Bart Maddens en Jef Smulders staan stil bij de lage scores van Vlaams Belang in de peilingen. Wat zijn de gevolgen voor de partij van een verkiezingsnederlaag en kan ze dat overleven ?
Het ziet er niet zo best uit voor het Vlaams Belang. Sinds 2010 schommelt de partij rond de 10% in de opiniepeilingen, maar af en toe komt er ook een lagere score uit de bus. Zo haalde de partij bij de jongste VRT/DS-enquête maar zo’n 7%. Het zou niemand verbazen mocht dat ook het resultaat zijn op 25 mei. De partij zit slecht in de campagne en wordt helemaal overschaduwd door de N-VA. Het lucratieve monopolie op de anti-establishment stem is de uiterst-rechtse partij kwijt. Of toch voorlopig. Want als de N-VA toetreedt tot een federale regering en het valt wat tegen met de Verandering, dan kan de hemel weer opklaren voor Annemans en de zijnen. Maar houdt een sterk afgeslankt Vlaams Belang voldoende mankracht en middelen over om een vijf jaar durende tocht door de woestijn te doorstaan ?
Laat ons even aannemen dat de partij inderdaad scoort zoals voorspeld door die VRT/DS-peiling: 6,7% voor het Vlaams Parlement, 6,8% voor de Kamer en 7,9% voor het Europees Parlement. Volgens een simulatie (op basis van de verdeling van de stemmen over de kieskringen in juni 2010) zou de partij daarmee zeven zetels halen in het Vlaams Parlement (min veertien in vergelijking met 2009), vijf in de Kamer (min zeven in vergelijking met 2010) en één in het Europees Parlement (min één in vergelijking met 2009). Twee van de zeven Vlaamse parlementsleden mogen ook in de Senaat zetelen, maar de partij heeft geen gecoöpteerde Senator. Het zou voor de partij wel een geluk bij een ongeluk zijn dat ze zowel in het Vlaams Parlement als in de Kamer een volwaardige fractie zou blijven vormen. Op die manier blijft de partij aanwezig in alle commissies. Bovendien voldoet de partij dan nog aan de criteria om fractietoelagen te krijgen.
Op basis van de verkiezingsuitslagen van 2009 en 2010 krijgt het Vlaams Belang momenteel jaarlijks 4.558.300 euro van de verschillende parlementen. Met het resultaat van de jongste VRT/DS-peiling zou dit terugvallen tot 2.665.600 euro, dit is een daling met 1.892.700 euro of 41,5%. Traditioneel investeert het Vlaams Belang die middelen voor een groot stuk in communicatie. In vergelijking met de andere partijen heeft het Vlaams Belang immers heel weinig personeelskosten : de partij werft zelf nauwelijks personeel aan, maar laat de parlementaire medewerkers voor de partij werken. Dit organisatiemodel dreigt nu onder druk te komen door een forse daling van het aantal parlementaire medewerkers. De partij zou namelijk terugvallen van 59,1 medewerkers naar 30,8 medewerkers: een daling van niet minder dan 47,9%.
Na de verkiezingsnederlaag van 2010 verloor het Vlaams Belang reeds een 15-tal parlementaire medewerkers. Toen al noopte dit de partij ertoe om meer eigen personeel aan te werven. Het aantal eigen personeelsleden van de partij is tussen 2010 en 2012 gestegen van 3,3 naar 18,6. Terwijl de personeelskost in 2010 nog maar 3,3% uitmaakte van de uitgaven, bedroeg dit in 2012 al 13,9% (1.179.880 euro op 8.463.500 euro totale uitgaven, in actuele cijfers). Tegelijk zien we echter dat de uitgaven voor communicatie en reclame stabiel blijven). Het gevolg is dat de partij minder opzij kan zetten: zowel in 2012 als in 2013 boekte ze een verlies van bijna 2 miljoen euro.
Als het Vlaams Belang haar personeelsbestand na 25 mei enigszins op peil wil houden, dan zal het de verloren parlementaire medewerkers verder moeten vervangen door eigen personeel. In een maximalistisch scenario zou de partij dan zelf 28 extra personeelsleden moeten aanwerven en betalen. Dit is goed voor een bijkomende jaarlijkse uitgave van, zeer ruw geschat, 1.750.000 euro. Over een periode van vijf jaar loopt dit op tot zo’n 8.750.000 euro.
Maar zelfs al wordt slechts een deel van het parlementaire personeel vervangen, dan nog zal de partij diep in de buidel moeten tasten. Daardoor zal onvermijdelijk moeten worden bespaard op de uitgaven voor communicatie en zal de ‘permanente campagne’, die een van de sterktes was van de partij, moeten worden afgebouwd.
Als de partij genoeg personeel wil behouden om de organisatie intact te houden, dan zal ze wellicht ook de oorlogskas moeten aanspreken. En misschien is dat ook wel de redding van de partij. Want het Vlaams Belang heeft het jongste decennium een indrukwekkend vermogen opgebouwd, dat in 2011 met iets meer dan 16 miljoen euro (in actuele cijfers) een absolute piek bereikte. In 2013 had de partij nog een financiële reserve van 12,3 miljoen euro. We zien ook dat de samenstelling van dit vermogen aan het wijzigen is. Zo is het aandeel geldbeleggingen meer dan gehalveerd (van 57,6% in 2011 tot 24,4% in 2013), terwijl het aandeel aan liquide middelen zeer sterk is toegenomen (van 31,8% tot 57,7%). Dit lijkt te suggereren dat de partij een deel van het vermogen aan het vrijmaken is om het in te zetten voor het behoud van de partij-organisatie.
Al bij al lijken de reserves van het Vlaams Belang nog voldoende groot om de partij vijf jaar lang operationeel te houden. Normaal gezien zou de partij ook nog een aardige cent moeten overhouden om in 2019 een deftige campagne neer te zetten. Maar dan is de kans groot dat de reserves grotendeels opgesoupeerd zullen zijn. In dat scenario worden de verkiezingen van 2019 een zaak van leven of dood voor de partij. Na 2019 nog eens vijf jaar overbruggen met beperkte overheidssubsidies zal er allicht niet meer inzitten. Als het Vlaams Belang in 2019 opnieuw ondermaats scoort, dan zal de partij zeer fors moeten worden afgeslankt, en zal de campagne van 2024 ook niet veel soeps meer kunnen zijn. Dan wenkt voor de partij een catacombenbestaan in de marginaliteit.
Bart Maddens en Jef Smulders zijn Politicologen aan de KU Leuven