Eind 2011 kondigde Staatsecretaris van Ambtenarenzaken Hendrik Bogaert (CD&V) aan dat voortaan de wet die federale topambtenaren verplicht tweetalig te zijn, zou worden uitgevoerd. Vandaag gaf hij ootmoedig toe dat ook deze Vlaamse belofte botst op een Franstalig afwijzingsfront. En dat hij ook deze keer daar noodgedwongen akte van neemt en zich erbij neerlegt.

Volgens de Copernicuswet uit 2002, gestemd door een toenmalige meerderheid van Vlamingen en Franstaligen, dienen alle topambtenaren tweetalig (NL / F) te zijn. De regeling maakte deel uit van een communautair akkoord. De Vlamingen verkregen de verplichte tweetaligheid, de Franstaligen bekwamen dat het niveau van de vereiste taalkennis aanzienlijk werd verlaagd voor álle ambtenaren.

‘Compromis à la Belge’

Zoals het in België zo dikwijls gaat met communautaire akkoorden, werd de Franstalige trofee realiteit maar werd hetgeen de Vlamingen binnenhaalden, gewoonweg nooit uitgevoerd. Steeds werd er door de regering een besluit uitgevaardigd waardoor de uitvoering van de verplichte tweetaligheid werd uitgesteld met zes maanden. Dit gebeurde nu al welgeteld 10 keer.

Communicatieproblemen tussen de topambtenaren en hun ondergeschikt personeel werden ‘opgelost’ door een ’taaladjunct’. Dat is iemand die wel tweetalig is en die in de plaats van de topambtenaar zijn medewerkers moet evalueren. De taaladjunct mag zelfs van buiten de dienst komen. Vandaag is het dus mogelijk dat een medewerker van de dienst Dierenwelzijn wordt geëvalueerd door een taaladjunct die werkt voor het ministerie van Financiën en nog nooit een konijn van dichtbij heeft gezien.De taaladjunct geniet een premie van 8.000 euro per jaar.

Belofte Bogaert in de vuilbak

Het laatste besluit dat in dit dossier werd uitgevaardigd door toenmalig Ambtenarenminister Inge Vervotte (CD&V), verviel echter eind 2011. Daarop kondigde staatssecretaris Hendrik Bogaert aan dat hij géén ‘blokkeringsbesluit’ meer zou uitvaardigen en de topambtenaren wel degelijk verplicht tweetalig zouden moeten zijn. CD&V zou er in de regering een breekpunt van maken.

Begin november jl. ondervraagd in de commissie Binnenlandse zaken , bekende Staatssecretaris Bogaert dat intussen verschillende topambtenaren werden benoemd zonder bewijs geleverd te hebben van hun tweetaligheid. De vraag van CD&V zou echter ‘blijven deel uitmaken van bespreking op regeringsniveau. Om het duidelijk te stellen neemt CD&V dus opnieuw gewoon akte van het Franstalig njet.

Bijna alle Franstalige partijen bejubelen de heilige Belgische eenheid. Diezelfde partijen zijn echter de grootste tegenstanders wanneer het er op aankomt om daar voor zichzelf ook eens de nodige gevolgen aan te verbinden. We leven toch niet meer in het negentiende-eeuwse België dat volledig gedomineerd werd door de franstaligen ? Moet de “ware Belg” niet drietalig (NL / F / D) zijn ? Als topambtenaren, bijna allemaal in het bezit van één of meerdere universitaire diploma’s, niet in staat zijn om de taal te spreken van de meerderheid van de bevolking, dan zijn het geen topambtenaren maar intellectuele nulliteiten. De wettelijke verplichting slaat slechts op een zeventigtal van de 84.000 federale ambtenaren. Allemaal “politiek geparachuteerden” in dienst van de PS van showman en premier Elio di Rupo ?