Een zaterdagse hoogdag voor dS die breed kon uitpakken met een spraakmakend interview van Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA), waarin hij pleitte voor volledige autonomie voor Vlaanderen. In tegenstelling tot de stoere taal van Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) in dezelfde krant, enkele weken geleden, werd dit interview wel becommentarieerd door zowat alle tenoren van Noord en Zuid.
Naar mijn aanvoelen zijn deze reacties even belangrijk zo niet belangrijker dan de uitspraak van Bourgeois. Voldoende reden dus om deze eens anders te lezen.
“België is van ons en Brussel van ons alleen!”
“Niemand mag raken aan het statuut van Vlaanderen, een gewest dat op gelijke hoogte staat met Wallonië en Brussel. Het Vlaams gewest behoort toe aan de Vlamingen en zij zijn de enigen die zullen beslissen over hun toekomst. Niemand anders. We willen geen model van co-beheer.”
Beste lezers, deze uitspraak deed vice-premier Laurette Onkelinx (PS) maar waarin u “Vlaanderen” dient te vervangen door “Brussel” en omgekeerd. Brussel IS volgens haar nu reeds een volwaardig gewest en “ze weigert elke vorm van co-bestuur” (nvdr precies zoals Bourgeois eist voor Vlaanderen). Volgens de PS hebben alleen Brusselaars het recht om hun toekomst zelf te bepalen.” Is er een mooier bewijs dat de PS en bij uitbreiding alle Franstaligen meer dan ooit de mantra huldigt dat “la Belgique nous appartient et Bruxelles aux seuls Bruxellois; België is van ons en Brussel van ons alleen!” Koppel dit aan de informele maar in Franstalig België wel degelijk gedragen invoering van een Waals-Brusselse federatie en dan ziet u het ambitieuze Ware Gelaat van Franstalig België. Wat een verschil met de calimeros die Bourgeois’ eis voor autonomie afdoen als separatisme, “want de Walen willen dat niet” en zich ondertussen laten ringeloren door een Franstalige minderheid.
Politiek Vlaanderen in de lappenmand
Nog even terug naar de essentie van Geert Bourgeois’ uitspraak in dS. Volgens hem moet N-VA na de verkiezingen van 2014 onmisbaar worden om het toekomstig confederaal model te kunnen eisen. Er kan niet meer onderhandeld worden op de klassieke manier want dan kunnen de Franstaligen de eisen afblokken of er een hoge prijs voor eisen zoals dit het geval was tot nog toe. Dat de huidige onderhandelingsformule versleten is, konden we eveneens lezen bij de CD&V kopstukken. Nieuw is wel dat hij duidelijker aangeeft wat er naar de deelstaten moet en in essentie moet leiden tot een omkering van de geldstromen : ditmaal vanuit de deelstaten naar de gemeenschappelijke (voor hem zeer beperkte) Belgische sokkel. Maar ook dat is in wezen enkel de vertaling van het begrip confederalisme, waarbij deelstaten alleen vrijwillig samenwerken in domeinen waar ze beide hun profijt mee doen. Is dat ook niet de omfloerste copernicaanse omwenteling van CD&V boegbeeld Kris Peeters ? Is dat niet de essentie van Art. 35 G.W. waarbij de politici schriftelijk bevestigen wat ze nog samen willen doen ? Wie daarin separatisme wil lezen, zoals de regeringspartijen én hoe bizar het ook lijkt, de Vlaamse Volksbeweging, kan dat. Maar net zo goed kan men het lezen als een politieke actualisering van het oude begrip Vlaamse autonomie binnen België zoals de Volksunie decennialang als doelstelling vooropstelde. Dat Brussel de hoofdstad blijft van alle gemeenschappen en Vlaanderen Brussel niet zal loslaten, lees ik evenmin als een nieuwigheid. Kortom, Bourgeois zijn uitspraak lees ik als een mooie proefballon om te zien hoe de tegenstanders en Jan-met-de-pet hierop reageren. Het wordt echter tijd dat iedereen beseft dat al die verschillende lezingen resulteren in een verdeeld Vlaanderen dat politiek niets meer voorstelt.
Voor de regeringspartijen is de uitspraak van Bourgeois een mooie gelegenheid om afstand te nemen van dé tegenstander, N-VA.
