Naar jaarlijkse gewoonte begon de viering van de Belgische Nationale feestdag met een misviering in de Sint-Laurentiuskerk in Hove-centrum. Men zou zich de vraag kunnen stellen “waarom eigenlijk in een kerkgebouw ?”. Er heerst hier toch een ‘scheiding van kerk en staat’ ? Mensen die de Belgische Staat wensen te vieren, kan men toch niet verplichten om daarvoor in een kerkgebouw langs te lopen. En dan altijd dezelfde kerkinstelling. Er bestaan in dit landje nog meerdere kerkinstellingen dan de katholieke. Dit kerkinstituut had en heeft natuurlijk veel belangen bij het oprichten en in stand houden van deze staat ! Mensen die voldoende geschiedenis kennen – spijtig genoeg niet zo veel meer – weten natuurlijk hoe de historische vork in de historische steel steekt. Waar blijft het Humanistisch Verbond in heel dit verhaal ? …
Goed zo, deze intellectuele democratische beschouwingen even terzijde gelaten, na de misviering ging het in stoet naar het nabijgelegen monument van de gesneuvelden aan het begin van de Geelhandlaan. Twee politieagenten zorgden voor de (verkeers)veiligheid van het gezelschap. Er waren een 60-tal aanwezigen verzameld rond het monument, waarvan sommigen hun allernieuwste outfit hadden aangetrokken. Men moet toch met iets kunnen opvallen !
De klassieke plichtplegingen : een bloemenhulde van enkele Hovese verenigingen (politieke partijen), een toespraak van de bevoegde schepen (zie bijlage), een trompethulde, de nationale liederen.
Even verwarring
Bij deze laatste plichtpleging deed er zich even wat verwarring voor bij een aantal aanwezigen; men speelt eerst wettelijk de opgelegde regionale hymnes (“Vlaamse Leeuw” of “Le Chant des Wallons”), gevolgd door de nationale hymne (de Brabantse Vrouw). Men speelde echter ook de tweede ‘revolutionaire’ strofe van de Vlaamse Leeuw (zie bijlage), maar een aantal aanwezige oudere mannen met hun ex-legerpet op, dachten dat men reeds bezig was met ‘de Brabantse Vrouw’ (en français : la Brabançonne) te spelen en sprongen stokstijf in houding (of iets dat daar moet op trekken) en beseften pas enkele ogenblikken later dat men nog niet aan de Brabantse Vrouw was begonnen. De muzikale kennis van de bevolking gaat er dus ook niet op vooruit. Hoe zal dit evolueren in de toekomst? Dit is wel van belang, want vorig jaar deden er zich hier in Hove enkele incidenten voor met een koppel geïmporteerde Belgische vlaggendragers uit Mortsel die zich hier even kwamen aanstellen.
Smullen op kosten van de belastingbetalers
Na de vlaggenparade aan het monument ging het terug naar de salons van C.C. ‘De Markgraaf’ voor de gebruikelijke receptie. Het was duidelijk dat enkele aanwezigen speciaal voor dit evenement waren afgekomen. Hun glas kon niet snel genoeg worden bijgevuld door het opgetrommelde gemeentepersoneel en de groetenschotels vonden ook genoeg afnemers. Kwestie van een maaltijd uitsparen !
We merkten dat er verschillende praatgroepjes werden gevormd per politieke fractie (Ph7 was goed vertegenwoordigd met allerhande mandatarissen en raadgevers). Uit de gesprekken konden we ook opvangen dat binnen het Hovese schepencollege de bestuursplooien tussen N-VA en Ph7 nog niet volledig zijn glad gestreken. De aanwezige mandatarissen van de oppositie (CD&V) konden dit niet nalaten om dit extra te beklemtonen.
Een aantal gemeentemandatarissen leiden blijkbaar ook aan een zekere vorm van achtervolgingswaanzin, telkens ze leden van de schrijvende pers zien, of toch sommige leden van de schrijvende pers ! Gelukkig bestaat heel de bevolking niet uit ja-knikkers en meelopers.
