Sinds oktober demonstreren elke maandagavond duizenden mensen in Dresden tegen de ‘islamisering’ van de maatschappij. Verschillende tenoren uit de politieke klasse van Duitsland vrezen dat de beweging ‘Patriotische Europäer gegen die Islamisierung des Abendlandes’ (Pegida) in extreemrechts vaarwater terechtkomt.
De initiatiefnemers van Pegida hebben het slim aangepakt : demonstreren op maandagavond in Dresden, de hoofdstad van de Oost-Duitse deelstaat Sachsen, wekt de herinnering op aan de tijd dat de burgers 25 jaar geleden op straat kwamen tegen het regime van de niet lang daarna opgedoekte communistische DDR. De parallel is duidelijk : burgers die het gevoel hebben dat de hoge politiek niet naar hen luistert, verheffen hun stem. Duitsland zou volgens Pegida vooral door immigranten en vluchtelingen uit het Midden-Oosten worden overspoeld en zo ten prooi vallen aan islamisering. Zo vertolkt Pegida de angst van burgers voor een ‘clash of civilizations’, zoals de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington de botsing van verschillende culturele en religieuze identiteiten in het tijdperk van na de Koude Oorlog noemde. Pegida ziet zich gesterkt door een enquête die het instituut TNS Forschung in opdracht van het weekblad Der Spiegel heeft uitgevoerd en volgens welke een derde van de ondervraagde burgers angst voor islamisering heeft en twee derde meent dat de Grote Coalitie van christendemocraten (CDU/CSU) en sociaaldemocraten (SPD) te weinig rekening houdt met de zorgen en angsten die in de maatschappij leven rond de vluchtelingenproblematiek.
Verdacht
Pegida begon met enkele honderden demonstranten, maar brengt inmiddels vijftienduizend mensen op de been. Intussen ontstaan er ook gelijkaardige bewegingen in andere Duitse steden. Andere verdachte of minder graag geziene partijen haken hun karretje vast aan Pegida of de nabootsingen ervan in andere steden. Protestbewegingen als Pegida stammen uit de ‘bürgerliche Mitte’ zoals het centrumrechtse milieu in Duitsland wordt genoemd, maar zouden volgens de politicologen Hajo Funke en Werner Patzelt de gefrustreerde aanhangers van de als neonazistisch geboekstaafde Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD) weer kunnen mobiliseren. In de deelstaat Noordrijn Westfalen (NRW) schaart ook de extreemrechtse partij Pro NRW zich achter het burgerprotest. Ook de ‘Alternative für Deutschland‘ (AfD), de succesvolle nieuwkomer van rechts in het partijenlandschap, heeft haar aanvankelijke scepsis tegenover Pegida laten varen, maar terwijl de ene vicevoorzitter zegt onder de demonstranten ‘geen rechts-radicalen te zien’, maar ‘ongeruste burgers’, waarschuwt de andere voor deelname aan ‘demonstraties met zelfverklaarde islamcritici’.
Extreemrechts
De reacties van de ‘hoge politiek’ schommelen tussen afwijzing en een zeker begrip en ze verraden vaak ook iets over de ideologische positionering van de politicus of politica in kwestie. Heiko Maas (SPD), de sociaaldemocratische federale minister van Justitie, noemt het bestaan van Pegida een ‘schande voor Duitsland’ en beschouwt haar als een beweging waarin mensen onbeschroomd lucht durven geven aan hun ‘ressentimenten’. Zijn partijgenoot Ralf Jäger, minister van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, bestempelde de demonstranten zelfs als ‘Neonazis in Nadelstreifen’ (Neonazi’s in krijtstreeppak). De Beierse christendemocraat Stephan Mayer (CSU) pikt het niet dat die burgers in de ‘extreemrechtse hoek’ worden geplaatst. Thomas de Maizière (CDU), federaal minister van Binnenlandse Zaken, onderkent ook ‘problematische ontwikkelingen’ binnen Pegida, maar vindt dat de politiek de zorgen van de demonstranten aangaande de ‘uitdagingen van onze tijd’ ernstig moet nemen. Ingaan op die zorgen en angsten is ook nodig volgens Joachim Herrmann, de minister van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Beieren, vooraleer ‘extreemrechtse rattenvangers met hun stompzinnige slogans’ dat zouden doen.
Escalatie
Heiko Maas sprak bij zijn veroordeling van Pegida ook zijn vrees uit voor verdere escalatie in de agitatie tegen vluchtelingen en immigranten. Het maatschappelijke klimaat in Duitsland is inderdaad aan het verruwen : de laatste maanden zijn Duitse steden het toneel van heel wat gewelddadige confrontaties geweest, – bijvoorbeeld tussen Jezidi’s (Koerden die een niet-islamitische religie belijden) en aanhangers van ‘Islamitische Staat’ (IS) -, van in de Bondsrepubliek zelden op die schaal geziene antisemitische uitspattingen tijdens demonstraties naar aanleiding van de militaire acties van Israël in de Gazastrook, en van betogingen van de beweging ‘HoGeSa’ (‘Hooligans gegen Salafisten’). De hele kwestie kan verder escaleren, zeker nu er zich met ‘Dresden für alle – Für ein weltoffenes Dresden’ een grote tegenbeweging tegen Pegida is aan het vormen. Het gevaar bestaat dat de oproep van Thomas de Maizière voor ‘Aufklärung und Gespräche’ (opheldering en gesprekken) wordt bedolven onder partijpolitiek gekrakeel en onverzoenlijke ideologische tegenstellingen. Terwijl sommige politici blijkbaar in de Duitse maatschappij een vruchtbare bodem voor extreemrechts onderkennen, slaat Aiman Mazyek, de voorzitter van de Zentralrat der Muslime (de koepel van de moslims in Duitsland) een andere toon aan. Ook hij waarschuwt wel voor oproerkraaiers die de angsten van de mensen uitbuiten, maar het is aan de politiek om weer met de burgers te communiceren en hun de angst voor immigratie te nemen, want Duitsland is op zich als land niet xenofoob, ‘Deutschland ist nicht so !’.
Dirk Rochtus
Dit artikel verscheen op www.knack.be (16 december 2014)