Het verhaal van Wouter Beke volgens Herman Van Rompuy
Alle partijen zoeken naarstig naar hun eigen unieke profiel. Wouter Beke doet dat voor CD&V via een boekje dat werd voorgesteld door Herman Van Rompuy.
In juni stelde Wouter Beke zijn boek “Het moedige midden” voor in het Brusselse Brigittineklooster. Zo’n kader lijkt helemaal te passen voor een werk(je) waarin het christendemocratische verhaal nog eens wordt verteld en hertaald naar vandaag maar wel onder het onuitgesproken motto “plus ça change, plus ça reste la même chose”.
De hele federale CD&V-partijtop tekende present, de Vlaamse bleef afwezig omdat het Vlaams Parlement op hetzelfde ogenblik plenair vergaderde. De afwezigheid van de echte partijbaas Kris Peeters had zeker geen politieke betekenis. Veel volk trok de boekvoorstelling overigens niet echt. Hoewel alle leden waren uitgenodigd, volstonden de zowat honderd stoelen om de toeloop op te vangen. Er rekening mee houdend dat de Wetstraat-pers wel ruim present tekende, kan bezwaarlijk van een overrompeling gesproken worden.
Herman Van Rompuy liet zijn Europese agenda even voor wat die is om het boek van zijn partijvoorzitter in te leiden. Niet alleen het kader zat goed, ook de inhoud van Bekes werk past duidelijk als gegoten bij wat je van een CD&V-voorzitter verwacht. ‘Ik voel me bij dit boek als een vis in het water, ik kan me er helemaal in vinden’, opende de voorzitter van de Europese Raad zijn toespraak na opgemerkt te hebben dat hij zowat tweehonderd meter verder school liep en dit Brigittineklooster toch nooit eerder van binnen had gezien.
Met de titel probeert Beke het saaie ‘midden’ te verbinden aan het meer smoel hebbende ‘moedig’. Van Rompuy, toch wel een begenadigd spreker, was hem bij die oefening zeer ter wille. ‘Dit boek ademt evenwicht uit en past helemaal in de grote traditie van de christendemocratie, die haar diensten al veelvuldig heeft bewezen’, kwam Van Rompuy al direct dicht bij zijn eigen ‘rustige vastheid’. Hij verwees zowaar naar het Kerstprogramma waarmee de CVP in 1945 werd opgericht. Wouter Beke kent natuurlijk de geschiedenis van zijn partij want is er op gepromoveerd en schreef daar eerder al een boek over.
Van Rompuy bracht het beeld in herinnering dat Théo Lefèvre graag gebruikte : ‘wij staan niet tussen links en rechts maar er recht tegenover’. Volgens de Europese voorzitter vervagen de klassieke ideologieën en hij noemde de periode van de paarse regeringen als kantelmoment. Socialisten en liberalen vonden elkaar gedurende twee legislaturen en hun grote veronderstelde fundamentele verschillen bleken daarvoor geen bezwaar.
Herman Van Rompuy ziet het grote onderscheid vandaag niet tussen de klassieke partijen maar tussen ‘partijen die verantwoordelijkheid willen dragen en partijen die dat niet hebben gewild en ook morgen niet zullen willen’. Het was te verwachten dat N-VA nooit ver weg zou zijn, al werd de afkorting niet gebruikt. Nog een voorbeeld : partijen proberen zich vandaag te profileren door ‘marginale problemen op te blazen’. De verschillen liggen niet meer op het levensbeschouwelijke vlak noch op het sociaaleconomische maar er wordt wel profilering gezocht rond het begrip ‘identiteit’.
Compromis
Eigenlijk was de toespraak van Herman van Rompuy er grotendeels op gericht aan te geven waarom CD&V anders is dan N-VA. Zo verdedigde hij niet toevallig met veel geestdrift het begrip “compromis”. ‘Men moet zich daarvoor verdedigen tegenwoordig.’ Etymologisch betekent het ‘samen beloven’ en de spreker begreep ook zelf wel dat hij het begrip daarmee niet echt sympathiek kon maken binnen een politieke context. Van Rompuy maakte er van : ‘als een project om samen richting te kiezen is “compromis” een edel woord.’ Hij citeerde Barack Obama met : ‘this nation is build on compromise’. (De Amerikaanse president bleek populair bij CD&V want later op de vooravond zou ook Beke hem citeren : ‘Geen land is groot genoeg om de problemen alleen op te lossen, geen land is zo klein dat het geen deel kan zijn van de oplossing.’)
