Deze dagen staat de christelijke arbeidersbeweging in het “oog van de storm”. Beschuldigingen over het al dan niet ontduiken van belastingen met fiscale constructies vliegen over en weer.
In een vorige bijdrage hadden we het al over volksvertegenwoordiger Theo Franken die de beide grote vakbonden ACV en ABVV beschuldigde van belastingsfraude.

We brengen hier integraal een aantal artikels van het weekblad Trends – www.trends.be over een fiscale constructie door het ACW. De lezer kan zelf zijn mening bepalen over een zaak die heel waarschijnlijk in de toekomst nog wat naschokken zal krijgen.

Het ACW is de koepelstructuur van verschillende christelijke sociale organisties
Het ACW is de koepelstructuur van verschillende christelijke sociale organisties

 

De belastingkronkels van het ACW

Door Johan Van Overtveldt  – www.trends.be – donderdag 14 februari 2013 om 11u48.

De saga van de winstbewijzen van het ACW in Belfius Bank stond de jongste weken volop in de actualiteit. Het ACW en haar Waalse evenknie MOC kwamen immers tot een deal met staatsbank Belfius waarbij deze laatste de winstbewijzen voor 110 miljoen euro afkoopt. Naast deze verkoop brachten de winstbewijzen over de periode 2003-11 reeds ruim 100 miljoen euro aan dividenden op. Via een doordachte fiscale constructie kon het ACW de belastingen op de ontvangen dividenden beperken tot … 58 000 euro. Een gewone vzw of een individu zou op een dergelijke dividendenstroom 25 miljoen euro aan roerende voorheffing betaald hebben. Bovendien rijst de vraag of een gedeelte van de belastingvermindering, namelijk a rato van 6,9 miljoen, niet onrechtmatig verworven werd. Een reconstructie. 

Op 19 december 2000 wordt door de christelijke werknemerszuil ACW de CVBA Sociaal Engagement opgericht. CVBA staat voor coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (en met een sociaal oogmerk, aldus de notariële acte). ACW zelf bezit als feitelijke vereniging 6198 van de 6200 aandelen van Sociaal Engagement. De twee overige aandelen komen in handen van Jan Renders, van 2002 tot 2010 de voorzitter van het ACW en Marc Vandenberghe, een trouwe dienaar van de ACW-idealen.

De CVBA Sociaal Engagement krijgt, volkomen parallel met de moedervereniging, als gevleugelde doelstelling mee “een samenleving te realiseren waarin iedereen, solidair en gelijkwaardig, kan genieten van de fundamentele politieke, sociale, economische en culturele rechten, te streven naar een emancipatie van de werknemersbevolking en bijzondere aandacht te schenken aan de zwaksten en de meest achtergestelden in de samenleving”. Net als het ACW wordt ook Sociaal Engagement gehuisvest op het adres Haachtsesteenweg 579, 1030 Brussel.

Twee dagen later, namelijk op 21 december 2000, wordt voor dezelfde notaris, nl. de in Brussel gevestigde Eric Spruyt, het proces-verbaal verleden van de buitengewone algemene vergadering van een andere CVBA, namelijk BACOB. De origine van BACOB gaat terug tot 1924 toen binnen de christelijke werknemersbeweging de BAC (Belgische Arbeiderscoöperatie) wordt opgericht. BAC/BACOB doorloopt dan een aantal wijzigingen die er uiteindelijk toe leiden dat BACOB zowel als de ACW-verzekeringsgroep DVV in 1997 ondergebracht worden bij de Artesia Banking Group, grotendeels in handen van die andere ACW-maatschappij Arcofin.

De vijfde beslissing genomen op de buitengewone algemene vergadering van BACOB luidt dat per 31 december 2000 wordt overgegaan tot de creatie van 300 000 winstbewijzen “ten voordele van het ACW, de koepel van de christelijke werkgeversorganisatie / MOC (Mouvement Ouvrier Chrétien)”. Deze uitgifte gebeurt “ter vergoeding voor de positieve winstbijdrage van de houders van de winstbewijzen”. Nog steeds volgens die vijfde beslissing van de buitengewone algemene vergadering van BACOB “geven de winstbewijzen recht op een preferent dividend … Het totale dividend per boekjaar dat aan alle winstbewijzen gezamenlijk kan toegekend worden kan nooit hoger zijn dan 40% van de beschikbare nettowinst …”.

