Gilbert Druant (°1948 in Poperinge) woonde sedert 1977 achtereenvolgens in Hove, Gabon (Afrika) en Edegem. Zijn vrouw Gert komt uit het Vlaams-Brabantse Dilbeek. Na studies Germaanse Filologie en Audiovisuele woonde hij in Duitsland, werkte vervolgens ongeveer acht jaar in de culturele sector tot hij na twee jaar lesgeven Engels in Gabon met vrouw en drie kleine kinderen in 1986 de Antwerpse Plantijn Hogeschool vervoegde als deeltijds docent. Hij bleef ook nog op zelfstandige basis werken, talen privé en in grote bedrijven, hij was ook geruime tijd streekcorrespondent voor de krant Het Nieuwsblad en schreef ook vele reisverhalen voor verschillende bladen. Hij werkte ook drie jaar voor het Beknopt Verslag in het Brusselse en Vlaams Parlement. Sinds 2006 is hij enkel nog deeltijds verbonden aan de Plantijn Hogeschool en de Karel de Grote Hogeschool voor het vak commercieel Duits en hij organiseert ook nog stages en bedrijfsbezoeken in het buitenland.
In de zomer van 2009 toerde hij met zijn camper 110 dagen lang en 14.523 km langsheen de grenzen van de 10 nieuwe EU-landen, langs Polen via het noordelijke Estland tot in het zuidelijke Bulgarije en verder langs de nieuwe staten voortgekomen uit het oude Joegoslavië: langs Macedonië via Kosovo naar Montenegro.
Vanaf volgend seizoen begint Gilbert Druant met een voordrachtenreeks voor de afdelingen van vtbKultuur in heel Vlaanderen over dit onderwerp. ’t Periodiekske had vooraf een uitgebreid gesprek met hem.
– U bent erg actief in de regio ?
“Inderdaad, behalve voor Het Nieuwsblad schrijven was ik in Edegem sedert 1985 altijd wel ergens actief: als voorzitter en presentator van het Folklorefestival, even actief in de gemeentelijke cultuurraad en later acht jaar als voorzitter en organisator van de culturele kring “De Pelgrim”. Een aantal bekende BV kwamen naar Edegem spreken : Europees volksvertegenwoordiger Derk Jan Eppink, journalist en volksvertegenwoordiger Siegfried Bracke, Europees president Herman Van Rompuy, kerkjurist en politicus Rik Torfs en vele anderen. Te weinig medewerkers en te weinig publiek legden de culturele kring uiteindelijk stil.”
– Toen u vijftig werd – in 1998 – reisde u rond de wereld via Rusland, China, Japan, USA. Wat waren uw voornaamste bevindingen in al die landen ?
“Als China een komedie zou zijn, dan is Rusland een tragedie. De verwaarlozing kenmerkt dit enorme land ten voeten uit, zoals alle communistische landen hierdoor worden gekenmerkt. De staat zou voor alles zorgen, terwijl uiteindelijk niets verzorgd is : slecht gevoede en geklede mensen, foeilelijke zo niet bouwvallige bouwsels, norsheid alom, treurnis zat. Maar het openbaar vervoer werkt, zeker de Transsiberische spoorweg.
China is dan inderdaad een komedie : wat je daar op straat kan beleven, hoe heel China op een mierennest lijkt, steeds in beweging, overal lawaai. De Chinees eet alles, doet alles, ontziet niets en niemand. ‘Als China wakker wordt zal de aarde beven’, zou Napoleon hebben gezegd.
Amerika is dan weer het land van de service : in plaats A bestel je telefonisch en dagen op voorhand een treinticket van M naar Y en precies in M krijg je om half vier ’s nachts dat ticket ter hand gesteld, want daar wacht inderdaad je Amtraktrein.”
– Toen U zestig werd reisde u de grenzen van het nieuwe Europa en de oude Balkan af. Wat waren uw voornaamste bevindingen ?
“Deze landen behoorden al altijd tot Europa, ze waren enkel wat decennia van ons en wij van hen gescheiden door een IJzeren Gordijn. In zijn ondertitel heet mijn video hierover niet voor niets ‘op zoek naar schatten van mensen, op zoek naar dé schatten van dé mensen’.
Zoveel mooie steden, schattige kloosters en felle kastelen, prachtige landschappen die wij niet kennen en nu toch binnen auto- en treinbereik liggen. Veel mooie plekken die goed bewaard zijn, zij het verwaarloosd : tijdens het communisme hadden die landen geen geld om hun oude dingen af te breken en nieuw spul op te bouwen, terwijl wij, in de roes van de jaren zestig, bezeten waren van nieuwe en vierkante bouwsels en met genoegen veel ouds sloopten.”