Wat ook erg opviel, is dat de mandatarissen van groen-links (Hove Beweegt) nergens meer te bespeuren vallen in Hove. Noch op de Vlaamse feestdag, noch op de nationale feestdag, noch op straatfeesten, schoolfeesten, tentoonstellingen, enz … Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen verloor groen-links twee gemeenteraadszetels in Hove; als ze zo verder afwezig blijven in het Hovese gemeenschapsleven, bestaan ze binnen enkele jaren enkel nog in de gemeentearchieven. Ze doen maar wat ze niet laten kunnen !
Nu de nationale feestdag voorbij is, duikt Hove voor enkele weken de zomervakantie in en is het in onze gemeente normaal gezien vrij rustig.
Binnen een vijftal weken is iedereen terug op post voor de zomerendfeesten, de wielerwedstrijd, enz … of toch bijna iedereen.
[AFG_gallery id=’50’]
Toespraak op de Viering van de Belgische Nationale Feestdag
Hove, 21 juli 2014.
“Geachte Collega’s – Schepenen,
Geachte Oudstrijders,
Geachte Dames en Heren Aanwezigen,
Het is goed om op vandaag even de tijd nemen om terug te blikken op het voorbije jaar en op een paar vaststellingen in te gaan.
Een eerste vaststelling : ons nieuwe koningspaar; Filip en Mathilde, dat een jaar geleden de troon besteeg, zit stevig in het zadel en doet het goed.
Het mag zich verheugen in een groeiend vertrouwen van en instemming bij de bevolking. Mogen zij beiden, zowel voor hun nationale als voor hun internationale opdrachten, verder blijven uitgroeien tot goede vertegenwoordigers van het land en zijn inwoners.
Een tweede vaststelling : wij hebben op het Wereldkampioenschap in Brazilië een jong en zeer goed presterend voetbalteam gezien. Het supporteren ervoor groeide uit to een hype. Een hype waarvan sommigen hoopten dat ze een verlangen naar samenhorigheid onder de Belgen zou versterken. Die hype is vooralsnog een tijdelijk gebeuren gebleken.
Het moment waarop het Belgische elftal ons verenigde, waarop onze individuele en collectieve verschillen even opzij werden gezet, waarop we even de tegenstelling van waarden en visies konden vergeten, was mooi. Maar deze voetbalverbondenheid, hoe mooi ook bij momenten, dat weten we, kan onze samenleving niet helen.
En dat brengt ons tot de derde vaststelling : de federale en andere breuklijnen in het land werden zichtbaar in Mei bij de verkiezingen, die als ‘historisch’ werden bestempeld.
We hebben toen, door het uitbrengen van onze stem, duidelijk aangegeven in welke richting wij de Europese Gemeenschap, België en Vlaanderen in de komende jaren wensen te zien evolueren.
De Europese politiek staat voor velen van ons wat ver van ons bed, maar België is een van de stichters en een loyale partner van de Europese Unie. Deze Unie heeft in de voorbije jaren belangrijke (Belgische) bevoegdheden naar zich toegetrokken, om zich op te werpen als de behoeder van de monetaire en economische stabiliteit en de sociale welvaart. Wij mogen verwachten dat, na de crisis van de voorbije jaren, de Europese Unie de nodige veranderingen zal doorvoeren om Europa opnieuw op de weg naar economische en sociale groei te zetten en onze gemeenschappelijke welvaart en welzijn veilig te stellen.
België is ook een actief lid van andere internationale organisaties, en speelt zijn rol in internationale missies ook buiten ons continent. Wij hebben het recht om kritisch te staan tegen deze organisaties, maar moeten erkennen dat zij tijdens de voorbije decennia hebben gezorgd voor vrede, voor afwezigheid van mensenverslindende conflicten op ons continent. Iets wat wij vandaag, met de honderdjarige herdenking van de slachtingen van de eerste wereldoorlog voor ogen, in herinnering mogen en moeten brengen.
En dan het nationaal vlak : België is een complexe staat, samengesteld uit elementen die vaak via hun ‘scheidingslijnen’ worden benoemd : religieuze en filosofische; communautaire; sociaal-economische en ecologische.
