Na een autorit van een goede vijf uur (hangt ervan af hoe snel we rijden) staan we in het land van de Vikings, Normandië. Een regio gelegen in noord-west Frankrijk,  tussen het Kanaal, Picardië en Bretagne. Een ideale gelegenheid voor een weekendtrip of een midweek om wat op rust te komen. Normandië bestaat uit twee regio’s, Haute Normandie met de departementen Seine-Maritime en Eure en de regio Basse-Normandie met de departementen Orne, Calvados en Manche. In Normandië wonen 3,3 miljoen mensen. De grootste steden zijn RouenLe Havre, CaenCherbourg en Évreux. Rouen was ooit de hoofdstad van geheel Normandië. Nu is het die van Haute-Normandie, terwijl Caen de hoofdstad van Basse-Normandie is.

In de negende eeuw vestigde Vikingen uit Scandinavië zich in deze streek. Zij verkregen van de Franse koning Karel III het gebied tussen de Seine en de Noordzee in ruil voor bescherming tegen invallen van andere Viking-benden.

De meest gruwelijke taferelen uit de Tweede Wereldoorlog speelden zich hier af op de Normandische stranden vanaf de geallieerde landing op 6 juni 1944. De littekens zijn nog duidelijk zichtbaar in het landschap: Omaha-beach, Vierville-sur-Mer, Saint-Laurent-sur-Mer en Colville-sur-Mer zijn er de stille getuigen van. Jaarlijks bezoeken miljoenen mensen de talrijke soldatenkerkhoven want honderdduizenden geallieerde en Duitse soldaten vonden er hun laatste rustplaats. ‘Altijd iemands zoon … en allemaal veel te vroeg gestorven levens’.

Normandië doet ons ook denken aan het mondaine Deauville, het pittoreske Honfleur, of de kruitrotsen en overdekte markt van Etretat, de Mont Saint-Michel, werelderfgoed met meer dan 3 miljoen bezoekers per jaar. Verder zijn er de overbekende wandtapijten van Bayeux, het huis en de tuin van de impressionistische schilder Claude Monet in Giverny of het centrum van Le Havre dat na de laatste oorlog werd heropgebouwd en door de Unesco werd uitgeroepen tot werelderfgoed. De meeste buitenlandse bezoekers die Normandië aandoen komen uit Groot-Brittannië (950.000 overnachtingen in 2010), gevolgd door de Nederlanders (743 000 overnachtingen in 2010) en tenslotte de Vlamingen en de Walen (samen 405 000 overnachtingen in 2010).

Voor wie een gokje wil wagen op de roulette is het casino van Deauville een absolute aanrader. Dit barokgebouw uit 1912 en in 1988 volledig gerestaureerd, brengt u gewild of ongewild in hogere sferen. U kan er tegen betaling ook gewoon gaan kijken naar de winnaars en verliezers. Het was in dit casino, met zijn 325 éénarmige bandieten, dat op 26 mei 1979 overvallen werd door Jacques Mesrine en François Besse, de beruchtste franse gangsters uit de 20ste eeuw. Het liep niet goed af want twee personen werden zwaar gewond, maar de ontsnappingskoning en zijn acoliet konden ontkomen. Een jaar later werd Mesrine in Parijs door de politie bij een spectaculaire actie doodgeschoten. Hierover werden in 2008 twee films gedraaid. Verder beschikt ieder Normandisch kustplaatsje, er zijn er vele, over een goktempel. Opletten geblazen.

Gastronomie uit Normandië

De Normandische gastronomie wordt gekenmerkt door drie streekproducten : zuivel & kaas, vis & schaaldieren en cider & calvados. Gerechten waar de naam ‘Normande’ (Normandisch) in voorkomt, zijn stevige schotels waar er niet op een scheut room of een klomp al dan niet gezouten boter wordt gekeken. Denken we maar aan de ‘sole, de tarte of de sauce Normande’.

→ Vis & schaaldieren

Normandië heeft 500 km kust en dit zorgt voor een massale aanvoer van zeeproducten. Nergens worden er meer ‘plateaux de fruits de mer’ opgediend dan in deze regio. Garnalen, kokkels, mosselen, oesters uit Courseulles-sur-Mer en Saint-Vaast, krabben, zeespinnen, amandelschelpen, kreukels en wulken uit Granville vinden hun weg naar onze magen naast de langoustientjes en de blauwe kreeften. Om in echte Normandische sferen te blijven drinkt men een glas droge cider bij al dit lekkers.

Zo’n zeevruchtenschotel proef je beter in een klein dorpje aan de kust dan in een grote toeristische stad. Het is er veel rustiger, sympathieker, authentieker en goedkoper.  Port-en-Bessin (2.000 inwoners) en gelegen langs de landingsstranden is zo’n plaatsje dat erg geliefd is voor zijn visrestaurants. Op zondag is het er zeer druk want dan wordt er markt gehouden waar zowel de toeristen, de plaatselijke bevolking en de restaurantuitbaters uit de omgeving hun vis, schelp- en schaaldieren komen kopen. Van de zee direct op het bord, verser en beter kan niet.