– Invloed van het communisme in al die staten ?
“ Zeer verschillend, omdat elk land, elk volk op zijn manier aan het communisme weerstond, of aan een ander socialisme, zoals in de Balkanlanden. Wonderlijk is wel hoe al deze landen en vooral landjes nu de hand aan de ploeg slaan – voordien was eigen initiatief uit den boze – en hun huis, hun dorp, hun stad, hun fraaie verleden opnieuw opkalefateren, alles hun oude glans teruggeven. Een mooi voorbeeld hiervan is de heropbouw van de Frauenkirche in Dresden (ex DDR) : veertig jaar lang een puinhoop en in goed tien jaar met honderd miljoen euro privé giften uit haar asse heropgebouwd. Een husarenstuk !”
– Hoe staan deze nieuw Europeanen t.o.v. het Europese moederhuis ?
“Dubbel. Na de val van de Muur wilden zij zo snel mogelijk bij de Europese Unie, zeker de Polen waar ik een jaar verbleef (1993). Terug naar het moederhuis, vooral omwille van onze welstand, onze materiële rijkdom, onze sociale voorzieningen. Alleen beseffen zij veel te weinig dat deze dingen niet als manna in onze schoot zijn gevallen, maar dat wij honderd jaar aan onze sociale zekerheid hebben gebouwd.”
– Wat kwam u allemaal tegen op uw reizen ?
“Daarvoor moet je mijn reportage komen bekijken. Maar als je met je neus reist dan kom je allerhande onverwachts tegen, zoals bijv. concentratiekampen of oerbossen, dan wel uiterst norse grenswachters, zo niet alleraardigste Bosniërs … of het ludieke kerkhof van Sapanta …”
– Waren deze reizen duur ?
“ Ja en neen, ongeveer 9.000 euro, plus een camera met statief van 1.100 euro. Vooral veel diesel grijpt in je portemonnee. Wat betreft levensonderhoud heb ik op reis twee gewoontes : per dag eet ik maar twee keer, tussendoor wel meer fruit dan thuis, want overal lekker te verkrijgen, zeker in het zuiden. Twee : de ene dag ging ik eten, kwestie van ook de lokale keuken te proeven, de volgende dag brouwde ik zelf een potje in mijn camper.”
– Welke plekken in Europa zou u de lezer aanraden die maar veertien dagen tijd heeft om vakantie te nemen en zijn culturele horizon wenst te verruimen ?
“Het nieuwe staatje Montenegro, ‘top of the bill’ en het stadje Kotdor aldaar, het groene golvende noorden van Roemenië met zijn talloze kloosters, de stad Sarajevo, een mengelkroes zoals er geen tweede bestaat en de Slovaakse hoofdstad Bratislava (om niet altijd Praag te moeten aandoen) en daarom dus ook Vilnius, de hoofdstad van Litouwen, het stukje Hongaarse Donau langs Estergom afvaren, het Oberlandkanaal in de zomer afvaren, een enige ervaring over een 19de eeuws mechanisme, Kaliningrad (per boot/ dagtrip vanuit Polen mogelijk), om te aanschouwen hoe zowel west als oost een pracht van een stad tot op de grond hebben gelijkgemaakt, het meer van Ohrid en van daaruit door de bergketen van Mavrovo, doorheen Macendonië.
En begin maar met Berlijn, de ‘city of all cities”, zoveel keer boeiender dan onze versleten citytrips naar Parijs, Londen of Barcelona. En goed en goedkoop eten dat je daar kan, of is dat voor een Vlaming niet doorslaggevend ?
Vooral zou ik willen aanraden om alléén te reizen : dit geeft je de vrijheid om te rijden en te staan, te lopen en te gaan waarheen je wil. Bovendien alleen ben je zelden alleen : dan word je immers veel makkelijker aangesproken, krijg je sneller toegang tot … kortom : alle vertrouwen !”
– Welke reizen plant u nog in de toekomst ?
“Na deze twee grote tours wil ik het voormalige Joegoslavië nog eens extra overdoen, met meer tijd en dus met Servië erbij. Met als enige reisgezel – dan toch niet helemaal alleen – mijn vrouw Gert, die, behalve haar bezoek in Tallinn, vanaf Montenegro het laatste vierde mee toerde.
Immers, hebben wij de rijkdom van het geld, misschien, dan hebben al deze landen de rijkdom van de cultuur, beslist !”