Op elk van deze terreinen staat het land in de komende jaren voor belangrijke opdrachten. Zo vraagt de uitvoering van de zesde staatshervorming niet minder dan 26 samenwerkingsverbanden. Zo staan er ernstige uitdagingen op het vlak van begroting op de agenda : het bevriezen van de overheidsuitgaven; het ingaan tegen de spontane evolutie van de staatsuitgaven bij ongewijzigd beleid; het beveiligen van de koopkracht en de tewerkstelling; het verbeteren van de concurrentiekracht om tot een duurzame economische relance te komen; het voeren van een echt duurzaam klimaat- en energiebeleid; het hervormen van de sociale zekerheid, met een pensioenhervorming waarvan de krijtlijnen onlangs door een eminente onderzoeksgroep werden getrokken; het bestrijden van armoede; het waarborgen van onze veiligheid. Met daarnaast hangende politieke hangijzers zoals de nieuwe legeruitgaven, de regeling voor de Arco-coöperanten, de hervorming van het onderwijs, de noden op het vlak van welzijn en inzake betaalbaar wonen.
Ons onderling samenleven wordt over deze thema’s bij herhaling met tegengestelde opinies en oplossingen geconfronteerd. Dit is niet in tegenspraak met een volwassen gemeenschapsgevoel; het is er een onderdeel van. Wij leven daarmee, we zijn erbij betrokken. Actieve betrokkenheid bij de samenleving betekent naar harmonie streven, focussen op een gemeenschappelijk doel, verschillen niet op de spits drijven en terzelfder tijd verandering willen, tegenstellingen accepteren. De spanningen daarbij geven gewoon weer wat samenleven in een complexe maatschappij als de onze met zich meebrengt.
Het is de opdracht van onze beleidsmensen dit samenleven te organiseren en daarbij zoveel mogelijk rechten en vrijheden van zoveel mogelijk mensen te beveiligen en resoluut op te komen voor gelijkheid en non-discriminatie in al haar aspecten.
Dat in de huidige context ook efficiëntieverhoging bij het besteden van middelen vooropstaat, met nog ernstige financiële inspanningen van ons allen, maakt de zaak niet makkelijker. Ofwel dragen wij bij tot deze financiële inspanningen, ofwel schuiven we ook deze lasten door naar de komende generatie, onze kinderen. Dat laatste kan geen optie zijn. Onderling samenleven is ook voor onze kinderen een toekomst creëren en leefbaar houden.
Bij verkiezingen worden prioriteiten voor het beleid geformuleerd, standpunten verduidelijkt, wordt verwend naar de bevolking gecommuniceerd en hierdoor worden verschillen in meningen en opties duidelijk. Het hoort tot de kern, de eigenheid, de sterkte van ons democratisch systeem, dat wij dat kunnen; dat wij onze eigen mening niet, niet meer, hoeven weg te stoppen achter een grijs conformisme, maar op een volwassen en open wijze onze visie op de toekomst van ons samenleven mogen uiten.
Zeker dat is op deze feestdag het vieren waard.
Tenslotte : deze nationale viering vereist ook een vooruitblik. Hoewel we deze niet in termen van zekerheden kunnen verwoorden, durven wij verwachten dat de komende regeringen deze noodzakelijke opdrachten ernstig zullen aanpakken, met regeerprogramma’s die beantwoorden aan de beleidsopties die bij deze verkiezingen geplebiciteerd zijn geworden.
En dan geloof ik dat wij ons, in geëngageerde verbondenheid, kunnen inschakelen in dat beleid en in een samenleving waarin wij niet alleen geloven, maar waar wij recht op hebben en verantwoordelijkheid voor moeten opnemen. Het land en zijn inwoners, ons allen, ten bate.
Ik dank u voor uw aandacht.”
Arnold Herrebout,
Schepen van Onderwijs, Cultuur en Woonbeleid.
De Vlaamse Leeuw
(officieel volkslied van de Vlaamse Gemeenschap)
Componist : Karel Miry – Tekstschrijver : Hippoliet van Peene
De eerste twee strofen (vetgedrukt) worden bij officiële gelegenheden gezongen.
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan:
De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar.
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.