Het stemrecht voor Belgen in het buitenland is één van de grappigste leerstukken van het staatsrecht. Er loopt altijd wel iets fout. Waarom zouden we het makkelijk houden, indien moeilijk ook kan? Lang leve het land van het knutselrecht !

1998: een ondeugdelijke poging

In 1998 wordt het stemrecht voor Belgen in het buitenland ingeschreven in het Kieswetboek. De te volgen procedure is loodzwaar. Het systeem is dermate goed doordacht dat bij de federale verkiezingen van 1999 slechts 18 Belgen – optimistische bronnen citeren 38 dapperen – van de mogelijkheid hebben gebruik gemaakt. Van een succes gesproken !

2002: tweede zittijd

In 2002 wordt het systeem aangepast. Voortaan is er zelfs stemplicht voor de Belgen in het buitenland. In de praktijk is dit echter niet afdwingbaar. Hoe zou België toch een Belg die op Vuurland verblijft, kunnen vervolgen wegens het niet vervullen van zijn stemplicht?

Kiezers schrijven zich in een Belgische gemeente naar keuze in. Bij de verkiezingen van 2003 waren er 260.000 potentiële kiezers in het buitenland, waarvan zich 113.987 effectief inschreven.

De zwakte van het systeem is evident. Het geldt alleen voor de federale verkiezingen. Dit betekent dat Belgen in het buitenland niet kunnen stemmen voor bijvoorbeeld het Vlaams Parlement of het Waals Parlement. Dit komt onder meer door het feit dat er geen objectieve criteria bestaan om de kiezer te localiseren op het grondgebied. Elke Belg in het buitenland mag zich immers inschrijven in de gemeente van zijn keuze. Zo kan een Belg in het buitenland die geboren en getogen is in Geraardsbergen, zich inschrijven in Bergen, zelfs al is hij nooit in die stad geweest. Bij de eerstvolgende verkiezing zal blijken dat nogal wat Belgen in het buitenland zich inschrijven in een gemeente van de Vlaamse rand … Het communautaire is nooit ver weg, zelfs niet in het buitenland.

Verkiezingen 2003: Lennik, waar Franstaligen thuis zijn

De Belgen in het buitenland kunnen op meerdere wijzen hun stem uitbrengen. Zo bijvoorbeeld kunnen ze persoonlijk of bij volmacht stemmen in een Belgische gemeente of in een diplomatieke of consulaire post. Een laatste mogelijkheid is de stemming per brief.

Gelet op het geheim van de stemming is het niet evident om hierover informatie te verzamelen. De Studiedienst van de Vlaamse regering zocht bij elkaar wat beschikbaar is (SVR-rapport 2007/1). De resultaten zijn surrealistisch.

De stemmen van Belgen die in een diplomatieke of consulaire post hebben gestemd werden eertijds afzonderlijk geteld. Wat blijkt ? In deze categorie stemt 36,8% in de kieskring BHV. Van deze BHV-kiezers stemt liefst 76,9% voor Franstalige partijen, tegenover 23,1% voor een Nederlandstalige. Een communautair kleurtje, neen toch ?

Bij de groep die per brief heeft gestemd, kiest 22,2% van de buitenlandse Belgen voor B-H-V, goed voor 11.324 stembiljetten. Omdat te Brussel zelf elektronisch werd gestemd, besliste de rechtbankvoorzitter om de telklus door te schuiven naar het kieskanton Lennik. Daar werd immers nog manueel gestemd en geteld. De 11.324 stemmen van buitenlandse Belgen werden dus gevoegd bij de 32.846 Lennikse stemmen. Zo werd de verkiezingsuitslag in dit kanton echt ‘Belgisch’. De Vlaamse partijen behaalden in absolute cijfers meer stemmen van in 1999, maar gingen er procentueel op achteruit. Met dank aan de vele virtuele B-expats. Lennik, waar Franstalige Belgen in het buitenland thuis zijn.

Verkiezingen 2010: negen Vlaamse zetels, dankzij de stekker van Alexander

In 2010 trekken Alexander Decroo (Open VLD) en Vincent Van Quickenborne (Open VLD) de stekker uit de regering Leterme. Ze doen het licht uit, om beter te kunnen zien, grapte een gebuisde CD&V-senator. Jean-Luc Dehaene heeft het in zijn memoires over het typische gedrag van leerling-tovenaars.

En toch kwam er een mooi konijn uit de hoed van beide VLD-tovenaars. Nu de verkiezingen vervroegd werden georganiseerd, was het niet mogelijk om alle Belgen in het buitenland te contacteren. In 2007 stemden er nog 29.689 buitenlandse Belgen te BHV, in 2010 waren dit er maar 13 862. Zoals Luk Van Biesen (Open VLD) het al kort na de verkiezingen stelde, heeft dit gemaakt dat de Vlaamse partijen hun negende zetel – op een totaal van 22 zetels – konden behouden. Van Biesen was daarmee wel de enige die de electorale strategie van zijn voorzitter begrepen heeft.

2011: derde zittijd

Het Vlinderakkoord (11 oktober 2011) bestendigt de inschrijving van de buitenlandse kiezers en verbetert de stemming en de verwerking van de stemming. Ook in geval van vervroegde verkiezingen zullen voortaan alle Belgen in het buitenland kunnen meestemmen. Hiermee komt het akkoord tegemoet aan een vraag van MR. Deze partij scoort traditioneel goed bij de Belgen in het buitenland.

