Het water tussen N-VA en CD&V lijkt de jongste tijd steeds minder diep te worden. Bart Maddens analyseert in deel 2 de problemen die zo’n Vlaamse Entente na de verkiezingen kan oproepen.
(In een eerste deel bekeek de auteur hoe de relatie tussen de gewezen kartelpartners N-VA en CD&V evolueerde. Is een Vlaamse entente tussen beide een realistische optie?)
Om te beginnen moeten we er rekening mee houden dat de Vlaamse regering na de verkiezingen een belangrijke actor wordt bij de uitvoering van de zesde staatshervorming. Dat werd op 6 januari 2014 nog symbolisch in de verf gezet toen premier Di Rupo de goedgekeurde staatshervormingswetten aan de minister-presidenten van de deelregeringen overhandigde. Er moeten nu 26 samenwerkingsakkoorden worden afgesloten om de bevoegdheidsoverdrachten operationeel te maken. Daarnaast moeten er allerlei praktische regelingen worden getroffen betreffende de overheveling van personeel, informaticasystemen, gebouwen enzovoort. Tot nu toe kon de Vlaamse regering comfortabel van op de zijlijn toekijken op de zesde staatshervorming, die bijna uitsluitend een federale aangelegenheid was. Dat maakte het mogelijk voor de N-VA om oppositie te voeren tegen die staatshervorming, maar toch in de Vlaamse regering te blijven. Dat zal na de verkiezingen moeilijker worden. In elk geval zal CD&V waterdichte garanties willen dat N-VA de onderhandelingen over de samenwerkingsakkoorden niet aangrijpt om stokken in de wielen te steken van de zesde staatshervorming, of om ruimere bevoegdheidsoverdrachten af te dwingen. N-VA zou met andere woorden een knieval moeten maken voor de zesde staatshervorming, die ze tot nu toe met hand en tand heeft bestreden.
Het probleem zal zich het meest acuut stellen met betrekking tot de Communauté Métropolitaine. De betrokken bijzondere wet zal dode letter blijven zolang de gewesten hierover geen samenwerkingsakkoord sluiten. Tot nu toe heeft de Vlaamse regering deze boot kunnen afhouden, met als voorwendsel dat er nog een annulatieberoep loopt bij het Grondwettelijk Hof tegen de oprichting van die Communauté. Maar als het arrest er komt (en de kans lijkt klein dat de bijzondere wet wordt vernietigd), dan zal de Vlaamse regering kleur moeten bekennen. Je kunt je moeilijk voorstellen dat een door de N-VA gedomineerde Vlaamse regering zou instemmen met een akkoord waardoor die zo gecontesteerde Communauté Métropolitaine operationeel wordt. Maar dit is nu net het Franstalige kroonjuweel van de staatshervorming. Als het in de schuif blijft liggen, dan kun je er donder op zeggen dat de Franstaligen op hun beurt moeilijk gaan doen over de uitvoering van de rest van de staatshervorming. Vaarwel dan communautaire vrede.
Hoe dan ook valt er voor de N-VA niet zoveel eer te halen in de Vlaamse regering. De economische en institutionele uitdagingen situeren zich grotendeels op federaal niveau. Het is daar dat de Grote Verandering zal moeten worden gerealiseerd, zoals Bart De Wever dit weekend nog eens heeft benadrukt op VTM. Als de N-VA snel een Vlaamse regering wil vormen met CD&V, dan is dat om die coalitie vervolgens als breekijzer te gebruiken voor het afdwingen van federale hervormingen. Het lijkt echter weinig waarschijnlijk dat CD&V hierin zal willen meegaan want dit dreigt ofwel de federale regeringsvorming voor lange tijd te blokkeren, ofwel een federale regering met CD&V maar zonder de N-VA permanent te destabiliseren.
Een snel gevormde Vlaamse regering met CD&V en N-VA zal er dus een moeten zijn met een regeerakkoord waarin duidelijk wordt bepaald dat (1) de zesde staatshervorming trouw wordt uitgevoerd en (2) de Vlaamse regering zich niet zal bemoeien met het federale niveau. Het kan zijn dat sommige N-VA-ers dit een aantrekkelijk scenario vinden maar of die aan de vereiste twee derden meerderheid zullen geraken op een N-VA-congres is twijfelachtig.
Prof. Dr. Bart Maddens – www.doorbraak.be