Koen Geens
Waarom worden Pieter De Crem en Koen Geens geen vragen gesteld over politieke verantwoordelijkheid

Doodslag

In 2018 komt de heer Chovanec in Charleroi om het leven in een politiecel, na hardhandig te zijn aangepakt door politieagenten. Dat heet doodslag en is dus geen klein bier. De politiediensten stellen een ‘onvolledig’ verslag op, dat wordt meegedeeld aan de hogere overheden binnen de politie en de minister van Binnenlandse Zaken. De zaak komt aan bod in de pers, maar geen partij of politicus blijkt belangstelling te hebben en de zaak verzeilt in de vergeethoek van de nieuwsmedia. De weduwe van het slachtoffer heeft daarop een strafklacht ingediend.

Na twee jaar heeft de weduwe nog steeds geen antwoord van de gerechtelijke diensten. Dat is onaanvaardbaar lang wachten en zij maakt daarover haar beklag. Dat wordt weer opgepikt in de pers en de zaak komt terug uit de vergetelheid met een berichtgeving alsof het gisteren gebeurd is. Deze keer past het gebeuren wel in meerdere politieke agenda’s. Wat is er intussen gewijzigd ?

Justitie

Men zou verwachten dat de minister van Justitie uitleg moet geven. Maar neen, die laat zich niet horen. Het is de minister van Binnenlandse Zaken die komt aanwaaien met het bericht dat zijn voorganger, die al anderhalf jaar niet meer in functie is, kennis had van de feiten en daarmee niets heeft gedaan. De politieke meute, gevolgd door de persmeute springt dan op de voorganger, alsof hij de minister van Justitie is, en maakt van hem ‘aangeschoten wild’. Brood en politieke spelen, alsof het een olympische discipline is. En iedereen, zelfs de aangeschoten politicus gaat mee in deze vaudeville zonder vragen. Het zegt iets over de politieke zeden, maar nog veel meer over de kwaliteit van het politiek en perspersoneel.
Jan Jambon
Een wakker parlementslid had de huidige minister van Binnenlandse Zaken kunnen vragen wat er precies aan zijn voorganger over het gebeurde was meegedeeld, want daarover had de minister niets gezegd. Aangezien de zaak de afgelopen twee jaar maar zes maanden op de kabinetstafel van de vorige minister heeft gelegen en al anderhalf jaar op de tafel van de huidige minister ligt, zou een wakker parlementslid ook wel willen weten wat de huidige minister al die tijd precies gedaan heeft in verband met deze zaak. Een uitgeslapen parlementslid zou daarbovenop nog kunnen vragen waarom de minister van Justitie — die toen en nu dezelfde is — blijft zwijgen. Een geïnteresseerd parlementslid zou op dat elan kunnen doorgaan en vragen stellen over de politieopleiding en de middelen die onze politiemensen hebben om met dergelijke moeilijke situaties om te gaan en de frustraties die dat ook bij hen oproept. Dat die vragen de politiek niet blijken te interesseren, maakt duidelijk dat het de politiek ook nu niet te doen is om Chovanec.

Politiek spelletje

De nagedachtenis van Jozef Chovanec wordt wansmakelijk misbruikt in het ‘politieke spel’. De regeringsvorming is hopeloos. Het cordon sanitaire drijft de uitvinders ervan naar de kiesdrempel. De overgangsregeling van het financieringsmechanisme tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten loopt naar zijn einde en Wallonië kijkt in een put waarvan de bodem niet meer te zien is. De nieuwe CD&V-voorzitter blijkt zich een pak gekocht te hebben dat een paar electorale maten te groot is en hij wil dat opvullen met het goede oude staatsmanschap door de redder van het land te spelen om de Vlaamse aanwezigheid in een Vivaldi-coalitie op te drijven van 20 naar 35%. De CD&V-achterban, burgemeesters voorop, hebben die pap al te vaak moeten slikken en weigeren. En dan gaan de spindoctors van de macht aan de slag; zij die vinden dat erbij zijn belangrijker is dan wat dan ook.
de bliksem weg te trekken bij zijn CD&V-collega van Justitie
De spin-off voor Vivaldi is de N-VA beschadigen, niet voor de eer en glorie van het land, maar wel voor het eigen lof en eer en al zeker niet voor de nagedachtenis van Chovanec. Zo gaat een pregepensioneerde CD&V-minister van Binnenlandse Zaken die politiek niets meer te verliezen heeft (Pieter De Crem is niet herverkozen in de Kamer — red.) optreden als bliksemafleider om de bliksem weg te trekken bij zijn CD&V-collega van Justitie die wel nog ambities heeft om die bliksem te laten inslaan bij de N-VA en de vroeger minister van Binnenlandse Zaken uit die partij. Het maakt de politieke waarnemer moe. Het is allemaal zo doorzichtig dat men zich de vraag stelt waarom de politiek nooit transparant kan zijn zonder degoutant te worden.

Politieke verantwoordelijkheid

De zaak-Chovanec heeft hoegenaamd niets te maken met politieke verantwoordelijkheid. Dat begrip houdt in dat wanneer in het bestuur iets misloopt dat de gemoederen ernstig beroert, de hoogste gezagsdrager in functie, zijnde de minister, ontslag neemt — ook al kan hem persoonlijk niets verweten worden.
Een minister die niet meer in functie is, kan geen politieke verantwoordelijkheid nemen net omdat hij niet meer in functie is. Eisen dat een voormalige minister voor een voorval op zijn vroegere administratie op vandaag uit een andere functie ontslag zou moeten nemen, heeft niets van doen met politieke verantwoordelijkheid. Die eis steunt op een beweerde persoonlijke verantwoordelijkheid van de minister. Daarvoor geldt een heel andere procedure, die niet wordt gevolgd en waartoe ook geen intentie blijkt. Men gooit dus politieke en persoonlijke verantwoordelijkheid op een hoopje. Dat is nu wat populisten doen; het spel van de antipolitiek.
Als er zich hier een politieke verantwoordelijkheid opdringt, komt die eer geheel toe aan de huidige ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. De huidige regering is per slot van rekening een volwaardige regering met dus ook volwaardige verantwoordelijkheid. Maar meer nog dan ontslag, zou ik liever zien dat de wakkere, uitgeslapen en geïnteresseerde parlementairen antwoord kregen op de vragen die ik — om hen te helpen — hierboven voor hen heb gesteld.
JAN GHYSELS
Jan Ghysels is jurist, gespecialiseerd in grondwettelijk en administratief recht.
Foto’s (c) Gazet van Hove.