Voortaan kan de buitenlandse kiezer zich niet langer naar keuze inschrijven in een gemeente. Er staan objectieve criteria in het Kieswetboek. De inschrijving gebeurt in de gemeente waar de persoon het laatst was ingeschreven in de bevolkingsregisters; bij gebreke daarvan, de Belgische gemeente van zijn geboorteplaats ; enz. Franstalige buitenlandse Belgen die geen enkele band hebben met de Vlaamse rand kunnen zich niet langer inschrijven in een Vlaams-Brabantse gemeente. Logisch, maar had men daar nu echt in 1998 niet kunnen aan denken ?

Vlinderakkoord: waarom niet voor de parlementen van de deelstaten?

De vernieuwde regeling geldt echter nog altijd niet voor de verkiezing van de deelstaatparlementen. Belgen in het buitenland kunnen dus wel stemmen voor het federale parlement, maar Vlamingen in het buitenland mogen nog niet stemmen voor het Vlaams Parlement. Waarom niet ?

Tijdens de parlementaire debatten argumenteert Luk Van Biesen (Open VLD) dat het niet mogelijk was om hierover een akkoord te bereiken tussen de acht partijen van de institutionele meerderheid. Merkwaardig, stelt Ben Weyts (N-VA), daar alle Vlaamse partijen voor zijn.

Niet alleen alle Vlaamse partijen zijn voor, maar ook MR. Ecolo en CDH blazen warm en koud, maar zijn eerder voor. Alleen is er een groot struikelblok : PS is tegen en dus komt het er niet.

Dat PS tegen is, valt niet te verwonderen. PS scoort minder goed bij de Belgen in het buitenland dan MR. De hagiografie Elio Di Rupo. Une vie, une vision (2011) leert dat PS bij de federale verkiezingen van 2007 een ware electorale kater heeft opgelopen. Toen Di Rupo op de verkiezingsavond even ging rusten had zijn partij één zetel voorsprong op de MR. Vier uur later werd hij wakker en stond de PS drie zetels achter MR. Wat was er gebeurd ? Intussen had men ook de stemmen geteld van de Belgen in het buitenland, vandaar de verschuiving.

Even de cijfers

Bij de verkiezingen van 2010 werden de stemmen van diegenen die per brief stemmen en diegenen die in een consulaire of diplomatieke post stemmen, samengebracht per kieskring in een virtueel kanton. In dat virtuele kanton van de kieskring BHV behaalt MR 28,28%. PS scoort slechts 10,64%, dit is minder dan Ecolo (16,06%) en nauwelijks meer dan CDH (8,10). En de Vlaamse partijen ? N-VA ligt op kop met slechts 7%, gevolgd door Open VLD (4,49%), Groen (3,97%), CD&V (3,30%) en Sp.a (2,20%).

Dat PS tegen is, is dus een rationeel standpunt. Men mag van een politieke partij niet verwachten dat ze instemt met electorale regels die haar positie verzwakken. Geen enkele partij neemt dergelijke beslissing. En toch kent de recente geschiedenis één notoire uitzondering. In 2002 steunt Groen het invoeren van een kiesdrempel van 5%, een maatregel die er voor zorgde dat Groen geen enkele parlementszetel zou veroveren in 2003. De PS is echter al lang geen groentje meer in de politiek.

Wat de PS de Franstaligen niet gunt, krijgen de Vlamingen al evenmin. Dat is de staalharde logica van het Vlinderakkoord. Maar, moet dit echt zo ?

Kan het anders? Op weg naar een vierde zittijd

Het Vlinderakkoord is alvast een gemiste kans. De nieuwe objectieve criteria maken dat elke kiezer ergens op het Belgische grondgebied is gelokaliseerd. Juridisch-technisch is het dus mogelijk om ook de Belgen in het buitenland te laten stemmen voor de parlementen van de deelstaten. Iemand die zijn laatste hoofdverblijf had te Namen, stemt dan voor het Waals Parlement, terwijl iemand die hoofdverblijf hield te Lubbeek voor het Vlaams Parlement stemt.

Meer nog, men had het zelfs zo kunnen oplossen dat het in Vlaanderen anders werd geregeld, dan in Franstalig België. Men had dus zowel de PS als alle Vlaamse partijen kunnen plezieren. Daarvoor moest men enkel bepalen dat het stemrecht van de Belgen in het buitenland voor de deelstaatparlementen onderdeel wordt van de constitutieve autonomie. Dit betekent dat de deelstaatparlementen zelf bevoegd worden om deze materie te regelen.

the haddock

Maar waarom kiezen voor een duidelijke oplossing die iedereen tevreden stelt, indien het mogelijk is om een compromis te sluiten dat welhaast niemand tevreden stelt ? Antwoord : omdat een compromis nu eenmaal belangrijker is dan een oplossing !

Belgisch Staatsrecht: de Haddock-stijl

Hergé is de tekenaar van de heldere lijn. Men noemt het ook de Kuifje-stijl. Belgisch staatsrecht kent geen klare lijnen, enkel stippellijnen. Het is de Haddock-stijl. Honderdduizend miljard bommen, dondergranaten, communautaire bliksems en compromissen !!! Het lost niets op, maar het houdt ons wel bezig.

 

Er komt dus ongetwijfeld een vierde zittijd voor het stemrecht van de Belgen in het buitenland. Dames en heren politici, volgende keer beter aub. Denk eens aan Kuifje in plaats van aan kapitein Haddock.

 Prof. Dr. Hendrik Vuye – www.doorbraak.be