Op woensdag 22 mei 2013 vroeg De Ochtend (radio 1) zich af of politici Standaardnederlands moeten spreken. In onze lade lag dit opiniestuk te wachten op publicatie. Nu blijkt dus hét ogenblik om het op u los te laten.
Heeft u ooit al eens een debat in Nederland vergeleken met een debat in Vlaanderen ? Laat ik u eerst wijzen op de algemeenheden die in Vlaanderen bij sommigen leven over de ‘Hollanders’ : ongemanierd, lawaaierig, minder discipline dan Vlamingen en soms ronduit onbeschoft. Goed, die hebben we weer even op een rijtje gezet.
In 2011 zette Geert Wilders het land in rep en roer door premier Rutte in het parlement : ‘Doe eens normaal, man’ voor de voeten te werpen. De publieke opinie keurde dit gedrag ten stelligste af. In het deftige opinieblad Elsevier schreef men toen :‘De afstraffing van Wilders is het gevolg van zijn taalgebruik, dat niet langer door de retorica van de politiek kon worden gedragen. Er zijn natuurlijke grenzen aan het taalgebruik van politici.’
Nederlanders mogen dan ‘luid’ en ‘minder gedisciplineerd’ zijn, het is duidelijk dat men van hun leiders voortreffelijke retoriek verwacht en het liefst in het algemeen Nederlands. Ga overigens over de Duitse, Franse of Britse grens en je treft hetzelfde verwachtingspatroon : politici dienen hun taal te beheersen en ‘schoon’ te houden.
Bert Anciaux’ uitspraak ten opzichte van Etienne Vermeersch op Canvas begin mei is jammer genoeg tekenend voor het taalkundig niveau van vele van onze politici. Herman De Croo is misschien wel de koning van het kromme Vlaamse woord met klassiekers als : ‘Ik ben echt geen Vlaams-nationalist, omdat ik echt niet mentaal gehandicapt ben’ (april 2007) of ‘De Croo, met twee nullen’ (2009). In datzelfde 2009 wijdde men zelfs een boek aan zijn krom taalgebruik.
Jammer genoeg tref je binnen de V-partijen ook weinig mensen aan die het Nederlands als een vreugde behandelen. Veelal verkrampt staat men voor de camera en slaat ‘verkavelingsvlaams’ (tot die naam gedoopt door taalminnaar Geert van Istendael) uit. Kris Van Dijck (N-VA) of Lode Vereeck (LDD) zijn welkome uitzonderingen.
Toch jammer dat zij die ijveren voor meer Vlaamse identiteit en autonomie, de motor van die identiteit zo stiefmoederlijk behandelen : de taal. Nochtans was dat ooit de gangmaker van de Vlaamse gedachte. ‘De tael is gansch het volk’ schreef Dendermondenaar Prudens Van Duysse in 1836 en Jan-Frans Willems juichte dit toe. Misschien moeten de taalgevoelige partijen met N-VA op kop zich eens goed bezinnen over die taal. Hoe dien je jouw taal het meeste : door volks te zijn of door je taal te verzorgen ? De metamorfose van Siegfried Bracke van VRT-taalvirtuoos tot pseudo-volkse politicus (‘Zijt nu toch ne keer eerlijk…’) is een frappant voorbeeld.
De (eveneens) begin mei overleden professor Paardekooper zou vandaag handenvol werk hebben met het aanleren van A.B.N. aan onze Vlaamse voormannen…en aan onze premier. Wist u overigens dat men vandaag liever de afkorting A.N. (Algemeen Nederlands) hanteert, omdat A.B.N. zou kunnen suggereren dat mensen die het niet machtig zijn, niet beschaafd zouden zijn.
‘Kom, ge zijt aan’t zeveren.’
Harry De Paepe – www.doorbraak.be