N-VA-voorzitter Bart De Wever reageert op de berichtgeving in de De Morgen, over beschuldigingen van visumfraude door de echtgenoot van zijn partijgenote Darya Safai. De Wever heeft het over een “karaktermoord” en haalt hard uit naar De Morgen en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V).
Vorige week schreef De Morgen dat staatssecretaris Mahdi melding maakte van Saeed Bashirtash, echtgenoot van Safai, bij het federaal parket. Er werd verwezen naar een nota, waarin gewag wordt gemaakt van geruchten binnen de Iraanse gemeenschap en sociale media over fraude met humanitaire visa voor Iraanse opposanten.
“Karaktermoord”
Nadat de Veiligheid van de Staat (VSSE) zelf de noodzaak voelde om de berichtgeving in De Morgen te nuanceren, trekt ook N-VA-voorzitter De Wever van leer tegen wat hij een “karaktermoord” noemt.
“Velen hebben me aangeraden om van de karaktermoord op Kamerlid Darya Safai geen zaak te maken, want wat haalt het nog uit”, vraagt De Wever. “Maar ik moet er een zaak van maken, ik kan niet anders. Want als we dit laten passeren, kan iedereen op deze manier onderuit worden gehaald.”
De Wever verwijst naar de piste van “intra-Iraanse politieke afrekeningen” door het regime in Teheran als oorsprong van de geruchten, een piste die ook expliciet door de Staatsveiligheid genoemd werd.
“Hallucinant van De Morgen”
De Morgen krijgt een flinke veeg uit de pan van De Wever. De N-VA-voorzitter heeft het over “een inhoudsloos artikel waarbij de ontlastende journalistieke research doelbewust werd genegeerd maar wel werd gekozen voor de meest vijandige titelatuur en sfeerschepping”. “Dit is ronduit hallucinant”, klinkt het. “Indien de De Morgen haar eer wil herstellen, dan zet de krant op de voorpagina recht wat ze krom heeft getrokken.”
Ook staatssecretaris Mahdi moet het ontgelden. “Hij speelt een opmerkelijke rol in de genese van dit verhaal”, zegt De Wever. “Die ontvangt midden februari een administratieve nota. […] Mahdi meldt dit aan het federaal parket. Op mysterieuze wijze belandt die nota bij De Morgen. Mahdi beweert niet gelekt te hebben en vraagt zelfs excuses voor de suggestie dat hij dit wel deed. Maar hij was alvast wel bereidwillig om on the record te bevestigen dat de nota bestond en dat hij er mee naar het parket was gestapt. Dat laatste is al eigenlijk gewoon verbijsterend voor een regeringslid. De staatssecretaris weet maar al te goed welke perceptie zo onterecht kan worden gewekt, zeker zonder correcte duiding.”
Mahdi : “Journalisten werken in alle vrijheid”
Op het kabinet van Mahdi reageert men op de beschuldiging van lekken door te verwijzen naar het antwoord van de staatssecretaris in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken, dinsdagvoormiddag. Daar zei hij dat de Staatsveiligheid op 15 februari een eerste, vertrouwelijke nota verstuurde “gericht aan mijzelf, de Minister van Justitie, de adviseur-generaal van de Directie Visa bij Consulaire Zaken, en de Directeur-Generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken”.
“Op 16 februari heb ik per brief een officiële melding gedaan van, en ik citeer, ‘een gerucht dat mij bereikte’“, zei Mahdi. “Ik heb dus noch de gehele nota, noch de bron prijsgegeven in mijn schrijven aan het Parket. Wel heb ik aan het Parket benadrukt dat het ging om onbevestigde informatie. Ondertussen werd een tweede niet-geclassificeerde nota met de bewuste informatie opgevraagd bij de Staatsveiligheid. Deze nota heb ik op 22 februari ontvangen, en werd overgemaakt aan het Parket. En ook énkel aan het Parket.”
“Wat de rol van de media betreft, kunnen wij niet oordelen over bronnen, getuigen of informatie die ze hebben“, besloot de staatssecretaris. “Journalisten werken in alle vrijheid zoals dat hoort in ons land. Net daarom bieden wij soms ook bescherming aan journalisten die niet van die vrijheid kunnen genieten in eigen land. De vraag die we ons wel moeten stellen hier is, op welke manier wij als politici omgaan op sociale media met de informatie die verschijnt.”
