Voordracht door sportjournalist Mark Vanlombeek, “40 jaar media in 60 minuten”

Zondag 14 december, Da Capo, Hove

 

Mark Vanlombeek

Op 28 augustus 1955 hoort Mark Vanlombeek (°1950) op de radio hoe Maurice Dieudonné verslag uitbrengt over het wereldkampioenschap wielrennen op de weg in het Italiaanse Frascati, gewonnen door Stan Ockers. De kleine jongen is meteen in de ban.

Als de mensen van de beroepsoriëntering hem in de lagere school vragen wat hij later wil worden twijfelt hij dan ook niet : sportreporter op de radio. Voor zijn plechtige communie vraagt hij een bandopnemer zodat hij zelf reportages kan maken en opnemen. Aan de KU Leuven wacht hij tevergeefs op een praktijkoefening : “We zijn geen vakschool, maar een universiteit, meneer”. Hij stapt dan maar zelf naar de radio. Op zijn negentiende kan hij er aan de slag als losse medewerker, eerst bij Omroep Brabant, daarna op de sportredactie van de radio en de televisie van wat toen nog de BRT was. Hij blijft er bijna 30 jaar. Het laatste decennium van zijn professioneel leven is Mark Vanlombeek woordvoerder en communicatiemanager bij de Vlaamse Media Maatschappij, het moederbedrijf van onder meer vtm, 2BE, JIM, vtmKzoom, Vitaya, Q-music en JOE fm.

 

Het is de bedoeling van het Hovese gemeentebestuur om in de vernieuwde zaal “Da Capo” op geregelde tijdstippen zondagnamiddagvoordrachten te laten doorgaan met interessante sprekers.

We noteerden wat Mark Vanlombeek zoal als pikante zaken te vertellen had.

Hij ontpopte zich van sportjournalist tot specialist wielrennen.

–       Je moet op TV komen om tegenwoordig iets te betekenen.

–       De overstap van VRT naar VTM werd binnen de openbare omroep aanzien als een soort ‘landverraad’ …

–       TV wordt gemaakt. Men moet zich meestal aan de feiten houden, maar via montage kan men beelden manipuleren. Gaf het voorbeeld van in Frankrijk waar PPDA aangekochte reportage manipuleerde en het liet uitschijnen dat hij alle mogelijke wereldleiders interviewde, terwijl hij die mensen nog nooit gezien had.

Dit heeft te maken met de toenemende concurrentie.

–       Op 40 jaar tijd is het aantal Nederlandstalige zenders in Vlaanderen gestegen van vier (2 x BRT + 2 x NOS) tot een zestigtal vandaag. Er zijn ook vele nichezenders bij zoals Plattelands TV, Ment TV …

–       Alles is veel meer show geworden : vroeger had men Sporttribune, Extra Time …vandaag enkel nog shows. Het is goedkoper om een veldrit , een Tourrit uit te zenden dan een reportage hierover te maken. Dit zagen we aan de mindere belangstelling over een reportage over de wielerclub Astana.

–       Waarom doet de VRT dit niet ? Vroeger was de VRT een ‘ministerie’. (Maakte een vergelijking met het feuilleton “De Collega’s”). De concurrentie werkte anders. Bert De Graeve gaf als nieuwe CEO aan de VRT een nieuwe dynamiek. Anders zou de VRT worden weggespoeld. De kwaliteit moet soms wijken voor de concurrentiestrijd.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

–       Mark Vanlombeek wilde altijd sportjournalist worden. Hij leerde de job bij Jan Wauters. Deze vormde een hele generatie sportjournalisten.

Gaf het voorbeeld van een voetbalwedstrijd België – DDR (1-2) uit 1975. De pers had vooraf geschreven dat de Belgische ploeg van trainer Raymond Goethals aanvallend moest spelen met drie aanvallers. Dit gebeurde ook maar toch verloren de Rode Duivels. Na de match wenste Goethals de pers niet te spreken omdat hij zich geraakt voelde in zijn eer. Als stagiair-journalist kon Vanlombeek na de match (in de kleedkamer of op de receptie) geen interview vastkrijgen met Goethals. Hij zag zijn carrière als journalist al vliegen omdat Jan Wauters hem de opdracht had gegeven om koste wat kost een interview te maken. Uiteindelijk volgde Vanlombeek Goethals tot aan zijn wagen op de parking en blokkeerde fysiek zijn portaal en dwong zo na enkele smeekbeden toch een interview af van ½ uur. Carrière gered. Moraal van dit verhaal : je moet je nooit laten wegzetten als journalist, altijd kalm blijven, nooit toegeven, indien nodig 30 x hetzelfde vragen …

