Congo is nog steeds van ons (als het op betalen aankomt)

De begroting van Congo was tot 1960 elk jaar deficitair (kende dus een tekort) en de Belgische burgers pasten jaarlijks het verschil braaf bij. Enkel de grote industriële groepen met Union Minière op kop hebben (zeer) veel geld verdiend aan ‘onze’ kolonie.

Concreet : in 2016 gaf België in totaal 81 miljoen euro, onderverdeeld aan gouvernementele samenwerking (39 miljoen euro), niet-gouvernementele samenwerking (34,46 miljoen euro), humanitaire hulp (6,17 miljoen) en multilaterale samenwerking (1,12 miljoen) aan Congo. Het gaat dus om een grote geldstroom die richting Afrika vertrekt. En in tegenstelling tot de Chinezen vragen we hiervoor niets in de plaats. De gouvernementele samenwerking verloopt via Enabel.

100 miljoen euro

Het laatste project van Enabel is de levering van een ontziltingsinstallatie voor drinkbaar water en de voeding voor een hybride zonnepanelen/elektrogeengroep voor het netwerk van Basoko in Kindu. Belangrijk detail : in die streek hebben de ‘koloniale bezetters’ (de Belgen dus) in de vorige eeuw al eens gezorgd voor drinkbaar water. Maar die installatie ging na de onafhankelijkheid van het land in 1960 verloren. Enabel : “Er wordt opnieuw (!) een waterprogramma opgestart, dat vooral inzet op het organiseren van de toegang tot water en op de financiering van de sector.”

Vandaag zorgt Enabel, het Belgisch ontwikkelingsagentschap, voor de ontwikkeling van Congo. Zo stelt Enabel in het jaarverslag van 2017 : “Door zijn interventies die direct ten goede komen aan de plattelandsbevolking wordt de familiale landbouw ondersteund, worden geïsoleerde landbouwgebieden ontsloten, krijgt het beroepsonderwijs een impuls doordat de opleidingen beter zijn afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt, en wordt de toegang tot de gezondheidszorg verbeterd, vooral voor de slachtoffers van seksueel geweld.” Het programma van de Belgische samenwerking in Congo volgt nog steeds een gedecentraliseerde aanpak in de elf betrokken provincies. Bijzondere aandacht gaat naar de aanpassing van de programma’s aan de fragiele situaties en aan de mensenrechtenbenadering.

Toen Congo een kolonie van België was, had de modale burger geen enkele interesse voor dat land. Toch ging elk jaar een substantieel deel van zijn belastingen naar Congo. De (Koloniale) Loterij werd zelfs opgericht om het tekort van de Congolese begroting bij te passen. Ook vandaag vertrekt zowat 100 miljoen euro richting Kinshasa (Leopoldstad). Om opnieuw op te bouwen wat we al eens eerder opgebouwd hebben. En de Belg ligt er opnieuw niet wakker van.

Thierry Debels

in (c) ’t Pallieterke.