Rik Van Cauwelaert plaatst kanttekeningen bij de golf van kritiek die het ACW moet verduren. Toch spaart hij zijn kritiek op het sociale middenveld niet.
Rik Van Cauwelaert moet niet worden voorgesteld. Zijn politieke commentaren zijn scherp en getuigen van een uitzonderlijke kennis van de Belgische politiek. Hij is ook een warme verdediger van het sociale middenveld en dus een uitstekende gespreksgenoot nu het ACW het zwaar te verduren krijgt.
‘Echt nieuw is dit offensief natuurlijk niet. Guy Verhofstadt stelde in zijn Burgermanifesten (het eerste verscheen in 1989) de rol van de vakbonden al fundamenteel in vraag. De Volksunie keerde zich daar voor al af van de verstrengeling tussen zuilen en politieke partijen. Het gewicht van de ACW-koepel begon echt te zwalpen toen CVP-voorzitter Johan Van Hecke (1993-’96) uitpakte met de slogan “le nouveau CVP est arrivé”. Hij wilde duidelijk maken dat de band met de bevriende organisaties losser zou worden gemaakt. Ook de middenstandsorganisatie Unizo onderging die evolutie. Vandaag zegt voorzitter Karel Van Eetvelt dat hij begrijpt dat zijn leden voor N-VA stemmen. Bij de Boerenbond lijkt de band nog het sterkst. Voorzitter Piet Vanthemsche kandideerde bij de gemeenteraadsverkiezingen zelfs voor de lokale CD&V-lijst.’
Dat de CVP in 1999 totaal onverwacht naar de oppositie verhuisde, deed er ook geen goed aan.
Rik Van Cauwelaert : ‘Het ACW geraakte toen de kluts kwijt en probeerde het verlies aan invloed te compenseren door naar Agalev, voorganger van Groen, te lonken. Jan Renders, die in 2002 ACW-voorzitter werd, onderhield meer contacten met die partij dan met de CVP. Dat ging heel ver. Toen de groenen alle zetels verloren in 2003 recupereerde het ACW mensen uit Agalev voor de eigen studiediensten. De kaders en middenkaders vergroenden fel. Dat kon de oude situatie met de directe invloed op CVP niet vervangen maar zorgde wel voor vervreemding tussen beide. Het was ook een vergissing. Agalev was natuurlijk een echte bourgeoispartij.’
En nu heeft dat ACW zich helemaal in de vernieling gereden …
‘Nu zit het ACW inderdaad in het oog van de storm maar eigenlijk is dat minder de eigen fout dan algemeen aangenomen. Bij de grote fusies van de banken wilde de regering de OKI’s (Openbare Kredietinstellingen) te gelde maken om de overheidsschuld te verminderen. Er volgde algemeen applaus. Maar het ACW werd zo wel in een proces geduwd dat leidde naar de wereld van pure hefboomfondsen. Na de crash van 2008 stelde ARCO, de financiële poot van het ACW, al voor om de gevaarlijke producten af te splitsen van de gewone bankactiviteiten van Dexia. De regering weigerde mee te stappen. Premier Leterme en minister van Financiën Didier Reynders blokten dat voorstel af om de Franse belangen te vrijwaren. Toen moest worden gekozen tussen het ACW en de Fransen, dolf de christelijke zuil het onderspit. Reynders handelde toen pro-Frans en anti-Belgisch. Daar betaalt het ACW nu de prijs voor. Die opsplitsing is veel later toch doorgevoerd met de oprichting van Belfius maar toen lagen de kaarten veel slechter.’
Parijs was dus belangrijker dan het ACW.
‘Wij vergeten gemakkelijk dat alle Franstalige politieke families een natuurlijke hang vertonen naar Parijs. Deel uitmaken van de francité blijft hun natte droom. Antoinette Spaak, de jarenlange voorzitter van het FDF, getuigt dat de oprichters van dat FDF, mensen als Lucien Outers of André Lagasse, regelrechte separatisten en rattachisten waren. Daarom konden die het zo goed vinden met iemand als Hugo Schiltz, die in zijn hart natuurlijk ook een separatist was.’
‘ARCO werd dus het slachtoffer van die keuze voor Frankrijk in 2008 en moest meestappen in een onbeheersbaar financieel avontuur. Ook de Gemeentelijke Holding en Ethias kwamen in slecht weer. De First-rekening van Ethias was een zeer gevaarlijk product maar wel een verkoopsucces met massaal veel inschrijvingen. Alle specialisten wisten dat hieruit problemen moesten voortvloeien. Toen het zo ver was, eiste Steve Stevaert garanties. Uiteraard meende ARCO dat ook haar coöperanten recht hadden op waarborgen.’
Zo’n ACW-crisis is voor ons bestel geen detail.
‘De belangen zijn inderdaad uitermate groot. De ARCO-coöperanten houden zo’n 30 % van de Belfius-deposito’s. Als die er uit stappen, gaat die bank voor de bijl. Nu het commerciële akkoord met Belfius is opgezegd, kan ACW de markt aftasten en het oor te luisteren leggen bij ING of KBC. Maar Belfius is een staatsbank. Als die wankelt, moet de overheid weer tussenbeide komen en draait de belastingbetaler opnieuw op.’