CD&V doet bij monde van Kris Peeters nog de moeite om een vaag alternatief te bieden, “een sterker Vlaanderen in België”. Voor CD&V voorzitter Wouter Beke staat een nieuwe staatshervorming helemaal niet meer op de agenda : “We hebben in de komende jaren dwingender zaken te doen dan een nieuwe staatshervorming. Een fiscale hervorming, bijvoorbeeld.” Daar waar Peeters nog probeert enige urgentie aan een staatshervorming te geven laat Beke als voorbeeld in dS weten dat het twintig jaar geduurd heeft om tot een wijziging van de financieringswet te komen. Deze timing klopt inderdaad en we weten ook dat alle vorige staatshervormingen die reeds veertig jaar aan de gang zijn geen beter bestuur dichterbij brachten, integendeel. Impliciet geeft Wouter Beke met deze stellingname toe dat de Franstaligen beslissen in welke mate, aan welk ritme en voor welke prijs België wordt omgebouwd. Om deze teleurstellende afhankelijkheid te doorbreken is tijd niet de norm maar moed.
Voor Open VLD sprak Alexander De Croo over het afvallen van de carnavalsmaskers. “Het zou zijn zoals men binnen een huwelijk zou zeggen : we gaan niet scheiden, maar we zullen niet meer samenwonen.” Anders gelezen, intellectuele armoede troef, maar gelukkig ditmaal zonder scheldwoorden.
Er was ook de Vlaamse Volksbeweging (V.V.B.) die bij monde van politiek secretaris Peter De Roover liet weten dat méér Vlaanderen niet samengaat met het behoud van België. “Daarvoor is Vlaanderen te groot en België te klein”. Onafhankelijkheid is voor de VVB de enige optie. Anders gelezen, een duidelijke boodschap zonder dat er echter bij gezegd wordt hoe men de besluitvorming ziet om deze droom in 2014 te realiseren zolang het maatschappelijk draagvlak (een absolute meerderheid) ontbreekt.
De VVB pleit voor een onafhankelijk Vlaanderen en Wallonië – www.vvb.org
Grote Dingen
Onder de veelzeggende titel, “Also sprach Bourgeois” wijdt hoogleraar Carl Devos (UGent) een uitgebreid artikel aan Bourgeois’ uitspraak in deredactie.be. Zijn vaststelling dat de onmisbaarheid van N-VA niet evident is, klopt alvast. Misschien zouden de media en vooral opiniemakers daar wel eens langer mogen bij stilstaan en hun eigen rol in de Vlaamse verdeeldheid onder ogen zien ?
Zijn bedenking dat het moeilijk wordt om medestanders te vinden klopt momenteel zeker en vast. Dat zal trouwens niet veranderen in het vooruitzicht van de belangrijke verkiezingen van 2014. Alleen is het te vroeg om daaraan consequenties na de verkiezingen aan vast te knopen. Dat bij een duidelijke overwinning van N-VA, CD&V en Open VLD opnieuw zomaar in een regering Di Rupo II zullen stappen zonder N-VA lijkt mij niet vanzelfsprekend, al hebben de traditionele partijen hun verleden tegen.
Dat Bourgeois de “historische slotonderhandelingen” snel wil afronden kan volgens Devos niet. Hier lijken er naar mijn mening twee lezingen mogelijk. (1) De onderhandelingen kunnen zich beperken tot een politiek akkoord om het Art. 35 G.W. in te vullen. Dan kan een regering gevormd worden mét N-VA als de behoeder van het akkoord, terwijl de senaat instaat voor de concrete invulling van het artikel. Slaagt de senaat daar niet in voor het einde van de regeerperiode, dan betekent dit politieke onwil en staat de weg open voor initiatieven vanuit de gemeenschappen. Dergelijk scenario laat wel toe om snel te gaan. Voor alle duidelijkheid, het is niet de moeilijkheidsgraad van de problemen die veel tijd vraagt, maar de politieke bereidheid om tot een oplossing te komen. Daartoe is echter een Vlaams front nodig. (2) Wanneer men echter onderhandelingen begint vanuit totaal versnipperde egoïstische partijvisies en dan nog eens wil dat er op elke “i” een puntje staat, dan heeft Carl Devos gelijk dat het zeer lang zal duren. Maar wie heeft daar baat bij, behalve de Franstaligen ? Deze tweede lezing lijkt mij alvast voor het algemeen belang van Vlaanderen en ook voor België weinig zinvol. De Coudenberg-groep samengesteld uit Frans- en Nederlandstaligen, pleitte reeds twintig jaar geleden om desgevallend ‘de doodstrijd van dit België’ niet nodeloos te rekken.
