervormen” weg is. “We hebben het geprobeerd. Maar hervormen in België is als tegen een poppetje duwen : zodra je het loslaat, veert het weer recht. Zolang je aan Wallonië vasthangt, lukt het niet”, liet hij zich ontvallen.

Vlaanderen kreeg dan wel zijn eigen instellingen en parlement, maar de drang naar zelfbestuur vertaalt zich niet steeds naar kwaliteitsvol beleid

Nationale ontvoogding

Vlaanderen kreeg dan wel zijn eigen instellingen en parlement, maar de drang naar zelfbestuur vertaalt zich niet steeds naar kwaliteitsvol beleid. Toegegeven, Vlaanderen is een rijk gewest met degelijke tewerkstellingscijfers. Maar wat we zelf doen, doen we vast en zeker niet altijd beter. “De Vlaamse regering lijkt stilaan op een vervallen werf. Ministers hollen van crisis naar crisis … De regering slaagt er niet in het al jaren aanslepende stikstofdossier ordentelijk te regelen, terwijl het jaarlijks – vaak zonder veel overleg – 18 miljard euro aan subsidies spendeert”, stelde Rik Van Cauwelaert dit weekend in De Tijd pijnlijk vast.

De N-VA had van de kwaliteit van het onderwijs haar corebusiness in de Vlaamse regering gemaakt, maar na vier jaar Vlaams beleid kan men alleen maar vaststellen dat de malaise in het onderwijs een stuk dieper zit dan de vele nationale en internationale rapporten laten uitschijnen. De onderwijstanker is inderdaad moeilijk te keren, maar het lijkt erop alsof ze eerst nog het roer moeten vinden. “De Vlaamse regering is één van de grootste ontgoochelingen en blijft een veredeld Antwerps schepencollege”, stelde Jean-Marie Dedecker ooit eens in ’t Pallieterke vernietigend vast.

Volgens de historicus Miroslav Hroch zijn er drie fasen in de ontwikkeling van de nationale bewegingen : vooreerst ontwikkelt er zich door de intelligentsia een cultureel nationalisme. Daarna volgt de politieke agitatie, gericht op de verwezenlijking van een eigen natiestaat. In de laatste fase voltrekt zich onder druk van een massabeweging de nationale ontvoogding.

Het Vlaams Belang en de N-VA zijn veruit de grootste partijen van Vlaanderen. Hroch indachtig moeten ze vervellen tot staatsdragende partijen die niet enkel de ambitie hebben om de Vlaamse instelling optimaal te laten functioneren en renderen, maar ook de vaste wil hebben om België in een definitieve plooi te leggen. Zodat we samen met Vic Anciaux de illusie kunnen begraven dat België tot een werkbare democratie kan worden hervormd.

Vic Anciaux met wijlen zijn schoonzoon Christian Dutoit

Foto’s (c) Gazet van Hove.