Binnen de ACW-koepel wordt vervolgens beslist om de winstbewijzen in BACOB onder te brengen bij de CVBA Sociaal Engagement die dus twee dagen voor de uitgifte van de winstbewijzen was opgericht. Het gaat dan om 264 000 winstbewijzen, de overige 36 000 zitten bij de Waalse broeders van het MOC die trouwens een parallelle CVBA met als naam Mouvement Social oprichten. Aan deze winstbewijzen wordt in de balans van de CVBA Sociaal Engagement geen waarde toegekend. In alle volgende gepubliceerde jaarverslagen wordt telkens expliciet opgenomen dat de winstbewijzen “geen aanschaffingswaarde hebben … niet verkocht kunnen worden … en evenmin een verkoopwaarde hebben”. Het zijn nota bene deze winstbewijzen die Belfius als staatsbank eind januari heeft ingekocht voor het ronde bedrag van 110 miljoen euro, waarvan 97 miljoen euro voor Sociaal Engagement en een 13 miljoen euro voor de Waalse tegenhanger Mouvement Social.

In de loop van 2002 fuseert de BACOB-Artesia-groep met Dexia. De winstbewijzen horend aan CVBA Sociaal Engagement worden vernieuwd en geven nu recht op een preferent dividend van Dexia Bank België. Tussen 2003 en 2011 ontvangt Sociaal Engagement alzo voor, afgerond, 102 miljoen euro aan dividenden, voornamelijk van Dexia Bank België (in veel mindere mate ook van DVV Verzekeringen). Als CVBA kan Sociaal Engagement alvast de roerende voorheffing verschuldigd op de uitgekeerde dividenden verrekenen in de vennootschapsbelasting. Dit levert op zich reeds een belangrijk belastingvoordeel op maar het regime van de DBI (definitief belaste inkomsten) biedt mogelijkheden tot een nog lagere belastingdruk. De DBI is in het leven geroepen om in bepaalde gevallen dubbele belasting van vennootschapswinsten te voorkomen. De DBI-aftrek voorziet dat men 95% van het bedrag aan ontvangen dividenden mag aftrekken van de belastbare basis van de vennootschap die de dividenden ontvangt.

Aan het gebruik van de DBI-aftrek zijn echter wettelijke voorwaarden verbonden. De vennootschap die de DBI-aftrek wil toepassen, moet aan één van de twee volgende voorwaarden voldoen. Ofwel moet zij aandelen aanhouden van de uitkerende vennootschap met een aanschaffingswaarde van minstens 1,2 miljoen euro (ondertussen opgetrokken naar 2,5 miljoen euro), ofwel moeten die aandelen minstens 10% van het kapitaal of van de stemrechten vertegenwoordigen.

Aangezien de winstbewijzen die Sociaal Engagement bezit naar eigen zeggen “geen aanschaffingswaarde of verkoopwaarde” hebben en evenmin kapitaal of stemrechten vertegenwoordigen, kunnen deze niet in aanmerking worden genomen voor de drempel van 1,2 miljoen euro, evenmin voor de drempel van 10%. Teneinde toch voor DBI-aftrek in aanmerking te komen, koopt Sociaal Engagement, zo staat expliciet te lezen in het jaarverslag over 2004, in de loop van 2003 106 000 aandelen Dexia NV (de holding) met een aanschaffingswaarde van 1 240 391 euro, dus net boven de fiscale minimumdrempel van 1,2 miljoen euro. Aan de eerste van de twee hierboven vermelde voorwaarden lijkt alzo voldaan en het vermeende recht op DBI-aftrek levert over de periode 2003-11 aan Sociaal Engagement een extra fiscaal voordeel op van afgerond 6,9 miljoen euro (zie bijgaande tabel).

Het gevolg is dat Sociaal Engagement door de net beschreven set-up een fiscaal bijzonder “interessant” vehikel geworden is. De cijfers over de periode 2003-11 illustreren dit treffend (zie bijgaande tabel). De ruim 102 miljoen euro aan ontvangen dividenden gebruikt Sociaal Engagement voornamelijk om de lonen van ACW-personeelsleden te betalen (namelijk a rato van 8,2 miljoen euro in het boekjaar 2011 alleen). Na aftrek van onder meer deze personeelslasten blijft er uiteindelijk, voor het geheel van de periode 2003-11, een belastbare basis van afgerond 20 miljoen euro over waarop de dochtervennootschap van het ACW … 58 017 euro aan vennootschapsbelasting betaalt. De gemiddelde belastingdruk waaraan Sociaal Engagement onderhevig is over het geheel van die negen jaar beloopt alzo minder dan 0,3%. De inhaligheid waarvan bepaalde grote multinationals de jongste maanden hieromtrent in het nieuws beschuldigd werden, verbleekt bij deze fiscale spitsvondigheid vanwege het ACW.