 Kaas

Camembert-kaas zette Normandië op de culinaire kaart
Camembert-kaas zette Normandië op de culinaire kaart

Hier denken we in de eerste plaats aan Camenbert, want een kaasschotel zonder Camembert is geen kaasschotel. Deze kaas heeft zijn naam te danken aan het gelijknamige dorpje van 215 inwoners in Basse-Normandie. Camembert is een witte schimmelkaas die van witte niet-gepasteuriseerde koemelk wordt gemaakt. De rijpingstijd bedraagt ongeveer drie weken. Een camembert heeft een gewicht van zo’n 250 gram, een dikte van 3 centimeter en een diameter van 10 à 11 centimeter.

Het grote succes en de omzet zorgde ervoor dat deze kaas nu in gans Frankrijk wordt gemaakt, nog slechts 5 tot 8 % komt uit Normandië. Er worden zelfs dergelijke witschimmelkazen gemaakt tot in Nieuw-Zeeland. Wat wel een beschermde naam is, is de “Camembert de Normandie’ en heeft een AOC-keurmerk (Appelation ‘d Origine Controlée) en wordt gemaakt van rauwe koemelk. Deze die elders wordt gemaakt heeft het keurmerk AOP (Appelation d’ Origine Protégée). Deze laatste wordt gemaakt van gepasteuriseerde melk en is daardoor langer houdbaar maar minder verfijnd van smaak.

Camembert in de oven
Koop Camembert AOC in een houten doosje en verwijder de verpakking. Plaats hem terug in het doosje. Maak een paar inkervingen en vul deze op met enkele takjes rozemarijn en een scheutje Calvados. Plaats het gedurende een achttal minuten in een warme oven. Die het op met gebakken aardappelen, een groen slaatje en een glas droge cider.

Livarot, Pont-L’Evêque en de Neufchâtel zijn de andere Normandische kazen.

 Cider, Calvados en Pommeau

De appel en/of de peer zorgt voor de cider, de cider voor de Calvados. Voor de productie van cider en Calvados komen meer dan 200 geteelde appelrassen in aanmerking, variërend in smaak van zoet tot bitter en zuur. Deze appels zien er misschien minder mooi uit dan de eetappels, maar ze bevatten meer tannines en aroma’s. Bij de kleinere en meestal betere producenten worden de vruchten met de hand geplukt en tot pulp versneden. De ontstane brij wordt nadien geperst tot cider met een alcoholpercentage van minimaal 4,5%.

Net als de van druiven gemaakte Cognac, verplicht de wetgeving een dubbele destillatie van Calvados. Dit resulteert in een alcoholpercentage van 69 tot 72%. Hierna volgt een rijping op eikenhouten vaten. De rijptijd kan variëren van 1 tot 5 jaar. Tijdens het rijpingsproces verliest het destillaat een deel van zijn alcohol. Voordat de Calvados verkocht wordt, wordt hij met een weinig caramel gekleurd, maar niet gezoet, zodat de droge smaak behouden blijft. Daar is op zich niets mis mee, maar de kleuring door rijping op eiken vaten draagt onze voorkeur weg.

Na de rijping worden verschillende calvadossen met elkaar vermengd (‘mariage’) en met gedestilleerd water op een drinksterkte van 40% gebracht. In 1946 kreeg één beperkt gebied en één bereidingswijze een appellation contrôlée : Calvados du Pays d’Auge.

Naar de beroemde Normandische traditie drinkt men tussen twee gangen van een uitgebreide maaltijd een glas calvados, de zogenaamde ’trou Normand’, omdat de sterke alcohol “een ‘gat’ brandt dat met nog heerlijker gerechten kan worden opgevuld”.

Laat het smaken !
Laat het smaken !

De drie erkende Calvados AOC’s zijn : Calvados (de grootste AOC uit westelijk Basse Normandie), de Calvados Pays d’ Auge (het noordoosten van Basse Normandie) en Calvados Domfrontais (uit het zuiden van Basse Normandie).

En dan hebben we nog de Pommeau.
Het is een drankje dat gemaakt wordt van ongefermenteerde cider die vermengd wordt met een hoeveelheid éénjarige calvados. Het eindproduct heeft een alcoholpercentage van 17% opgelegd door de AOC. Het mengsel wordt dan in eikenhouten vaten van 400 liter gedurende 30 maanden opgeslagen om te rijpen. Het lekkere eindproduct wordt gedronken als aperitief . Het vervangt perfect de Porto bij het gekende meloen/ham voorgerecht. Past ook uitstekend bij appeldesserten en chocolade.

Laat alles alvast heerlijk smaken.