Een beetje geschiedenis

Voor de Tweede Wereldoorlog speelde er in Hove een voetbalploeg met geel-zwarte kleuren in een ander verbond dan de officiële Belgische voetbalbond. Hun speelveld lag op de gronden waar vandaag het RVT “Cantershof” is gevestigd. Deze ploeg werd na de oorlog ontbonden.

– In april 1947 werd er in de gemeente werk gemaakt met de oprichting van een voetbalclub die bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) zou aansluiten. De gangmakers van dit project waren Albert Dumortier, Jef en Wies Goyvaerts, Jos Op de Beeck en Raymond Van Dessel. Op 7 september 1947 speelden de reserven een eerste wedstrijd in Duffel die ze met 21-0 verloren. (De toelating voor een eerste ploeg kreeg men nog niet omdat hun terrein niet voldeed aan de opgelegde minimum afmetingen.) Mogelijk waren de spelers te vermoeid van de verplaatsing per fiets. Spelers van het eerste uur waren o.a. Jos Oppers, Jef Gijs, Jos Smeets, Jan Broos, Jos Van Eester, Luc Meeussen, Lagae, Wim Andries, Luc De Clercq en Frans Huyghe. De eerste thuiswedstrijd speelde men op 14 september 1947 tegen de buren uit Boechout. Er volgden nog een hele reeks derby’s tegen deze buren en ook tegen die uit Lint.

– De keuze van de clubkleuren rood en wit – de Hovese gemeentekleuren zijn rood en geel – was gewoon het gevolg van het ter beschikking stellen door de eerste voorzitter A. Cornelis van een uitrusting in die kleuren. Een link naar R. Antwerp FC met stamnummer 1 en die ook met dezelfde kleuren speelt is onbestaande. Hove Sport kreeg stamnummer 04721. (Bijna Keuls water 4711).

– Het terreinprobleem van het voetbalveld aan de Onderwijsstraat (vandaag BKO De Mikado) werd opgelost door de huur van een tiental meter grond van de buren. Men kon starten in de laagste provinciale afdeling met één van de kleinste velden in oppervlakte in de provincie Antwerpen. Een eerste vaandel van einde 1947 verdween spoorloos. Een tweede versie van 1972 wacht nog op herontdekking.

In die tijd speelde ook de eerste ploeg nog voor een consumptie, Het was een vriendenploeg. Soms was er tijdens de rust een kwart- of een halve appelsien.

– De verplaatsingen gebeurden vrij snel gemotoriseerd met de groentekar van Wies Goyvaerts, die eerst wel moest worden leeg gemaakt. Later volgde de verhuiswagen van Faes, nog later een autocar. Dit is vandaag niet meer te betalen wegens de verplaatsingen van soms meer dan 50 km.

– De accommodatie naast het terrein was vrij primitief en bestond uit een houten barak (ex-Amerikaans leger) met een bedekking van eternietplaten en verdeeld in vier cabines, een plaatsje voor de scheidsrechter en een materiaalkot. Een stoof zorgde in het midden voor de centrale verwarming. Vandaag zouden alle voetballers hiervoor hun neus ophalen. In het seizoen 1960-61 zette de stoof zelfs het geheel in lichtelaaie en de knallende eternietplaten bezorgden de Hovenaars herinneringen aan de voorbije oorlog. Het hoogteverschil van het terrein compenseerde af en toe het voordeel van “wind mee”. Omkleden in schiften bestond ook, door de te beperkte ruimte.

De fanfare maakte in die beginperiode ook geregeld een rondgang over het terrein, er waren rustig controlerende politiemensen en van echt hooliganisme was er toen nog geen sprake. Vlaamse kermissen, bonte clubavonden en benefiet-matchen behoorden tot het normale leven van een voetbalclub.

Hove Sport heeft verschillende vrouwenploegen

Steeds in Provinciale gespeeld

– Hove Sport is er nooit er nooit in geslaagd om door te dringen tot het nationale niveau. Eerste Provinciale is de hoogste reeks waarin ooit werd gespeeld. Onder andere door het beperkte financieel budget zakte men steeds terug tot 4de Provinciale. De Hovese middenstand is niet zo uitgebreid en deze mensen worden overbevraagd voor allerlei sponsoracties.

