Vooraf
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de VRT, Luc Van den Brande liet weten dat hij mijn klacht (over beeldmanipulatie tijdens de nieuwsberichten van de VRT op zondag 17 februari) voorgelegd heeft aan de betrokken verantwoordelijke en hij mij zal informeren over de toelichting. Goed zo en vermits de voorzitter van de RVB niet de eerste de beste is, zal zijn antwoord ongetwijfeld spoedig volgen.
De Belgische scheldcultuur doet denken aan vroeger
Animalia
Kent u animalia ? Het Belgisch dierenrijk dat sommige vooraanstaande politici steeds meer als referentiekader gebruiken om politieke tegenstanders te karakteriseren. Eerst waren het nog mensen, zij het mentaal gehandicapten (Herman De Croo) maar dat volstond blijkbaar niet en animalia werd de nieuwe referentie : mestkevers (Karel De Gucht), houtwormen (Laurette Onkelinx of was het Joëlle Milquet ?) en nu kwamen er nog schorpioenen (Wouter Beke) en bloedhonden (Leterme) bij. Ik herinner mij vaag dat er ooit nog een periode was waarin men het eveneens had over dieren. Ongedierte dat vernietigd moest worden. Niet in kampen ditmaal maar in een lekke boot ver weg op zee.
Een partij gekenmerkt door zoveel verschillende dieren lijkt mij goed op weg om een “brede volkspartij” te worden. Dat was alvast de conclusie van de peiling door La Libre/RTBF die aangaf dat er evenveel ondervraagden voor Animalia zouden stemmen (39 %) als voor de drie traditionele partijen samen.
De bloedhonden waar Yves Leterme naar verwees in dS (23 feb), hebben te maken met de manier waarop ACW-topman Patrick Develtere aangevallen werd door N-VA en de media (Trends voorop). De typisch de Standaard-titel luidde : “Bloedhonden achter je aan, ik ken dat ook”. Een citaat : “We moeten dit dossier in een ruimer perspectief bekijken”, zegt hij. “De financiële werking van het ACW is gegroeid vanuit de coöperatieve gedachte : als je de spaarcenten van alle leden bundelt, kun je een beter rendement halen. Met de opbrengst van die coöperatie kon ook de werking van het ACW worden gefinancierd. En die werking is van een onschatbare waarde geweest voor de culturele en sociale ontvoogding van het Vlaamse volk.” Deze overweging lijkt mij verdedigbaar maar verdient toch een andere lezing. We hebben nog niet vergeten dat indertijd de hogere clerus tégen de Vlaamse ontvoogding was en binnen de kerk slechts ondersteund werd door de dorpspastoors. Als ik een parallel mag trekken met vandaag : het is eenzelfde elite, inclusief de ACW-top, die een verdere Vlaamse (politieke én maatschappelijke) ontvoogding in de weg staat, niet de vele leden die voor N-VA stemmen. Het conservatisme van de top heeft niets maar dan ook helemaal niets met de verdiensten van de vrijwilligers te maken, maar alles met machtsbehoud.
Als er een destabilisering zou zijn van het middenveld zoals Kris Peeters beweert, dan moeten de ACW-top en –mandatarissen in de regering en in de raad van bestuur van DEXIA eerst in de spiegel kijken vooraleer te schieten op de boodschapper. Mijn aanbeveling : zonder parlementair onderzoek geen pardon. Hebben we het vrijwilligerswerk nodig zoals Vlaams minister-president Chris Peeters (CD&V) op de radio verklaarde ? Zeker en vast, maar moet dat partijgebonden zijn ? Moeten middenveldorganisaties ook zoveel politieke macht hebben ? Dat ze in staat zijn om een partij te chanteren, in dit geval CD&V ? Hoe dan ook, dat Kris Peeters probeert politiek garen te spinnen door die vrijwilligers onterecht te betrekken in de politieke hetze is al te doorzichtig. Uit de reacties in diverse kranten blijkt gelukkig dat nogal wat mensen Peeters door hebben en ontgoocheld zijn in de minister-president die in 2014 door zijn partij als het boegbeeld van Vlaanderen naar voor wordt geschoven.
