Op 1 januari 2012 treedt de zogenaamde Salduz-wet in werking. Deze wet voert de verplichte bijstand in van een advocaat voorafgaandelijk en tijdens de eerste verhoren door de politie. Men kan vele kritische vragen hebben over deze verplichte bijstand, omdat die het werk van onze politiediensten, de parketmagistraten en de onderzoeksrechters in sterke mate zal bemoeilijken. Deze bijstand werd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens opgelegd, zonder dat rekening werd gehouden met de reeds verregaande rechtsbescherming die verdachten in ons land genieten.
Uit een uitvoerige gedachtewisseling op de Leuvense veiligheidscommissie over de implementatie van de Salduz-wet, maar ook uit diverse persartikels blijkt dat deze nieuwe wet een aanzienlijke impact zal hebben op de werking van de lokale politie. Volgens de Leuvense korpschef zal de praktische uitvoering van de Salduz-wet een grote invloed hebben op de werking en de organisatie van zijn korps. Het gaat dan niet alleen over de problematiek van de capaciteit van personeel, maar vooral over de organisatorische kant van de zaak. Zo zullen er aparte ruimten, in de onmiddellijke omgeving van de verhoorlokalen, moeten voorzien worden waar de advocaat en de verdachte mekaar kunnen spreken alvorens de ondervraging kan beginnen. Ook dient een strikte tijdslijn gerespecteerd te worden : 2 uur om een raadsman op te roepen alvorens de ondervraging kan beginnen. Tevens dienen de politiemensen getraind te worden op deze nieuwe situatie, vooral wat de ondervraagtechnieken aangaat. Waarschijnlijk zal het hele proces van opvang en ondervraging gesuperviseerd dienen te worden door een officier, enz.
– Aan de opstart van Salduz wordt voor opleiding, training en aanpassing van de infrastructuur voor alle lokale politiezones samen een prijskaartje gehangen van 55 miljoen euro. De kostprijs voor de extra uren die politiemensen zullen moeten presteren zal daar jaarlijks nog 23 miljoen euro aan toevoegen (aldus Dirk Van Nuffel, korpschef in Brugge en voorzitter van de Vaste Commissie voor de lokale politie, diverse persberichten 25 juli 2011).
– In kleine politiezones waar vaak slechts één patrouille beschikbaar is, is die ploeg wellicht bezet voor de tijd dat de advocaat ter plaatse komt en tijdens het gesprek van 30 minuten die de advocaat met zijn cliënt mag hebben alvorens het politieverhoor van start kan gaan. Al die tijd zitten de agenten dan op het kantoor en patrouilleren ze niet op straat, of er moet extra personeel worden voorzien … en dat kan de brave belastingsbetaler weer betalen.