Derk Jan Eppink publiceert een ontluisterend, amusant en goedgeschreven boek over zijn jaren als europarlementslid.
door Harry De Paepe – www.doorbraak.be .
Derk Jan Eppink is al lang geen onbekende meer in Vlaanderen. In 1998 verscheen zijn succesvol Vreemde buren. Over politiek in Nederland en België. Enkele jaren later was ook zijn grappige en anekdotische Avonturen van een Nederbelg Een Nederlander ontdekt België een echte voltreffer. Eppink schreef destijds voor De Standaard en kwam toen in volle aanvaring met de toenmalige premier Guy Verhofstadt. Het werd een relatie die mank zou blijven.
Eurorealisme
Intussen zetelde de zelfverklaarde Nederbelg vijf jaren in het Europees Parlement voor de LDD. Een Nederlander die de Belgische kiezer vertegenwoordigd, verdomd pro-Europees zoals Tory William Hague zou opmerken in gesprek met de LDD’er. Maar dat is het geenszins. In dit nieuwe boek Het rijk der kleine koningen Achter de schermen van het Europees Parlement schetst Eppink een ontluisterend beeld van de opperste politieke instellingen van Europa. De auteur stelt zich op als een eurorealist, daarmee de term introducerend in Vlaanderen voor de N-VA ermee op de proppen kwam. In een pamflet van zijn hand uit 2009 met de titel De eurorealisten komen ! Blauwdruk voor een werkend Europa doet hij zijn ideeën hierover uit de doeken.
Eppink werd vanaf zijn verkiezing een bevoorrechte getuige van de logge structuren van de Europese Unie. Hij kende ze al van binnenuit, ooit als medewerker van onder meer eurobons Frits Bolkestein – die een mooi en een opmerkelijk eurokritisch voorwoord noteerde. Het meest frappante beeld dat uit dit boek naar voren komt, is het complete gebrek aan zelfkritiek van de EU-machthebber. Alleen Nigel Farage lijkt het publieke podium als ‘hofnar onder de koningen’ te halen, maar voor het overige is het een en al zelfbewieroking. Eppink beschrijft de eurobubbel minutieus met al het overdreven drukke reizen, de vreemde figuren en situaties en – het meest frappante – de complete verrassing van de eurocrisis. Daarbij hanteert hij zijn intussen kenmerkende humor en neemt hij als een soort Alice in Wonderland een verbaasde houding aan terwijl hij die vreemde wereld door en door kent.
Een tip van de politieke sluier
De lezer leert de werking van de EU kennen door een bijna pedagogische beschrijving van de EU. Je krijgt eerlijk gezegd ook een minder fraai beeld van de politieke klasse die narcistisch de gang van de wereld tracht te bestieren. Toen Eppink nog als stagiair in de jaren ’80 werkzaam was aan de EEG kreeg hij te horen van een Duitser dat ‘als je niets meer kunt, kun je nog politicus worden. Kijk naar Hitler. Die mislukte overal en zei toen : “und dan beschloss ich Politiker zu werden.”’ Hoewel de auteur het zelf niet zo cru wil stellen, is er toch oprechte verontwaardiging te merken in zijn bespreking. Zo stelt hij meermaals vast dat politici in Brussel andere dingen beweren en goedkeuren dan wat ze aan het thuisfront vertellen.
Eppinks Europese avonturen verlopen zonder dat de Belgische politiek veraf is. Hij speelde een rol in de politieke marketing tijdens de klim naar de macht van de N-VA. Terwijl zijn eigen partij als een plumpudding in elkaar zakte, gebruikte Eppink zijn contacten om de Bart De Wever en de zijnen opwaarts te duwen. Omdat hij een stiekeme N-VA’er is ? Neen, het aanbod van de N-VA wees hij destijds af, maar omdat hij geloofde in het project van de eurokritische fractie European Conservatives and Reformists Group (ECR), de Europese fractie waarbij de N-VA zou aansluiten in 2014. Via Eppink verliep de De Wevers toegang tot Downing Street 10 in maart 2011. Ook het latere contact met de Londense burgemeester, Boris Johnson, zou met hulp van Eppink gebeuren. Dit openen van de deuren leidde uiteindelijk niet tot de automatische aansluiting van de N-VA tot de ECR, tot het ongenoegen van Eppink.
Guy Verhofstadt komt nogal, zoals te verwachten, bekaaid uit in dit boek. De Gentse liberaal lijkt een humeurig, onbeleefd en koppig ego te zijn die, aldus Eppink, ‘de neiging heeft precies het tegenovergestelde te beweren van wat hij vroeger beweerde, in de veronderstelling dat niemand dat in de gaten heeft.’ De Nederlander steekt voortdurend de draak met de ‘zwaaiende armen’ en het feit dat Verhofstadt ‘namens zichzelf’ spreekt in plaats van namens zijn fractie. Hij besluit over de voormalige liberale leider : ‘Twintig jaar Verhofstadt was een enorme leerschool, ik had het niet willen missen en- wie weet – ga ik hém wel missen. Maar ik hoop toch dat het nu voorbij is. Guy, bedankt.’
Stuff and nonsense !
De hamvraag van dit vlot lezende boek is of er geen toekomst is voor het Europees Parlement ? Eppink waarschuwt zijn voormalige confraters dat indien EU’ers doorgaan met de zelfbewieroking en er blijven vanuit gaan dat de enige oplossing gewoon meer Europa is, de instelling haar representativiteit zal verliezen en op die manier haar politieke fundering zal zien verdampen. ‘Het Europees Parlement wordt dan een reizend gezelschap dat danst voor de spiegel, tot de volgende ernstige crisis.’ Derk Jan Eppink pleit voor een herwaardering van de rol van de nationale parlementen zodat het EU-parlement zich kan focussen op kerntaken.
Het gebeurt niet vaak dat er in ons taalgebied een dergelijk leesbaar en degelijk eurokritisch boek verschijnt. Het siert de man dat hij al die tijd een Alice is gebleven die niet opging in het soms absurd aandoende geheel van de eurobubbel. ‘Stuff and nonsense !’, schreeuwde het blonde meisje in Wonderland voor ze wakker werd. Derk Jan Eppink keert nu ook naar huis, maar niet zonder ons een verdomd goed boek na te laten.
Derk Jan Eppink. Het rijk der kleine koningen. Achter de schermen van het Europees Parlement, Uitgeverij Pelckmans / Nieuw Amsterdam, 246 blz. , 2015, 22.5 € , ISBN nummer : 9789028980884.
Foto’s : (C) Reporters.