Waarom waagt zo’n sociale organisatie zich in dergelijke rauwe kapitalistenoperaties?
‘Ook binnen het ACW klonken tot op het hoogste niveau kritische stemmen die waarschuwden niet alle eieren in één mand te leggen. Maar de organisatie sleept haar verleden mee uit de BAC- en Bacob-tijd, de eigen ACW-banken die later opgingen in Dexia waarvan het ACW dan weer referentie-aandeelhouder werd. Daar stap je niet zo maar uit. Vergeet niet dat die beruchte winstbewijzen voor de geldstroom zorgden waarmee de werking van de ACW-organisaties wordt gefinancierd. Dus bleven de verantwoordelijken resoluut kiezen voor de opvolger van de oude stal. Maar Dexia was niet meer dan een brandversneller. De invloed van het ACW was al fel afgebrokkeld.
De politieke impact van het ACW lijkt nu zwaar gehavend.
‘Dat er geen ACW’er meer zit in de regeringstop is ongezien maar op federaal niveau had de koepel al geen sterke figuur meer ter beschikking. Steven Vanackere werkte liever vanuit de luwte, niet aan het voortouw. Hij is een uitstekende nummer twee maar moest alle gewicht op zijn schouders nemen. Leterme was een kopman, Vanackere niet. Je kreeg al langer de indruk dat hij eigenlijk weg wilde. De doorstroming met het Vlaamse niveau, met Kris Peeters dus, was ondermaats. Vanackere schatte de situatie in het begin van de ACW-crisis ook verkeerd in. Hij had zijn dossiers niet altijd helemaal onder de knie.’
Toch werkte hij zich op tot vice-premier.
‘Politieke partijen en sociale organisaties kampen met hetzelfde recruteringsprobleem. Zo’n Koen Geens is een echte CD&V’er, dus was die keuze best logisch. Maar dat iemand een academische loopbaan onderbreekt voor een ministerpost is zeer ongewoon geworden. Partijen zoeken graag naar BV’s als alternatief maar dat pakt zelden goed uit. Vroeger investeerden partijen in mensen. Iemand als Wilfried Martens werd weggepikt uit de Vlaamse Beweging en de partij stippelde een groeipad op langere termijn uit. Nu is daarvoor geen tijd meer. Alles moet snel renderen. Pieter De Crem blijft nog een van de weinige uitzonderingen die het klassieke pad volgden.’
Dat vertaalt zich dan wellicht ook in slecht gemaakte wetten.
‘Natuurlijk leidt dat tot kwaliteitsverlies, ook in het wetgevend werk. Mede daarom wordt dat dikwijls uitbesteed. Wat ARCO deed, is zeker geen uitzondering. Zo’n advocatenkantoor als dat van Jean-Pierre De Bandt schrijft voortdurend wetteksten op bestelling. Als het van de politici komt, is de kwaliteit doorgaans erg pover.’
‘In 2005 dienden drie fractieleiders van paars een wetsvoorstel in over dubbele belastingaftrek op nadrukkelijke vraag van Reynders. Ze deden dat omdat die weg de regering beter uitkwam. Zo’n parlement stelt zich op als onderaannemer van de regering. De ondertekenaars wisten amper wat ze indienden. En dan schaft men nog de Senaat af. Die zorgde vroeger voor een tweede lezing, dikwijls door topjuristen. Maar dat leidde tot zogenaamd tijdverlies en het moet blijkbaar liever snel dan goed gaan. Politici willen vandaag te veel thema’s te snel behandelen. Is er ’s morgens een geval van verkeersagressie in het verkeer dan kondigt de minister in de namiddag een wetswijziging aan. Daarna verschijnen ze op Reyers Laat of Terzake en is hun dag goed geweest. Frank Vandenbroucke zei al in 2004 dat er een pensioenshervorming moest komen. Daar is geen werk van gemaakt. Het statuut van arbeider en bediende moet al jaren worden gelijkgeschakeld. Altijd opgeschoven.’
Waar zit het talent vandaag dan verstopt ?
‘De bekende Franse journaliste Christine Ockrent stelde naar aanleiding van het Franse “non” in het referendum over de Europese Grondwet dat journalisten en politici elke dag in de media debatteerden, doorgaans nog geestig ook. Maar wie niet deelnamen, waren bedrijfsleiders en academici. Die bouwen liever een internationale loopbaan uit en halen hun neus op voor het politieke werk waar brutaliteit en middelmatigheid domineren. Vroeger wilden juristen de samenleving verbeteren door de wetgeving mee vorm te geven. Nu verkiezen topadvocaten om hun cliënten door de wirwar van slechte wetgeving te helpen loodsen. Hoe slechter de wetten, hoe liever sommige specialisten het hebben. Maatschappelijke inzet wordt ingeruild voor persoonlijke dienstverlening aan wie wil en kan betalen. Ik betreur die ontwikkeling.’
Terug naar het ACW. Zit er geen sleet op het klassieke sociale overleg ?