Maar met dit alles is de kous nog niet af want bij nader toezien blijkt Sociaal Engagement volgens de bestaande wetgeving en rechtsleer daarrond geen recht te hebben op de DBI-aftrek. De participatie van iets meer dan 1,2 miljoen euro die Sociaal Engagement nam is immers in Dexia NV, de holdingmaatschappij, en niet in Belfius NV of voorheen Dexia Bank België NV. Met andere woorden, Sociaal Engagement kan zich enkel op DBI-aftrek beroepen voor de bescheiden dividenden die ze van de holding Dexia NV verkrijgt, maar niet voor de royale dividenduitkeringen van meer dan 100 miljoen euro die ze op basis van de winstbewijzen in Dexia Bank België NV krijgt. Misleidend is eveneens dat het jaarverslag van CVBA Sociaal Engagement ieder jaar een participatie van 82% in Dexia Bank België vermeldt en daardoor de indruk wekt aan de 10% participatiedrempel voor de DBI-aftrek ruimschoots voldaan zou zijn.

Het argument dat Dexia NV de moedermaatschappij is van Dexia Bank België doet hier totaal niet terzake. Zoals reeds aangegeven zijn de huidige wetgeving en rechtsleer in dit verband ondubbelzinnig. Om van de DBI-aftrek te kunnen genieten moet het om een rechtstreekse relatie gaan en niet één via een moederholding.

De conclusie van deze saga is dubbel. Ten eerste poogde het ACW duidelijk heel intentioneel tot een constructie te komen waarbij via een handig gebruik van het mechanisme van de DBI-aftrek nagenoeg volledig ontkomen werd aan het betalen van belastingen op de dividenden uitgekeerd op de winstbewijzen. De vraag rijst hier welk moreel recht het ACW, en dus ook het ACV, nog heeft om van leer te trekken tegen ondernemingen die aan fiscale optimalisatie doen. Bovendien beging het ACW een kapitale fout door in de jaarrekening van Sociaal Engagement op verschillende manieren de schijn te wekken dat de voorwaarden voor de DBI-aftrek vervuld zouden zijn. De vraag rijst dus zeer nadrukkelijk of dit alles nog te vatten is onder de noemer van de belastingontwijking.

Aan het ACW werd in het kader van bovengaande analyse de volgende vraag voorgelegd (per mail en met telefonische bevestiging): “De CVBA Sociaal Engagement (nagenoeg 100% dochter van ACW) ontving over de periode 2003-11 in totaal voor afgerond 102 miljoen dividenden. Over dezelfde periode werd in totaal voor afgerond 58 000 euro aan vennootschapsbelasting betaald. Kan u mij toelichten hoe dergelijk laag belastingpercentage tot stand kwam?”. Ondanks herhaaldelijk aandringen, per mail en per telefoon, kwam daar nog geen antwoord op.

Sociaal Engagement (in euro)

Jaar Ontvangen dividenden op winstbewijzen Belastbare winst Betaalde vennootschapsbelasting Verschuldigde vennootschapsbelasting zonder DBI-aftrek
2003 10.268.000,00 1.412.000,00 16.000,00 479.938,80
2004 10.684.000,00 2.501.000,00 17.000,00 850.089,90
2005 11.004.313,00 2.934.772,00 16.922,00 997.529,00
2006 11.592.274,00 2.999.889,00 8.095,00 1.019.662,27
2007 11.914.537,00 3.148.282,00 0,00 1.070.101,05
2008 12.023.776,00 2.177.567,00 0,00 740.155,02
2009 5.690.338,00 -4.164.825,00 0,00 0,00
2010 12.053.726,00 2.781.776,00 0,00 0,00
2011 17.057.694,00 6.548.108,00 0,00 1.755.603,55
Totaal 102.288.658,00 20.338.569,00 58.017,00 6.913.079,60

 

Geld euro's

ACW-topman Develtere ontkent fraude

donderdag 14 februari 2013 om 18u58 – www.trends.be

ACW-topman Patrick Develtere ontkent de beschuldigingen van fraude door de N-VA met klem.

Hij benadrukt dat de fiscus geen problemen had met het gebruik van de DBI-aftrek, de belastingsaftrek die volgens de Vlaams-nationalisten slechts kon worden toegepast door schriftvervalsing. Ook van belastingontwijking is geen sprake, zei Develtere in Vandaag op Radio 1.