De culturele elite
Ik ga mij niet verlagen tot het herhalen van de scheldkanonnades die vooraanstaande cultuurdragers gebruikten in hun karakterisering van de Vlaamsgezinde stroming. Hun waarschuwingen tegen een verregaande Vlaamse autonomie vielen tot hun eigen grote verbazing niet op een vruchtbare bodem. Ook hier eenzelfde kloof tussen de dorpsstraat en de rode loper voor de mediavedetten en culturele toppers.
Recentelijk kregen twee spitsbroeders die ooit een boek samen schreven, Jan Blommaert en Jef Verschueren, de kans om zich nog eens te laten gaan. Volgens Blommaert in Knack is Liesbeth Homans (N-VA), voorzitter OCMW Antwerpen, de pedalen kwijt. Hij valt haar beleid (de verdeling van aidsremmers) aan en vraagt haar om af te treden want ze is “een heel erg foute keuze voor deze portefeuille en ze doet haar stad en haar gemeenschap heel veel kwaad.” Zeg dat Jan Blommaert het gezegd heeft !
Jef Verschueren mag in dS een pleidooi houden pro vergelijkingen met de jaren dertig. We kunnen er veel uit leren, schrijft hij. Zowel Mia Doornaert – die nochtans niet kan verdacht worden van N-VA-sympathie – als Tom Naegels, ombudsman van dS, zijn volgens hem fout wanneer ze een gelijkenis met de jaren dertig afkeuren. Ze zijn in de val getrapt van Bart De Wever. De vergelijking met de jaren dertig gaat volgens hem wel op : “Een vergelijking met de jaren 30 begint niet bij concentratiekampen en een wereldoorlog. Maar aan kampen en oorlog ging een politiek en retorisch proces vooraf dat een niet-emancipatorisch nationalisme tot gemeengoed maakte. Nationalisme werd niet alleen verdedigd door barbaren, maar ook door weldenkende, vaak humanistisch geïnspireerde intellectuelen.” Verder verwijst hij naar de Duitse journalist Friedrich Sieburg, tevens literatuurkenner die filosofie, geschiedenis en economie had gestudeerd. Sieburg profileerde zich uitdrukkelijk als linkse nationaalsocialist en hij schreef in 1932 een uitvoerig pleidooi voor de vrijwaring en versterking van de Duitse identiteit, Es werde Deutschland , dat pas na Hitlers machtsovername in 1933 zou verschijnen. (…) Aan de motieven van Sieburg is dus niets verwerpelijks. Maar in zijn verdediging van het nationalisme dringen de vergelijkingen met het huidige discours zich op. Enkele citaten : ‘Wij zijn lang het slachtoffer geweest van een buitensporig relativisme.” “De tijd is gekomen om onze eigen gemeenschappelijke noties te ontwikkelen, de elementen ervan te bundelen in miljoenen harten en ze te ordenen tot een schaal van gemeenschappelijke waarden.” Sieburg hield in zijn boek ook een pleidooi tegen het antisemitisme. Hij was dus een brave nationalist. Hij kon met overtuiging zeggen dat hij geen racist was. Daarom werd het boek in Duitsland zelfs verboden in 1936. Bart De Wever is misschien (sic) ook een brave nationalist. Maar de consequenties van zijn retoriek zijn niet te overzien. Hij heeft die niet eens in de hand. Redenen genoeg om elke zweem van ontsporing duidelijk onder de aandacht te brengen. Anders gelezen, Bart De Wever is misschien een brave nationalist maar misschien ook niet als we de suggestie van Jef geloven. Aan wie zou hij daarbij denken ?
Pjotr (Pierre) Therie in “Anders gelezen”, 26 februari 2013