Staken of werken, hoe vrijwillig doen we dat vraagt Peter De Roover zich af. De vakbonden zouden beter hun verantwoordelijkheid opnemen in het sociale overleg in plaats van het land te blokkeren om de regering tot toegevingen te dwingen.
Hoeveel mensen zouden er vandaag – de grote stakingsdag van 15 december – gaan werken ? Ik stel me de vraag vooral voor ACV, ABVV en ACLVB. Vakbonden zijn tenslotte ook werkgevers en op zo’n nationale stakingsdag moet het daar alle hens aan dek zijn. In 2012, bij zo’n stakingsdag, bekloeg een werknemer van ACV zich er in de media over dat hij niet mee kon staken. Zijn werkgever, het ACV, vorderde hem en zijn collega’s op.
Veel werk dat ligt te wachten, het is voor de goede zaak, het personeel komt graag en gewillig werken, klinkt het als verweer bij de vakbonden. Tja, dat zeggen werkgevers ook, even terecht.
Kernpunt is en blijft : doen de werknemers het vrijwillig ; of het over staken gaat of over gaan werken. Laten we werknemers respecteren in beide gevallen. De ACV-délégué die voor de lopende VTM-camera verklaarde ‘Sommige mensen denken dat ze kost wat kost mogen gaan werken’ deed velen perplex staan. Het mag hem verbazen maar mensen hebben inderdaad recht te denken dat ze kost wat kost mogen gaan werken, hebben het recht om daar zelf over te oordelen zonder de directieven van stakingsposten te moeten volgen.
De neiging van vakbonden om te beslissen in naam van hun leden en zelfs van niet-leden, stuit uiteraard steeds meer mensen tegen de borst. Het mag dan ook niet verbazen dat een meerderheid van de bevolking niet achter de vakbondsacties staat. Het wordt tijd dat de syndicale top zich daar vragen over stelt in plaats van te kiezen voor de blinde vlucht vooruit, die dan nog economische schade berokkent op de koop toe.
Een groeiende groep mensen ziet in ze meegesleurd worden in een politiek conflict. ‘We staken tot de regering ogen en oren opent’, zegt ABVV-leider Rudy De Leeuw. Zijn ACV-collega Marc Leemans liet enkele dagen eerder optekenen : ‘De acties duren tot de regering luistert naar de stem van de vakbonden.’ Het was de linkse Italiaanse premier Renzi die hen van antwoord diende. Die krijgt in zijn land ook te maken met syndicale onrust en zette de puntjes als volgt op de i : ‘Wetten worden gemaakt in het parlement, niet door de vakbonden.’ Wie daar anders over denkt en niet naar handelt, beraamt eigenlijk niet meer of minder dan een staatsgreep. In dat avontuur krijgen de vakbonden zelfs het gros van hun eigen leden niet mee.
Die verwachten van de syndicaten dat ze hun onvervangbare rol spelen als belangenbehartiger van de werknemers, onder meer binnen het sociale overleg; niet dat ze de rol van het parlement betwisten of zelfs proberen over te nemen. Dat de vakbonden daar weer eens werk van maken en daarbij de nodige verantwoordelijkheidszin aan de dag leggen.
Oh ja, het zou ook mooi zijn van vakbondszijde wat alternatieven te vernemen die verder gaan dan de indruk wekken dat er ergens een jackpot verstopt staat die, mits aan de hendel te trekken, alle problemen oplost. Niet langer geleden dan gisterenavond vertelde een vakbondsman in een debat waar ik aan deelnam dat er niet moet bespaard worden als er een vermogensbelasting komt. Veel goedkoper kan je niet naar applaus hengelen. De vraag naar correcte, evenwichtige lastenverdeling is terecht. Ze wordt niet beantwoord met populistische simplismen. Voor de rest maakt ‘Neen, non, non, neen’ te weinig indruk als toekomstplan.
Bezin, vakbonden, voor je jezelf naar de irrelevantie hebt gekatapulteerd. Het zou spijtig zijn.
De auteur is Kamerlid voor de N-VA.
Foto’s (c) Gazet van Hove.