N-VA nam het ACW in het vizier. Volgens de partij bezondigde de christelijke arbeidersbeweging zich aan fraude en schriftvervalsing, waardoor nauwelijks belastingen verschuldigd waren op de dividenden uit de winstbewijzen van Belfius. Zwaarste aantijging is schriftvervalsing in de jaarrekening om de DBI-aftrek (definitief belaste inkomsten) te kunnen genieten.

Maar Develtere ontkent met klem. “Wij hadden perfect recht op die DBI. Bij fiscale controles in 2003, 2006 en 2009 heeft de belastingdienst gezegd dat we perfect legaal gefunctioneerd hebben”, onderstreept hij.

Wel degelijk belastingen betaald

Bovendien zijn er wel degelijk belastingen betaald, vervolgt de ACW-topman. “Dit is geen systeem dat belastingvrij was. De winsten werden vooraf belast, op het niveau van de uitkeerder van die dividenden, dus Dexiabank en de Volksverzekering.”

Develtere merkt ook op dat de DBI vanuit de verzekeraar volstond “om de belastbare basis te coveren”. Dat is belangrijk, want komt tot de kern van de zaak. Een voorwaarde om de DBI-aftrek te mogen toepassen, is immers minstens een participatie van 10 procent of ter waarde van 1,2 miljoen euro. “Wij participeerden rechtstreeks in de verzekeraar”, aldus Develtere.

Tot slot merkte Develtere nog op dat het “toch opvalt” dat “een dossier uit het verleden” nu opduikt, “net op het moment dat we een antwoord vonden op de kwestie van de winstbewijzen en de vraag om een puur commerciële relatie uit te bouwen met de bank”. (Belga/TE)

Geld 100 dollar

N-VA eist parlementaire onderzoekscommissie naar ‘fiscale fraude’ ACW

donderdag 14 februari 2013 om 15u53 – www.trends.be

N-VA verwijt het ACW ‘fiscale fraude’ en eist een parlementaire onderzoekscommissie. Komt die er niet, dan stapt de partij naar de rechtbank.

De winstbewijzen destijds van BACOB, toen Dexia Bank België en uiteindelijk BelfiusBank die de christelijke arbeidersbeweging ACW tot voor kort in handen had, doen opnieuw stof opwaaien.

Centraal in het verhaal staat ‘Sociaal Engagement’, de cvba die door het ACW werd opgericht enkele dagen voor het de winstbewijzen van het toenmalige BACOB in handen kreeg. Voor die winstbewijzen ontving het ACW tussen 2003 en 2011 ruim 102 miljoen euro dividenden, waar het nauwelijks belastingen op betaalde.

Strafbare feiten

Volgens N-VA gebeurde dat niet allemaal even koosjer. Op basis van onderzoek door haar studiedienst en Kamerlid Peter Dedecker, verwijt de partij het ACW belastingontwijking, misbruik van vennootschapsgoederen, fiscale fraude door schriftvervalsing en belangenvermenging. “Ook strafbare feiten dus.”

Concreet zou het ACW zich van bij de start bezondigd hebben aan belastingontwijking, door van Sociaal Engagement geen vzw maar een cvba te maken. Nochtans blijkt uit de statuten volgens N-VA duidelijk het sociale oogmerk, wat een vzw beter gepast zou maken. Door de keuze voor een cvba was de vennootschap echter geen 25 miljoen, maar slechts 7 miljoen euro belastingen verschuldigd, verklaart Dedecker de keuze.

Op zich geen strafbaar feit dus, maar volgens het Kamerlid wel “verwerpelijk”. “Met welk moreel gezag kapittelt het ACW dergelijke praktijken bij grote multinationals, als het zelf met de vingers in de vetpot zit”, sneerde Dedecker. Bovendien bezondigde het ACW zich volgens hem ook minstens aan een “grove boekhoudkundige fout” door de winstbewijzen nergens in de boekhouding te waarderen. “Zo ontweek Sociaal Engagement, en dus het ACW, opnieuw 37 miljoen euro”, klinkt het.

Diefstal van geld van Arco-coöperanten

Maar daar stopt het verhaal niet. Dat het ACW de winstbewijzen parkeerde bij Sociaal Engagement, en dus niet bij Arco, is volgens N-VA misbruik van vennootschapsgoederen en dus wel strafbaar. De winstbewijzen golden immers als vergoeding voor het aangebrachte cliënteel bij BACOB, “maar hoe kan een vennootschap die slechts twee dagen bestaat plots zoveel klanten hebben aangebracht”, werpt Dedecker op.

