Jaak OomsHove heeft niet alleen iets met journalisten en schrijvers, ook met mensen uit de muzikale wereld. In onze gemeente wonen en woonden klinkende namen uit de muzikale ontspanningswereld als Bart Peeters, Jan Leyers, Hugo Matthijsen, Mira Bertels, Hilde Rens (Yasmine).

Een naam die we niet mogen vergeten is deze van Jack Ooms uit de Bloemenwijk. Jack Ooms (62 j.) was jarenlang verbonden als violist aan de Pilharmonie van Antwerpen. In Hove was hij jarenlang actief bij het Hoofs Kwartet en hij zat ook jarenlang in de Hovese cultuurraad. Wat weinigen weten is dat Jack Ooms al 17 jaar lang aan het hoofd staat van de ‘Koninklijke Harmonie Katholieke Jonge Wacht’ van Larum, een kerkdorp van de Kempische stad Geel.

 

Wat geschiedenis

Hovenaar Jack Ooms leidt  harmonie-orkest  in Geel
Hovenaar Jack Ooms leidt harmonie-orkest in Geel

De naam Koninklijke Jonge Wacht van Larum was oorspronkelijk een zangvereniging opgericht in 1908. Reeds in 1911 werd besloten om de vereniging om te vormen tot een fanfare met van in het begin niet minder dan 45 leden. Het uitbreken van de Eerste wereldoorlog deed de prille vereniging geen goed.

Haar voornaamste taken waren de verschillende Larumse gebeurtenissen op te luisteren en voornamelijk het muzikaal verzorgen van de jaarlijkse sacramentsprocessie.

Van 1940 tot 1945 werd alle bedrijvigheid gestopt en na de oorlog volgde een bijna even duistere periode.

Het jaar 1955 bracht nieuw leven. Renaat Van Tendeloo, directeur van de muziekschool van Geel en dynamisch leider van verschillende Kempische muziekverenigingen, nam ook in Larum de dirigeerstok ter hand. De resultaten waren dadelijk merkbaar en de vereniging bloeide op.

Eind 1959 nam Frans Smets de leiding op zich en hij bouwde de fanfare om tot een harmonie. In 1969 startte hij met een jaarlijks lenteconcert dat vanaf 1970 plaatsgreep in de Geelse stadsfeestzaal.

In 1973 werd de harmonie uitgerust met uniformen en in 1974 deed een piekfijn uitgerust trommelkorps zijn intrede.

Met zijn ondervinding uit de opera begon Frans Smets concerten te spelen met zangers-, solisten en koren. Het grootste succes boekte de harmonie in 1973 met Een avond in Wenen met Robert Stolz” waarvoor de Geelse stedelijke feestzaal drie maal volledig volliep.

In 1985 nam Dolf Van Herp, toen nog hoboist, de leiding over van zijn dorpsgenoot. Met hem waaide er een frisse wind door de harmonie. Hij bezat de gave om van de concerten telkens iets aparts te maken, zoals optredens van dansgroepen, ballet, solisten op viool, piano en orgel. Met de oprichting van cultureel centrum “De Werft” in 1994 werd er voortaan in Geel gemusiceerd in een echte concertzaal.

In 1995 gaf Dolf Van Herp zijn dirigeerstokje over aan zijn collega en vriend Jack Ooms, onze Hovese dorpsgenoot. Hij is reeds 17 jaar muzikaal actief bezig in de Kempen. Op de jaarlijkse concerten van de Harmonie KKJW uit Larum brengt hij zoveel mogelijk muziekgenres aan bod. Ondertussen is de vereniging uitgebouwd tot een harmonieorkest, een Oberbayerngroep en een Jeugdorkest. Allemaal de verdiensten van Jack Ooms die gemiddeld twee maal per week van Hove naar Geel trekt.

 

Jack Ooms lanceert de Cantate “Larum” van Raf Belmans

In 1983 bracht de harmonie van Larum een “Kempisch Concert” ten gehore. Hierbij werden uitsluitend werken uitgevoerd van Vlaamse componisten. De toondichters Armand Preud’homme, Jozef Verhaegen en Raf Belmans waren persoonlijk aanwezig alsook de bekende Geelse tekstschrijver dr. Alois Verwaest. In zijn geestdrift met zoveel succes beloofde Raf Belmans aan toenmalig dirigent Frans Smets om speciaal voor de Larumse harmonie een muziekstuk te schrijven.

De molen van Larum
De molen van Larum

In 1984 was de cantate “Larum” klaar en werd ze door Raf Belmans aan Frans Smets overhandigd. Maar er was een probleem : Frans Smets ging in 1995 met pensioen en werd opgevolgd door dirigent Dolf Vanherp. Deze zag het niet meteen zitten om de slecht leesbare partituur te analyseren en te bewerken. Doordat er ook niet dadelijk een vier-stemmig zangkoor werd bereid gevonden om de moeilijke koorpartijen in te studeren, verdween de cantate tot grote spijt van vele Larumnaren, voor vele jaren onder het stof …

Dolf Vanherp werd later opgevolgd door onze Hovenaar Jack Ooms en deze ging, met zijn jarenlange ervaring om bewerkingen te maken, de uitdaging aan om ter gelegenheid van het eeuwfeestjaar 2008 van de Larumse harmonie, de cantate te bewerken en uit te voeren.