– In de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw was er nog concurrentie van een tweede Hovese voetbalclub. Aan de Geelhandlaan had Sporting Club Hove er twee voetbalterreinen en enkele tennisvelden in gebruik. Zij waren ook aangesloten bij de Belgische Voetbalbond. Vandaag legt deze club enkel de nadruk op tennis. Hun voormalige eerste veld wordt gebruikt voor de openlucht tennisvelden en hun B-terrein is gedeeltelijk uitgebouwd tot een wijkparkje en diende ook voor de uitbreiding van de Hovese begraafplaats. Vandaag is Hove Sport deze enigste voetbalclub in de gemeente die aangesloten is bij de KBVB. Op voetbalgebied is er wel concurrentie van SK De Vrede, aangesloten bij de Vlaamse Voetbalbond en van het zaalvoetbal uit de Hovese Liga.

– De laatste tien jaar speelde Hove Sport af en toe in derde provinciale, maar het ging direct weer naar vierde provinciale. Tussen eerste trainer Carnas en het huidige familiale duo vader Marcel en zoon Bram Van Aelst gingen een hele reeks oefenmeesters.

– De vorige bestuursploeg wilde in de periode 2003-2004 een fusie aangaan met Belgica Edegem Sport, die toen in eerste provinciale speelden. “Uiteindelijk is dit niet doorgegaan want de kleinste partner, Hove, zou altijd aan het kortste eind trekken. De technisch minder begaafde spelers zouden weinig of geen speelkansen krijgen. In de periode 2006-2007 speelde Hove kampioen in 4de provinciale en mocht één seizoen doorbrengen in derde provinciale. De eigen spelers kregen geen kans. Een volledige eerste ploeg is weggegaan. In de eerste ploeg speelde men bijna volledig met juniors. Dit avontuur in derde duurde één seizoen. Vandaag staat er een nieuw bestuur aan het roer, onze club is schuldenvrij en er is geen interne ruzie” aldus secretaris Rudy Boels (°1952) die als gepensioneerd beroeps legerofficier al zijn vrije tijd in Hove Sport steekt en ook nog actief is in provinciale structuren van de voetbalbond.

Eigen jeugdwerking voorop

– Sedert het seizoen 2010-11 legt de club de nadruk op het verzorgen van de eigen jeugd. Hiermee probeert men terug aantrekkelijk voetbal te brengen en opnieuw op te bouwen vanuit de jeugdploegen. “Met een gemiddelde leeftijd van 20 à 21 jaar heeft Hove Sport één van de jongste seniorenkernen van de voetbalbond. De tijd dat iedereen die dacht iets of wat tegen een bal te kunnen stampen dringend moest uitkijken naar een hoger spelende en beter betalende ploeg lijkt wat voorbij. De ouders lijken zich ook wat langer te bezinnen eer ze zoon/dochter verkassen. Want wie dan toch niet lukt na een hogere overstap, komt zelden terug of durft niet. Jongeren die denken dat ze bij Hove Sport het grote geld kunnen scheppen, zoals dat bij een aantal andere ploegen wel het geval is, vergissen zich van adres en kijken best naar zo’n andere club uit” aldus Rudy Boels.

In de toekomst zal het instellen van een opleidingsvergoeding aan de club van herkomst een te groot verloop van “vermeende Lukaku’s” wat inperken.

– De stijgende subsidies van de Vlaamse Gemeenschap zijn gekoppeld aan en dus afhankelijk van het opleidingsniveau. Ze komen vooral ten goede aan de jeugdwerking. Met de inzet van twee sportieve coördinatoren behaalde Hove Sport als club van vierde provinciale een regionale kwaliteitsster van Dexia Foot Pass. Dit is zowat de Michelin Gids van het vaderlandse voetbal. De internationaal erkende instelling wil voetbalclubs met een kwaliteitsvolle jeugdopleiding mee op de kaart zetten.

– Wat maakt de jeugdwerking van Hove dan zo speciaal ? De jeugd vormt er de basis van het verenigingsleven. “Hove Sport heeft de ambitie om uit te groeien tot één geïntegreerd opleidingscentrum. Men wil bewijzen dat jonge spelers op recreatief niveau kunnen doorstromen naar de eerste ploeg en dit zonder enige prestatiedruk. Resultaten zijn totaal ondergeschikt. Wat voor Hove Sport telt zijn basistechniek, aanvallend voetbal, gelijke speelkansen, discipline en samenwerking. Om de creativiteit te stimuleren kiezen ze in alle categorieën bewust voor zonevoetbal, in plaats van mandekking. Hove Sport heeft ook enkele vrouwenploegen. Meisjes mogen tot en met de knapen (14-jarigen) mee met de jongens spelen” aldus Rudy Boels.