Volgens hem gaat het om zuivere “diefstal” van het geld van de Arco-coöperanten, die na de vereffening nog steeds op hun centen wachten.

Schriftvervalsing

De zwaarste aantijging draait rond de DBI-aftrek (definitief belaste inkomen), een belastingaftrek die moet voorkomen dat bedrijven dubbele belastingen betalen. Dankzij dat systeem kon Sociaal Engagement tussen 2003 en 2011 zo’n 6,9 miljoen euro aftrekken, waardoor uiteindelijk slechts 58.017 euro belastingen verschuldigd was.

Volgens de N-VA had Sociaal Engagement echter helemaal geen recht op die aftrek. Voorwaarde is immers een participatie van minstens tien procent in de vennootschap die het dividend uitkeert, of een minimum van 1,2 miljoen euro aandelen.

Niet alleen voldeed de cvba volgens N-VA niet aan die voorwaarden, ze zou ook schriftvervalsing gepleegd hebben om “de schijn te wekken” dat dit wel zo was. Zo zou in de jaarrekening een participatie van 82 procent in Dexia Bank België vernoemd worden. “Valsheid in de jaarrekening dus, een bijzondere vorm van valsheid in geschriften.”

Dubieuze controle

Vraag is dan waarom de revisoren van die jaarrekening nooit alarm sloegen. In een eerste reactie benadrukte het ACW immers al dat het eind 2009 en medio 2011 fiscale controle kreeg.

Dedecker wil niemand met de vinger wijzen, maar stelt vast dat het ACW voor het merendeel van zijn organisaties grote revisorenkantoren inschakelt, terwijl dat voor Sociaal Engagement niet zo is. “Daarvoor kiest men een klein kantoortje van twee mensen”, merkt hij fijntjes op. Het zou gaan om het kantoor Berckmoes-Langendries & Partners.

Belangenvermenging

Tot slot hekelt N-VA nog de belangenvermenging in het “doorsluizen van geld van Dexia Bank België naar Sociaal Engagement, waar vooral de eigen coöperanten de dupe van werden”. Toen Dexia Holding in zwaar weer kwam, leende ACW-financieringsvehikel Arco immers geld bij DBB voor een kapitaalsverhoging van de holding. DBB haalde opbrengsten uit die lening, die dan via de winstbewijzen deels bij Sociaal Engagement terechtkwam. “Manifeste belangenvermenging dus.”

N-VA is alvast niet van plan het hierbij te laten. Met het eigen dossier in handen, zal het volgende donderdag in de Kamer “nog een laatste keer” vragen om de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie naar de afwikkeling van het Dexia-dossier.

Rechtbank

“Blijft de meerderheid weigeren, dan stappen we naar de rechter”, waarschuwde fractieleider Jan Jambon. “Ook bij ons zitten genoeg Arco-gedupeerden die daarvoor een belang kunnen aantonen.” De partij zegt alvast stevig in de schoenen te staan, omdat ze het dossier eerst aan “minstens vijf topfiscalisten” heeft voorgelegd.(Belga/TE)

gerecht

‘N-VA moet meteen naar rechtbank stappen in ACW-zaak’

donderdag 14 februari 2013 om 18u13

“Als N-VA aanwijzingen heeft dat het ACW fraude of andere strafbare feiten pleegde, dan moet de rechtbank zich daarover buigen”, vinden de Vlaamse meerderheidspartijen uit de federale regering.

N-VA beschuldigt de christelijke arbeidersbeweging ACW van ‘fiscale fraude’ met de winstbewijzen van Belfius die ze tot voor kort in handen had. De partij spreekt van schriftvervalsing, belangenvermenging en misbruik van vennootschapsgoederen.

De Vlaams-nationalisten eisen een parlementaire onderzoekscommissie, maar daar lijken de meerderheidspartijen niet toe geneigd.

“Als men aanwijzingen heeft dat het ACW strafbare feiten heeft gepleegd, moet men daarmee naar de rechtbank stappen”, stelt de CD&V-Kamerfractie bij monde van woordvoerder Marc Paredis.

Open Vld en sp.a zitten op dezelfde lijn. “Wie weet van strafbare feiten moet die aan rechter voorleggen. ‘Waarom wachten op reactie meerderheid?’, tweette ook liberaal fractieleider Patrick Dewael.

En ook zijn sp.a-collega Karin Temmerman ziet niet in hoe een onderzoekscommissie het beste instrument zou zijn om mogelijke fraude te onderzoeken. 

(Belga/TE)