“Toen ik in 2008 voor de eerste maal de originele partijen van de cantate overhandigd kreeg, beschikte ik over mooie geschreven koorliederen met leesbare teksten en daarbij een bijna onleesbare partituur voor harmonieorkest. Het was voor mij dan ook niet verwonderlijk dat mijn voorgangers – dirigenten – alsook geen enkel andere musicus uit Geel-Larum de moed hadden om deze partituur soms maat per maat, noot per noot, woord per woord, te ontcijferen en herbewerken voor een modern harmonieorkest.

Door deze intense speurtocht naar de bedoelingen van Raf Belmans, neergeschreven op grote vellen muziekpartituur, leerde ik een mens kennen met zeer vele emoties, beminnelijkheid en dorpsgevoelens. In de muziek leer je soms de “echte” mens kennen.

Het is voor mij een zeer grote eer om een droom van een Kempisch componist te laten uitkomen, weliswaar jammer na zijn dood. Daarom ook is de cantate ”Larum” een uniek stuk in onze Vlaamse muzikale geschiedenis, dat nergens anders bestaat.

Geen enkel componist heeft zoveel hulde gebracht op muzikaal vlak aan “zijn” dorp, waar hij woonde en vertoefde, het kleine dorpje met zijn kerk en molen, met zijn inwoners allerhande, met zijn uitbundigheid en droefenis, met zijn typisch Kempisch karakter.

De wens van een componist is uitgekomen. 3 jaar voorbereiding heeft vruchten afgeworpen” aldus Hovenaar Jack Ooms.

De cantate “Larum” kreeg in 2012 de ‘Cultuurprijs’ en ‘Prijs van het publiek’ van de stad Geel.

 

Wie was Raf Belmans (1920-1999) ?

Raf Belmans
Raf Belmans

Raf Belmans werd op 17 december 1920 in Geel geboren. Hij was van Larum waar hij deel uitmaakte van een groot gezin van tien kinderen. Hij voelde zich van kindsbeen af geroepen door de muziek, waar zijn natuurtalent hem naartoe dreef. Hij was pas acht jaar toen hij al, zeer degelijk met het orgel van de Geelse Sint-Dimpnakerk overweg kon. Zijn theoretische kennis van de notenleer deed hij op in de privé-muziekschool van De Brabander. Toen hij tien jaar oud was, schreef hij voor zijn overleden broer een cantilene voor viool en piano. Sedert die dag heeft hij het componeren nooit meer losgelaten. Zijn vader zag hem liever voor onderwijzer studeren, doch voor Raf was de keuze snel gemaakt. Na zijn studietijd aan het college schreef hij zich in aan het Conservatorium van Antwerpen, waar hij o.m. les kreeg van Karel Candael, Walter Weyler, Eduard Verheyen en Lodewijk De Vocht. Hij behaalde er de eerste prijs voor notenleer, klavier, harmonie, contrapunt, fuga en kamermuziek. In die tijd won hij ook de compositieprijs “De Vleeshouwer” voor zijn koorwerk “Aan O.-L.-Vrouwke der Landouwen”. Eénmaal zijn studies achter de rug, vond Raf Belmans in 1947 zijn eerste echte baan bij de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen. Als repetent verving hij tijdens de repetities het orkest op de piano. Een belastende bezigheid, want ondanks het aanvankelijke succes, stond hij na drie jaar, op de rand van een zenuwinzinking en moest hij zijn job opgeven.

Hij had er wel talloze contacten aan overgehouden met vooraanstaande musici. Daarna werd Raf leraar muziek in de Normaal- en Middelbaar Rijksonderwijs in Herentals. Als liederencomponist heeft hij zowel met volks- als kunstliederen een repertorium opgebouwd. Hij werkte samen met dichters en hoezeer hij een kind van zijn land is, hoezeer zijn geboortestreek invloed heeft gehad op zijn gemoedsgesteltenis en zijn werk, getuigen de vele liederen over de Kempen. ‘Naar wat de dennen luisteren’, ‘Bij een ven’, ‘Mijn Kempenland’, e.a. Raf Belmans schreef meer dan honderd werken voor gemengd koor : stukken voor alle instrumenten en in alle genres, zoals ‘De torens van Vlaanderen’, gecomponeerd voor twee klavieren, een ‘Toccata’ voor orgel en de ‘Laudes Mariae Caelorum Reginae’ voor kopers en orgel. Ze werden meermaals door radio en televisie uitgezonden. Voorts schreef hij nog werken die op een groots gebeuren, op een feeststemming wijzen : zijn ‘Feestmars’ en zijn ‘Preludium voor beiaard en thebaanse trompetten’, zeker zijn ‘St.-Dimpnacantate’, zijn ‘St.-Aloysiuscantate’, zijn ‘Suite op oude volksliederen’ en zijn ‘Muzikale illustraties’ op teksten van Anton van Wilderode, Pol De Mont, e.a. …Ontelbaar zijn de pianorecitals die Raf Belmans heeft gegeven. Ook fungeerde hij een achttal keren als dirigent op het Vlaams Nationaal Zangfeest in Antwerpen.