Deze geschiedenis gaat terug tot de Godsdienstoorlogen tussen de Nederlanden en de Spaanse katholieke bezetters van onze gebieden in de 16de eeuw. Na de Spaanse veroveringen in de zuidelijke Nederlanden aan het einde van de zestiende eeuw (val van Antwerpen in 1585) vluchtten veel calvinisten uit deze gebieden naar het noorden, voornamelijk naar Holland (de huidige twee provincies Noord- en Zuid-Holland). Zo wilden zij de verwachte vervolging door de rooms-katholieken ontlopen. Er waren ook veel Walen bij en zij vormden aparte Franstalige gemeentes, in totaal 43 kerkgemeentes. “Walen” moet men ruimer aanzien als bewoners van het huidige Waalse gewest, voeg er ook het huidige Frans-Vlaanderen, Picardië en Artesië bij. Deze Walen opereerden zelfstandig van de Nederduitse kerkgemeentes. De eerste Waalse kerk werd in 1574 geopend in het Zeeuwse Middelburg.
Eind zeventiende eeuw, als gevolg van de herroeping van het Edict van Nantes in 1685, vluchtten zo’n 70.000 protestantse Hugenoten uit heel Frankrijk naar Nederland. Ook zij werden veelal opgenomen in Waals Hervormde gemeentes of stichtten nieuwe gemeentes. Hierdoor groeide het aantal Waalse kerken tot 80.
De laatste jaren sluiten zich ook veel vluchtelingen uit (franstalig) Afrika bij de Waalse kerk aan. Vandaag zijn er nog Waalse kerken actief in Amsterdam, Arnhem/Nijmegen, Breda, Delft, Dordrecht, Groningen, Den Haag, Haarlem, Leiden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Utrecht en Zwolle.De Waalse kerk is een calvinistische kerk in Nederland. In de 18de eeuw geraakten deze vluchtelingen en hun afstammelingen beter geïntegreerd in de Nederlandse samenleving en zo daalde het aantal Waalse kerkgemeentes snel. Uiteindelijk bleven er veertien over. Vanaf de oprichting van de Nederlandse Hervormde Kerk in 1815 vallen zij, net als de Engelstalige Schotse gemeentes, hieronder. Sedert de grote kerkenfusie in 2004 maakt zij deel uit van de Protestantse Kerk in Nederland. In de Waalse kerk verloopt alles nog in perfect Frans, van de uitgave van het eigen maandblad “l’ Echo Wallonne” en de “Sainte Bible” tot de erediensten en het zingen van de psalmen. Bij informele gelegenheden wordt echter ook wel Nederlands gesproken. Het aantal leden per gemeente is laag en er zijn nog maar zes predikanten in heel Nederland, wat maakt dat veel kerken maar om de veertien dagen een dienst houden.
De Waalse gemeenten vormen binnen de Protestantse Kerk in Nederland een afzonderlijke groep en sturen een eigen afgevaardigde naar de synodevergaderingen. Men onderhoudt goede banden met Franstalige calvinistische kerken in België, Frankrijk en andere landen.
Bij de laatste volkstelling in 1971 werden in heel Nederland 1505 Waals Hervormden geteld ; 570 in Zuid-Holland, 550 in Noord-Holland, 125 in de provincie Utrecht, 95 in Gelderland en 85 in Noord-Brabant. In Amsterdam gaat het om 350 personen, in Den Haag om 245, in Rotterdam om 85 en in Utrecht om 50 mensen. Deze aantallen zijn intussen door ontkerkelijking nog verder gedaald.