De staatsschuld is een serieus struikelblok meent Carl Devos en hij kan zich wel enkele moeilijkheden voorstellen. Dat klopt maar ook hier blijven we hangen in het ongewisse. Diverse oefeningen ondermeer door de denktank van de KUL, VIVES, tonen aan dat er reeds werd nagedacht over mogelijke verdeelsleutels, als daar zijn, het bevolkingsaantal, de draagkracht (regionaal BRP), wie er het meest heeft bijgedragen tot de schuldopbouw. Het resultaat wordt naar alle waarschijnlijkheid een combinatie van al deze parameters. Wat echter niet aan bod komt is dat in een confederaal België (niet in een onafhankelijk Vlaanderen) de staatsschuld enkel administratief gescheiden wordt en er nog altijd financiële (transparante) transfers mogelijk blijven. Deze administratieve splitsing heeft wel een groot belang (volgens een vooraanstaand professor economie) omdat het een deelstaat de kans geeft om zelf het moment en het ritme te kiezen waarop het de eigen schuld en de interesten op deze schulden wil afbouwen. Welke argumenten hebben Vlaamse politieke partij om dat niet te willen ?
Zou het communautair luik van het N-VA programma een hinderpaal kunnen zijn zoals Carl Devos denkt ? Ik denk het niet omdat de sterk toegenomen steun voor N-VA berust op drie pijlers :
(1) een kordater immigratiebeleid dat een einde maakt aan het te lakse beleid van de federale regering (dat levert kiezers op uit VB rangen).
(2) Een sociaal-economisch beleid dat mensen stimuleert en ingaat tegen misbruiken die het sociaal systeem onder druk zetten (dat mobiliseert heel veel hardwerkende Vlamingen) en (3) ‘last but not least’ een stem geeft aan de ergernis van een toenemend Vlaamsgezinder publiek dat vaststelt dat de traditionele partijen niet bij machte zijn om de structurele fouten (de Belgische ziekte) van dit België te corrigeren. Terwijl voor de eerste twee pijlers de andere partijen wel een alternatief bieden, ontbreekt het hen (behalve het VB) aan een moedig beleid inzake de derde pijler. De roep om Vlaanderen niet langer afhankelijk te laten zijn van een Belgische visie om de eigen toekomst te bepalen. Men kan het vergelijken met een onderwijs dat de beste leerlingen negeert en het beleid afstemt op de noden van de minder goede leerlingen. Heel lovenswaardig maar wel zeer gevaarlijk voor de toekomstige welvaart. Precies omdat N-VA tegelijk een “Vlaamse beweging” is en een gematigd socio-economisch partijprogramma heeft, kunnen alle Vlaamsgezinde politiek daklozen er zich thuis voelen. Mij lijkt het eerder omgekeerd, dat N-VA met een te uitgesproken rechts discours veel minder mobiliserend zou werken. Vlaanderen als alternatief blijkt een wervende kracht en dat is precies het probleem van de traditionele partijen die dit negeren en tegen elkaar aanschurken op een middenveld dat nauwelijks nog speelruimte biedt. Zo laten ze het grote politieke speelveld met thema’s als een onwerkbare geldverslindende staatsstructuur en de democratische achteruitstelling van de meerderheid over aan N-VA. Toegegeven, het is niet eenvoudig en het vergt vooral ootmoed vanwege de traditionele partijen om te erkennen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor het bestuurlijk imbroglio en de vergrendelding ervan in wetten. Zonder deze erkenning is elk wervend project gedoemd om te verzanden in onduidelijkheid en halfslachtigheid. N-VA, niet belast door deze erfenis, heeft het veel gemakkelijker om geloofwaardig te zijn en kiezers te overtuigen van haar hoopvol verhaal.
Gelukkig klinkt Carl Devos’ conclusie hoopvol : namelijk dat het in 2014 zal gaan over Grote Dingen. Over een ambitieus confederaal project. Waar ik alleen aan wil toevoegen: eindelijk niet langer calimero maar, het ambitieuze Ware Gelaat van Vlaanderen.
Pierre Therie
VIVES, heeft als missie fundamenteel en toegepast onderzoek te verrichten over regionale economie en beleid om zodoende bij te dragen tot het maatschappelijk debat inzake de economische en maatschappelijke ontwikkeling van regio’s, in het bijzonder van Vlaanderen.