Geen cordon in onderwijs

Scholen die een partij uitsluiten uit een politiek debat op school doen aan politiek en dat mag niet, zegt de Commissie Zorgvuldig Bestuur van het Vlaams onderwijs.

De Commissie Zorgvuldig Bestuur is een commissie, verbonden aan het ministerie van onderwijs, die waakt over… het zorgvuldig bestuur, zeg maar het naleven van de regels door scholen. ‘Iedere belanghebbende (o.a. ouders, schoolbestuur, zelfstandige) heeft het recht om aan de Commissie vragen te stellen over de toepassing van de principes van zorgvuldig bestuur.’ ‘Elke belanghebbende kan inzake de toepassing van de principes van zorgvuldig bestuur een klacht indienen bij de Commissie.’ En dat laatste deed Kristof Slagmulder, gemeenteraadslid van het Vlaams Belang in Denderleeuw.

Aanleiding voor zijn klacht was een politiek debat in het Koninklijk Atheneum Denderleeuw (KAD) waarop zijn partij, het Vlaams Belang niet was uitgenodigd. Volgens de Directrice paste het VB niet binnen de visie van de school en was het Vlaams Belang geen democratische partij. Het verweer van de school tegen de klacht is een mooie samenvatting van de ideologie achter het cordon sanitaire (het verslag van de commissie is openbaar)

Verkiezingen 2014

Geen politiek op school

Het uitgangspunt in de behandeling van de klacht door de Commissie Zorgvuldig Bestuur is, dat politieke actie op school verboden is. ‘Er mag in de school geen politieke propaganda gevoerd worden en er mogen geen politieke activiteiten worden georganiseerd.’ ‘Onder politieke activiteiten wordt verstaan alle activiteiten die worden georganiseerd door politieke partijen of politieke mandatarissen van politieke partijen, waarvan de standpunten en gedragingen niet in strijd zijn met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.’ De commissie wijst erop dat het doel van dat verbod is dat ‘het onderwijs in alle gevallen neutraal zou zijn ten aanzien van elke politieke activiteit. Ook een activiteit die geen politieke inhoud heeft, kan door de context waarin die wordt georganiseerd, moeten worden beschouwd als promotie voor een bepaalde politieke strekking of partij en dus als verboden politieke propaganda.’ En om het nog eens duidelijk te herhalen : ‘Politieke propaganda en politieke activiteiten in de onderwijsinstellingen tijdens de schooluren, door welke persoon of instantie dan ook en ongeacht voor wie bestemd, zijn verboden. Leerlingen, ouders en personeel kunnen niet via de school benaderd worden met informatie of gadgets die als propaganda voor of tegen een politieke partij moeten worden beschouwd.’

Een debat mag een school natuurlijk wel organiseren. Dat kadert in de ‘vakoverschrijdende eindtermen ‘politiek en juridische samenleving’. De Commissie juicht initiatieven waarbij politici in klassen komen en uitleg geven over de politieke besluitvorming en hun programma toe Zo’n debat moet leerlingen voorbereiden om eigen keuzes te maken. De concrete invulling daarvan is de autonomie van de school, net zoals de waarden die de school in dat project wil uitdragen. Maar…’ De Commissie is echter van oordeel dat, als in het kader van genoemde lessenreeks een forum gecreëerd wordt met vertegenwoordigers van bestaande lokale politieke partijen, dan alle partijen die lokaal in de gemeenteraad zetelen uitgenodigd moeten worden.’ De Commissie schuift hier de waarde ‘de werking van de democratie en haar instellingen’ naar voor, dat wil zeggen dat die moet gerespecteerd worden. Wat de pedagogische waarden van de school ook mogen zijn. ‘De Commissie aanvaardt dat een schoolbestuur kan oordelen dat de deelname van een vertegenwoordiger van een bepaalde politieke partij aan een debat op school onverenigbaar is met haar project. De Commissie stelt dat het bestuur er in dat geval ook moet van afzien om vertegenwoordigers van andere politieke partijen uit te nodigen. De Commissie is van oordeel dat de uitsluiting van de vertegenwoordiger van een enkele op het lokale niveau vertegenwoordigde politieke partij neerkomt op het uitspreken van een waardeoordeel over de concrete politieke actie. Zij gaat er van uit dat het verbod van politieke activiteiten nu juist tot doel heeft de grens te bewaken tussen oordeelsvorming en waarden overdracht en de concrete politieke actie zoals die zich binnen de erkende maatschappelijke structuren ontplooit.’

 

Conclusie :

Foto : ©VBJ pamflet van de Vlaams Belang Jongeren naar aanleiding van het schooldebat in Denderleeuw.
Foto : ©VBJ pamflet van de Vlaams Belang Jongeren naar aanleiding van het schooldebat in Denderleeuw.

Het eindoordeel : ‘De Commissie oordeelt dat het organiseren van een politiek debat in een onderwijsinstelling in het kader van het realiseren van de vakoverschrijdende eindtermen toelaatbaar is op voorwaarde dat alle partijen die in de gemeenteraad zetelen, vertegenwoordigd zijn. Het uitsluiten van één of meerdere partijen gaat in tegen het decretaal verbod tot het voeren van politieke actie of propaganda.’ Met andere woorden, een school die een partij niet uitnodigt die wel in de gemeenteraad zit, om politieke, ideologische redenen, doet aan politiek, en dat is verboden. Daarmee zet de commissie het cordon sanitair een pad in de korf. De bekende argumentatie die dat cordon rechthoudt, vormde de kern van het verweer van de school(engroep). De Commissie Zorgvuldig Bestuur gaat ervan uit dat het Vlaams Belang behoort tot die ‘politieke partijen of politieke mandatarissen van politieke partijen, waarvan de standpunten en gedragingen niet in strijd zijn met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.’ Anders had ze de niet-deelname aan het debat goedgekeurd.

Pieter Bauwens – www.doorbraak.be