Via de archieven van de Waalse kerk kunnen we een sociologische reconstructie van deze groep maken. Er zat van alles bij : rijk en arm, notabelen, alle beroepsgroepen van onderwijzers, ambtenaren, militairen, ambachtslui, wevers, landbouwers. Een volledige gemeenschap ging over van het ene naar het andere geloof. Een merkwaardige vaststelling is dat bij vele afstammelingen van de eerste leden van de Waalse kerk in Nederland er veel boekhandelaars of uitgevers bij zijn. Rond het jaar 1700 waren er van de 230 Amsterdamse boekhandelaars ruim 100 die lid waren van de Waalse kerk. Een aantal “Walen” vormden ook de bemanning van de eerste schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en vestigden zich in Amerika en Zuid-Afrika. Op de eerste kaarten van Nieuw-Amsterdam, het latere New-York, lees je de namen van de eerste pioniers. Velen waren lid van de Waalse kerk en afkomstig van het huidige Frans-Vlaanderen. In de Amerikaanse staat New-York vindt je nog de gemeente New Plalz met haar Hugenot Street. Enkele oude huizen van de stichters zijn bewaard gebleven. Binnen waant men zich in de Westhoek, met schouwen als in Bachten de Kupe. De families heten daar Du Bois, Schoonmaker en Hasebrouck, …allemaal namen uit de Nederlanden.
Historische kerkgebouwen
Veel Waalse kerken vonden een onderkomen in oorspronkelijk katholieke kerken of kapellen. Zo ook in Amsterdam waar in 1578 de Waalse kerk een onderkomen vond in een oorspronkelijk Rooms-katholieke kerk die werd onteigend en ter beschikking gesteld aan de Waalse protestantse vluchtelingen. De Waalse kerk in Delft is de oorspronkelijke kapel van het Sint Agathaklooster bij het huidige Prinsenhof. De kapel dateert uit de 15de eeuw en werd in 1572 de hofkapel van prins Willem van Oranje Nassau. Sinds 1585 is de kapel in gebruik als Waalse kerk. Elke tweede week is er een Franstalige dienst op zondagochtend om 10.30 uur.
In Dordrecht is de voormalige Waalse kerk verbouwd tot een winkel voor sportkleding, maar er vinden nog wel twee keer per maand Franstalige diensten plaats in het Hof, waar ooit de Eerste Vrije Statenvergadering plaatsvond. In Den Haag maakten de Hugenoten vanaf 1591 gebruik van de Hofkapel op het Binnenhof (Parlement). Daaraan kwam een einde toen Louis Napoleon in 1806 het Binnenhof als residentie in beslag nam. Hij gaf de Waalse gemeente geld om elders een kerk te bouwen. De oude Hofkapel is de inmiddels gesloopt. In 1808 werd het nieuwe kerkgebouw voor de Waalse kerk aan het Noordeinde in gebruik genomen.
De Waalse kerk en de Nederlandse Koninklijke familie
Er was al vroeg een band tussen de Waalse kerk en de Nederlandse Koninklijke familie Oranje-Nassau : Louise de Coligny (1555-1620), dochter van Gaspard de Coligny en vrouw van Willem de Zwijger bezocht net als haar zoon Fredrik Hendrik de Waalse kerk van Den Haag aan het Binnenhof. Maurits, de andere zoon van Willem van Oranje, woonde ook regelmatig de diensten bij van de Waalse kerk in Den Haag. Tijdens het stadhouderschap van Frederik Hendrik werd de band nog hechter, vooral vanwege André Rivet, dominee van de Waalse kerk in Den Haag, die stierf in 1651. Hij was met name de gouverneur van Willem II en hij speelde een belangrijke rol bij het huwelijk van Willem II met Maria Henriëtte Stuart. Hun enige zoon werd gedoopt in de Waalse kerk van Den Haag. De vele geruchten in Nederland dat de Nederlandse Koninklijke familie zich graag uitdrukt in “de taal van Marianne”, vinden hier hun oorsprong. Vandaag is slechts 10 % van het Nederlandse volk de Franse taal machtig.
Bij Nederlandse conservatieve politici van voor de Eerste Wereldoorlog waren er een aantal – en niet van de minsten – die uit de Waalse kerk kwamen. Guillaume Groen van Prinsteren (1801-1876), historicus, vertrouweling van het koningshuis en grondlegger van de Ant-Revolutionaire Partij, en Alexander de Savornin Lohman ((1837-1924), hoogleraar, medeoprichter van de Christelijk Historische Unie en tot op hoge leeftijd één van de belangrijkste adviseurs van de Nederlandse koningin Wilhelmina.
Coverfoto (c) Wikipedia/ Ellywa.