‘Dat systeem werd op het einde van de Tweede Wereldoorlog uitgewerkt door mensen als Leon Bekaert van de werkgevers en Gust Cool van de christelijke werknemers. Premier Gaston Eyskens kon z’n eenheidswet in 1960 maar doordrukken omdat Cool het vakbondsverzet mee hielp afremmen. Dat model zit stevig in elkaar en hielp onze arbeidersbeweging moderniseren. Tot Jef Houthuys werd zo de sociale vrede en de sociale vooruitgang gerealiseerd. Latere vakbondsleiders als Willy Peirens of Luc Cortebeeck engageerden zich veel minder. Dan komt de politiek natuurlijk tussen als de sociale partners het laten afweten.’
Dat de sociale partners in cruciale dossiers geen akkoorden meer vinden, bewijst toch dat het model versleten is.
‘Het model is niet versleten. Ik hoop zelfs dat Vlaanderen het overneemt. Daarin investeren ABVV en ACV echter absoluut ondermaats. De FGTB, de Waalse vleugel van de socialistische vakbond, organiseerde in februari een congres over de zesde staatshervorming en wat ze daar mee wil doen. De Vlaamse bonden moeten als het ware nog hun eerste woord zeggen over dat Vlaamse luik. Dat is een ernstig verzuim want zo wekken ze mee de indruk dat het model waar zij zelf mee aan de wieg staan, versleten is. Moeten zij ook optreden als uitvoerders, zoals de vakbonden bij de uitbetaling van werkloosheidsvergoedingen of ziekenfondsen voor de uitkeringen ? Daar mag in alle openheid over worden nagedacht maar een eventueel nieuw model moet wel beter werken en goedkoper. Dat moet echter nog worden bewezen.’
Ruikt het bestaande sociale overleg niet te veel naar de mottenballen van de verzuiling?
‘Ik denk dat de ontzuiling eerder is doorgeslagen. Het is de natuurlijke gang van zaken dat de burger zich als kiezer onttrok aan die oude dwang. Maar dat is al decennia het geval. De Volksunie boekte successen zonder deel uit te maken van een zuil. Vandaag blijkt N-VA ook bij ACV- en ABVV-leden een populaire partij te zijn. Maar daarom moet niet de hele structuur weggesmeten worden.’
Vakbonden en sociale organisaties lijken vandaag pure belangengroepen.
‘Ja, daar maken ze een grote fout. Sociale organisaties moeten het voortouw nemen in het nadenken over de samenleving. Maar die opdracht drukken ze weg. De prioriteit ligt op de goede dienstverlening aan klanten. Als ze moeten kiezen tussen “het idee” en “de structuur”, dan kiezen ze te veel voor de structuur. Dat verarmt het maatschappelijk debat dat door de sociale organisaties nog amper wordt gevoed. De managers hebben het ook daar overgenomen, net zoals in de universiteiten, de ministeries, de media … Ook managers in de privésector halen dikwijls de dna-structuur uit hun bedrijven. Zo verdween ook de ziel uit organisaties als het ACW. Onderschat echter niet de reactie van de leden van ACW-organisaties op de voortdurende verdachtmakingen. Die koesteren argwaan en vragen zich af welke agenda daar achter schuilt.’
We zien op straat toch weinig volkswoede omdat de vakbonden worden aangepakt.
‘Ja, vroeger was die aanhankelijkheid veel groter. Dat is ook zo voor partijen, die nog amper leden tellen en een zeer losse band hebben met hun kiezers. We voelen ons allemaal behandeld als klanten en dat zorgt niet voor een warme band. Door het grote verhaal te vervangen door klantenservice worden zulke organisaties kwetsbaar omdat de indruk ontstaat dat ze hun eigenlijke bestaansreden overboord gooien. Welke ACW-topper heb je de jongste jaren nog betrapt op een maatschappelijk relevante uitspraak ? Ja, Cortebeeck die opriep niet voor N-VA te kiezen. We hebben het resultaat gezien. Ik heb de indruk dat een man als Thierry Bodson, secretaris-generaal van FGTB, die rol nog wel speelt. Maar in Vlaanderen is de inbreng van die sociale groepen in het debat mager geworden. Als je een groot deel van de gezondheidssector mee beheert, zoals de mutualiteiten doen, dan mag je toch een ethische inbreng verwachten in het denken over gezondheidszorg ? Mensen gaan vakbonden vereenzelvigen met spoorstakingen. Dan smelt de sympathie uiteraard weg en komt de weg vrij voor wie de rol van die vakbonden wil betwisten.’
Wat betekent zo ’n ACW-crisis voor de partij CD&V ?
‘Op korte termijn moet die partij beslissen of ze doorgaat met deze regering of niet. Ze zou er best korte metten mee maken, dat is nodig om te overleven. Je gelooft het toch niet dat een partij haar vicepremier ziet liquideren door een andere vicepremier die contacten onderhoudt met de grootste oppositiepartij maar wel vrolijk mee doorregeert.’
Peter De Roover – www.doorbraak.be – coverfoto (c) VRT – deredactie