Van Rompuy sprak uit eigen ervaring toen hij opmerkte dat er in de Europese Unie ‘geen alternatief bestaat voor het compromis. We beslissen daar met 27 landen, bijna allemaal geleid door coalitieregering, allemaal samen zowat 60 partijen omvattend. Het compromis is de natuurlijke manier van samenleven, de democratie steunt op het compromis.’
Helemaal in die geest proclameerde Van Rompuy CD&V, nog eerder als een ‘partij in het midden’, als een partij ‘van het midden’. Die ‘ideologische keuze past bij ons mens- en maatschappijbeeld waarbij de persoon nauw betrokken is bij zijn omgeving, met daar rond steeds grotere cirkels.’
Daarop vielen, voorspelbaar, de woorden ‘verbondenheid’ en ‘betrokkenheid’ om dan weer naar dat compromis over te gaan. ‘Compromis vraagt moed. Wie zich laat gaan, wordt radicaal. Het compromis vraagt het opgeven van zuivere stellingen, van het idee “als wij het voor het zeggen hebben”. Het compromis vraagt ook bescheidenheid, niet dé waarheid in pacht hebben, open staan voor anderen.’
Bond zonder naam
Van Rompuy is verbaasd als het verwijt ‘arrogantie van de macht’ valt omdat macht altijd een vergelijk vraagt. Hij ziet eerder problemen bij de ‘arrogantie van het grote gelijk’.
Hij vindt zich helemaal terug in het verhaal van Beke maar weet niet of daarmee ook per definitie verkiezingen te winnen zijn. ‘De afloop van verkiezingen kan afhangen van details die de perceptie bepalen.’ Van Rompuy heeft de dioxinecrisis meegemaakt.
Toch is de oefening van Beke waardevol, vindt de Europese voorzitter : ‘Een idee is onvoldoende maar nodig. Alles begint bij ideeën.’ Hij noemt de grootste gave van een politicus niet het vinden van goede one-liners maar ‘de authentieke manier waarop een boodschap wordt vertaald.’ Dat Herman Van Rompuy daar dan ook nog eens enkele keren het woord ‘vertrouwen’, gekoppeld aan ‘waarachtigheid’ tegen aan smeet, verbaasde niemand meer. Ook het begrip ‘evenwicht’ hing gisteren in de vooravond voortdurend tegen het houten kloostergewelf van de Brigittinen.
Beke en Van Rompuy proberen, mooi in tandem, hun keuze voor het verbindende compromis te verkopen als een ‘moedige keuze’. ‘Niet sexy willen zijn is sexy’, zouden we het kunnen vertalen. Ze mikken als het ware op het gezonde verstand van de meisjes die hun man kiezen op basis van het criterium ‘hij moet niet knap zijn maar wel betrouwbaar’.
‘Van een schone (= mooie) tafel kan je niet eten’, klinkt dat in de wereld van Vlaamse volkswijsheden. Een boodschap die vertaalbaar is in volkswijsheden kan zeker een publiek bereiken. Je kan in dat CD&V-verhaal een hoog ‘Bond Zonder Naam’-gehalte zien maar die staan dan ook niet zo maar op menige Vlaamse schouwmantel. Kortom, CD&V profileert zich als veilige thuishaven voor wie angst heeft voor (de)… verandering. Jawel.
Verbazen doet het verhaal nergens maar dat kan er juist de sterkte van zijn en misschien is dat op een bepaalde manier ook wel moedig. Daarover is politiek-taktisch alleszins nagedacht, want het moet CD&V afzetten van de grote concurrent. Dat het dan ook nog eens helemaal in de christendemocratische traditie past, maakt de boodschap herkenbaar en solide. Ze blijft wel wollig. Nieuw is dat de partij zich daar niet voor schaamt en er een handelsmerk van maakt. Het grote gevaar schuilt natuurlijk vooral in de botsing van het verhaal met de realiteit van de regering di Rupo.
Eén les kunnen andere politieke partijen in elk geval leren van CD&V : maak de boodschap niet te concreet, want dan wordt ze alleen maar kwetsbaarder.
Wouter Beke, “Het moedige midden – Voor het versterken van mensen”, uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2013, 164 blz. , 15,50 euro.
Peter De Roover, chef-politiek – www.doorbraak.be