–       De sportjournalist eindigt niet aan de krijtlijnen van het speelveld. 1978 Argentinia, voetbalbeker. Militaire junta wil negatief imago opkrikken. Mensen verdwenen in gevangenissen en kwamen nooit meer terug. Protest van de “dwaze moeders van de Plaza de Mayo”. Men moet ook commentaar geven over de stad waar de wedstrijden plaatsvinden en de hele maatschappij errond.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

–       Vanlombeek (°1950) noemt zichzelf een “mei 68-er”. In 1978 stopte Eddy Merckx zijn sportcarrière in de Omloop van het Waasland. Voor de generatie  ‘mei 68-ers’ was Merckx een bourgeoiskind. Als kind geboren in het Hageland en van kleine zelfstandigen emigreerde hij met zijn ouders naar Sint-Pieters-Woluwe (Brussel) . Hier hielden zijn ouders een kruidenierszaak open. Merckx antwoordde vaak met een dubbelzinnige moraal. Zich nooit kwaad maken. Het werd er in die milieu’s ingeklopt om in iedere persoon een potentiële klant te zien en zich nooit over grote problemen uit te spreken in een bepaalde richting. Roger De Vlaminck was voor de journalisten eerlijker want hij gaf onomstoten zijn mening.

Voorbeeld : een vriendenmatch redactie BRT tegen sportmannen. Eindigde op 1-1. Nadien werden er strafschoppen genomen om toch een winnaar uit te roepen. Eddy Merckx miste de laatste strafschop zodat de sportmannen met 4-5 verloren. Merckx bleef lang in de kleedkamer hangen omdat hij het op zich nam dat zijn ploeg verloren had. “Hij moest steeds de beste zijn, hij moest winnen”.

–       Veldrijder Roland Liboton (°1957) was afkomstig uit de laagste sociale klassen. Werd opgevoed door een oom. Verdiende op korte tijd veel geld maar kon dit niet beheren. Werd financieel gepluimd door allerlei ‘adviseurs’ die rond die renners hingen.

Zelfde verhaal met wielrenner Freddy Maertens. Werd opgelicht door een ‘boekhouderskantoor’. Freddy heeft een sterke vrouw Karin die hem altijd is blijven steunen. Freddy werkt nu nog steeds in het Wielercentrum ‘Ronde van Vlaanderen’ in Oudenaarde.

Jonge vrouwen zoeken soms een ‘vedette’ om ook in de belangstelling te staan.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

–       Vandaag is de druk op sporters veel groter geworden : de media, sponsors, supporters. Nu is het privé-leven van een sporter vaak interessanter dan zijn/haar prestaties. Vandaag zijn er allerlei ‘communicatiespecialisten’ die alles kunnen uitleggen.

–       De journalistiek is erg veranderd. Voor WO II hadden de Brusselse kranten Het Laatste Nieuws en La Dernière Heure een namiddaguitgave. Ze wilden verslagen van de Brusselse voetbalclubs. Sportverslaggevers gingen naar de wedstrijden met een mand met vier duiven erin. Ze lieten die duiven op geregeld tijdstippen tijdens de match los met deelverslagen van de wedstrijd zodat men die op de redactie reeds kon gebruiken. De teksten werden nog in lood geplaatst op drukplaten.

–       In het wielrennen is voor de verslaggever een goede motard goud waard. Vanlombeek werkte met Jos De Wit, deze werkte tot zijn 70 jaar.

–       Sport heeft te maken met emoties. Voorbeeld Gerry Kneterman had een stalen wil om terug te komen (Amstel Gold Race, 1985).

–       Als besluit : de erelijsten zijn mooi. De menselijke momenten neem je als verslaggever de rest van je leven mee.

Doping : je moet erover spreken als ze zich voordoen. Er zijn zoveel andere momenten waarover je kan spreken.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Hier eindigde het verhaal, applaus van de 50 aanwezigen en begon de receptie aangeboden door het gemeentebestuur.

 

Foto’s (c) Gazet van Hove.