Atheïsten, vrijdenkers en andere mensen die sceptisch staan ten opzichte van godsdienst of van boven opgelegde dogma’s, lopen in een groot deel van de wereld kans te worden vervolgd of gediscrimineerd. In minstens zeven landen kunnen ze worden geëxecuteerd als hun overtuiging openbaar wordt gemaakt. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport in opdracht van de Internationale Humanistische en Ethische Unie (IHEU). Er blijkt onder meer uit dat “ongelovigen” in islamitische landen de grootste kans maken te worden mishandeld door de overheid of aanhangers van de officiële staatsreligie. In het rapport wordt ook gewezen op de situatie in de Verenigde Staten van Amerika en sommige Europese landen, waar overheidsbeleid voordelig uitpakt voor religieuze groeperingen en hun organisaties, terwijl atheïsten en humanisten er als buitenstaanders worden behandeld. Vrouwen Er zijn volgens de onderzoekers “wetten die het bestaansrecht van atheïsten ontkennen, hun vrijheid van overtuiging en meningsuiting belemmeren, hun recht op staatsburgerschap afnemen en hun recht om te trouwen beperken”.
In Afghanistan, Iran, de Maldiven, Mauritanië, Pakistan, Saoedi-Arabië en Soedan kunnen atheïsten de doodstraf krijgen. Er is in die landen ook geen enkele christelijke kerk te vinden. Vrouwen hebben er ook weinig of bijna geen rechten. In Saoedi-Arabië mogen vrouwen zelfs niet aan het stuur van een auto zitten. Bescherming Het rapport, “Freedom of Thougt 2012” (Vrijheid van denken), werd verwelkomd door Heiner Bielefeldt, speciale rapporteur van de Verenigde Naties op het gebied van vrijheid van religie of overtuiging. Volgens hem is er onvoldoende besef dat ook atheïsten bescherming genieten op grond van internationale mensenrechten-verdragen. De IHEU, een organisatie waarin ruim 120 humanistische, atheïstische en seculiere organisaties uit ruim 40 landen zijn verenigd, presenteerde het rapport op de VN-Mensenrechtendag.