De tijd dat de gemiddelde landgenoot zich kalm hield als hij al wist dat de politie in de buurt was, is al lang voorbij. En de tijd dat de gemiddelde jongere (minderjarige) zich extra koest hield als er gedreigd werd de politie erbij te halen als hij/zij wat “kattekwaad” had uitgestoken is al enkele lichtjaren voorbij.
“De politie wordt niet langer gedoogd. Die jongeren worden al woest als ze een uniform zien. Zelfs de brandweer en de ambulance zijn niet meer welkom. Jonge delinquenten strijden er tegen alles wat de maatschappij vertegenwoordigt. Dat staat niet in de krant, maar het gebeurt elke week” aldus de getuigenis van een politieagent eind 2008 in het weekblad P-Magazine.
Situatie verslechterd
Een goede vier jaar later is de situatie er niet op vooruit gegaan. Eerder het tegendeel. Nooit eerder was in dit land sprake van zoveel geweld gepleegd tegenover politiemensen, hun familie en hun eigendommen.
Uit een onderzoek van het Comité P dat einde 2012 uitlekte, blijkt dat in de zes Brusselse politiezones meer dan de helft van de agenten meer dan eens per jaar wordt geconfronteerd met zware agressie. Bij meer dan 10 % van de wetsdienaars is dat zelfs maandelijks het geval. Het geweld speelt zich niet meer alleen af tijdens de diensturen van de betrokken agent, het heeft zich ook verplaatst naar het privéleven van de agenten. Hun familieleden en hun eigendommen (woning, auto) worden ook bedreigd door de criminelen. Daarom hebben zo’n veertig procent van de agenten maatregelen genomen om de eigen veiligheid en deze van hun verwanten te waarborgen.
Echte bananenrepubliek
Een rondvraag van de politievakbond VSOA (Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt) bij de lokale politiezones geeft eenzelfde, verontrustende beeld. Alleen al in de politiezone Brussel Hoofdstad/ Elsene waren de gevallen van agressie tegen agenten goed voor 2.586 dagen arbeidsongeschiktheid. In de zone Brussel West ging het om 1.987 dagen. De zone Evere/ Schaarbeek/ Sint-Joost-ten-Noode klokte af op 605 dagen werkverlet. Het gaat hier voor alle duidelijkheid om onvolledige cijfers. De toestand is dus nog ernstiger. Juiste cijfers zijn in dit land namelijk niet voorhanden, zo werd bevestigd door het kabinet van minister van Binnenlandse zaken Joëlle Milquet (“Madame NON”).
De aankondiging dat werk zal worden gemaakt van een centrale databank, wat in iedere moderne westerse staat al lang bestaat, bevestigt alleen maar dat België ook op dit vlak niet met zijn tijd mee is en het niveau van een “bananenrepubliek” niet overstijgt.
Onvoldoende aantal gevangenissen
Ondanks het ontbreken van degelijke statistieken weten we al meer dan 10 jaar dat het met de agressie tegenover de politie sterk de verkeerde kant opgaat. Dit weet ook de politieke klasse maar al te goed. “Er gaat geen dag voorbij zonder dat een politieagent het slachtoffer wordt van agressie tijdens de uitoefening van zijn job” aldus voormalig minister van Binnenlandse zaken Annemie Turtelboom op een toespraak voor de Europese Politievakbonden meer dan twee jaar geleden. Maar de zonen en dochters van de politieke klasse vinden we meestal niet terug in het personeelsbestand van de politiekorpsen.
Afdoende maatregelen om het geweld tegen politiefunctionarissen te verminderen blijven tot op heden vrijwel uit.
In een typische vlaag van Belgische steekvlampolitiek werden de straffen voor geweld tegen politiemensen wel verdubbeld, maar in de praktijk blijft deze maatregel dode letter; Strengere straffen hebben immers geen afschrikwekkend effect wanneer ze – wegens overbelaste parketten, een achterhaald en ondoeltreffend jeugdrecht en een chronisch plaatsgebrek in de gevangenissen en jeugdinstellingen – niet worden uitgevoerd en dus dode letter blijven.
Straffeloosheid stoppen
Zolang er geen einde komt aan de bestaande straffeloosheid, zullen (potentiële) geweldenaars worden gesterkt in hun overtuiging dat ze maar weinig riskeren en zal er geen einde komen aan het steeds toenemende geweld tegen politieagenten. De verantwoordelijkheid van de Belgische politieke klasse is hierin verpletterend. In onze buurlanden Frankrijk, Duitsland of Nederland moet men het niet proberen wat hier allemaal mogelijk is. Daar maakt men onmiddellijk kennis met snelrechtprocedures en met de binnenzijde van de gevangenis.
Het is ook overbodig te zeggen dat een groot aantal van deze geweldenaars tegen de politiemensen, bestaat uit mensen met een exotische familienaam en in het bezit van een vreemd paspoort. Zij maken ook de meerderheid uit in onze gevangenissen. Hierover zullen we niet verder ingaan, of we krijgen weer het verwijt een populist, racist, fascist, neo-nazi, enz … te zijn.
In Nederland krijgen slachtoffers van gewelddaden een betere begeleiding dan hier. De daders worden ook effectief gestraft. Het is hoog tijd voor een “lik-op-stuk-beleid”, wat betekent meer snelrecht en een modern jeugdsanctierecht. Hiervoor moeten er dringend extra plaatsen bijkomen in jeugdinstellingen en gevangenissen.
Alleen een doeltreffende aanpak, met snelle en efficiënte bestraffingen, kan het tij doen keren en beletten dat “de wet van de jungle” het in onze steden en gemeenten voor het zeggen heeft.