– De eerste resultaten lieten niet lang op zich wachten. Met een totaal van 235 leden, waarvan ongeveer 160 jeugdspelers en een 35-tal dames en meisjes, zit Hove Sport sedert afgelopen seizoen terug in de opwaartse beweging en neemt vooral het aantal beginnende voetballertjes van 5 en 6 jaar vrij intensief toe. De grootste recrutering is uit de eigen gemeente, dan zijn er wat spelers uit Edegem. Via het plaatselijke Regina Pacis Instituut recruteert Hove Sport een aantal meisjes. Het valt ook op dat de gemiddelde speler uit een eerder gegoed en cultureel hoogstaander milieu komt in tegenstelling tot de jaren ‘60 en ‘70 van vorige eeuw.

Hove Sport heeft een degelijke jeugdwerking– De wat beperkte accommodatie en eerder beperkte financiële middelen zouden op termijn wel eens een spelbreker kunnen zijn in een verdere groei. Om 15 of 16 ploegen training te geven en wedstrijden te laten spelen blijven de twee beschikbare terreinen wel ietsjes aan de krappe kant. De hoop op een kunstgrasveld – voldoende om alles wat er vandaag plaatsgrijpt aan wedstrijden en oefeningen op te vangen – blijft een verre droom. De gemeente Borsbeek, in oppervlakte de helft van Hove met iets meer inwoners, bezit ondertussen wel over zo’n kunstgrasveld.

– Door het overaanbod van mogelijkheden en uitdagingen in de vrije tijdssector en de trend om meerdere malen per jaar op reis te gaan, is het niet altijd makkelijk om steeds volledige spelersploegen ter beschikking te hebben. Sommigen vergeten dat voetbal een ploegsport is, waarbij de spelers moeten beschikbaar zijn. Vervoer naar de clubs waar men op verplaatsing speelt is ook niet altijd in overmaat aanwezig. Het aantal vrijwilligers dat zich belangeloos inzet voor de club is ook beperkt. Het clubbestuur streeft naar een goede informatiedoorstroming naar de ouders en familie van de jongeren.

– Om een bescheiden voetbalclub zoals Hove Sport te runnen heeft men een jaarbudget nodig dat in de tienduizenden euro’s loopt. Er zijn de maandelijkse betalingen van gas, elektriciteit, water, enz… De verzekeringen nemen een fikse hap in het budget. Men moet aan de voetbalbond ook allerlei taksen betalen. Aan de inkomstenzijde zijn er wat sponsorinkomsten van plaatselijke handelaars die een reclamepaneel plaatsen (300 euro + BTW), de inkom bedraagt 4 euro en met een gemiddelde van 40 betalende toeschouwers zal men niet ver komen. Bij iedere match zijn er de gebruikelijke “zwartkijkers” die van op het voetpad aan de Lintsesteenweg de wedstrijd mee volgen. Het grootste deel van de inkomsten komt via de “cantine”. Verder zijn er nog allerlei clubavonden en –activiteiten die voor de  nodige inkomsten moeten zorgen.

– In 2012 bestaat K. Hove Sport 65 jaar. Hoe en wanneer dit ‘briljanten jaar’ zal gevierd worden, is nog niet geweten. Wat in ieder geval vaststaat, is dat de gemiddelde leeftijd van de clubleden steeds jonger wordt.

Gratis abonnement voor Hovese 65-plussers

In het seizoen 2011-12 wil K Hove Sport een gratis abonnement verstrekken aan de Hovese 65-plussers of diegenen die uiterlijk op 31 mei 2012 die leeftijd zullen bereiken. Het abonnement wordt op eenvoudige vraag bekomen,  wanneer je voor de eerste maal in het nieuwe seizoen een thuiswedstrijd van het eerste elftal komt bijwonen. Gelieve dan aan de ingang of aan de personen die rondgaan voor de ticketverkoop te informeren naar je nieuw gratis abonnement.

Verdere inlichtingen over K. Hove Sport :

  • – Michel De Cort, voorzitter, Verbindingsstraat 38 Hove, tel. 03 / 239.93.893. of 0477 / 40.90.44.
  • – Rudy Boels, secretaris, Beekhoekstraat 105 Hove,  tel. 0476 / 31 04 57. – e-post : boels.rudy@telenet.be – www.khovesport.be.