Een tegenfeitelijke ‘Vaderlandsche Geschiedenis’.
Door Harry De Paepe – www.doorbraak.be .
2015. Het jubeljaar van het Koninkrijk der Nederlanden. Even leek het anders te lopen, maar gelukkig was er Leopold II. Die slaagde er in 1870, in de schaduw van de Frans-Duitse oorlog, in om onze Nederlanden terug te verenigen. Wat een ongeluk dat zijn opvolger, prins Albert, werd vermoord door de Italiaan Gennaro Rubinno waardoor zijn weduwe de latere regentes Elisabeth noodlottige besluiten nam tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ons vaderland was er op een haar na niet meer. We mogen als Nederlanders van geluk spreken dat op 15 november 1919 het volk duidelijk ‘ja’ antwoordde op de vraag : ‘Zijt u van mening dat Wilhelmina, prinses van Oranje, als Koningin van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden de troon moet bestijgen ?’ Het is een zege geweest dat de plannen van luchtmachtkolonel Leopold von Saksen-Coburg om tijdens de nazibezetting de troon van onze landen terug te beklimmen ijdel zijn gebleven.
De veertigjarige splitsing (van 1830 tot 1870) is haast vergeten vandaag. Alleen in het zuiden van ons land zijn hier nog verre echo’s van terug te vinden bij een harde kern van ‘malcontenten’ die zelfs dromen van een afscheuring van Wallonië en een aanhechting bij Frankrijk.
Het Nederlands bloeit als belangrijkste landstaal en onze meertaligheid (met het Frans en het Duits als tweede en derde taal) maken ons sterk in de wereld. We bezitten de vijftiende grootste economie met de stad Antwerpen als de voornaamste motor. Onze Rode Duivels zijn onze nationale trots. Ja, het gaat goed met ons Verenigd Koninkrijk. Oranje boven ! Leve de Koning !
Dit had het relaas kunnen zijn dat ieder van ons perfect kende. Bert Kruismans scheef in 2015 een ’tegenfeitelijke geschiedenis’ van een onbestaand koninkrijk. Het had immers gekund dat België en Nederland verenigd bleven en uitgroeiden tot een economische wereldmacht. Kruismans gebruikt hiervoor verrassend genoeg niet een mislukking van de Belgische revolutie in 1830 als startpunt, maar hij neemt de wilde fantasieën van koning Leopold II om Luxemburg in te lijven (als een soort rechtzetting van 1839) als beginpunt. Het moet gezegd : het verschil tussen non-fictie en fictie is soms flinterdun. De manier waarop de Oranjes opnieuw de troon bestijgen in zijn vaderlandse geschiedenis gaat er eigenlijk in als zoete koek. Dé historische waarheid lees je in zwarte letters, Kruismans’ versie is in het blauw gedrukt. Daarbij gebruikt de Aalsterse komiek uiteraard zijn gekende humor die hij soms heel fijntjes en intelligent hanteert (soms ook niet). Bijvoorbeeld de prinsjes van de Nederlanden lopen bij hem uiteraard school op een atheneum. Logisch in de fictieve Nederlandse context, ondenkbaar in de huidige Belgische.
Is deze ‘Wat als ?’ dan een aanrader ? Ja, toch wel. Maar je moet je er overheen zetten dat het één grote hoop nonsens is. Wie niet afwijkt van een correcte kijk op de geschiedenis moet er niet aan beginnen. Maar lezers die houden van geschiedenis en als kleine jongetjes dromen van hoe het had kunnen zijn, zullen hiervan genieten. Kruismans maakt er geen rommeltje van. Hij gebruikt enorm veel feitelijke geschiedenis om zijn fictionele historie te weven. En hij doet dat vlotjes. Ik ben alvast een tevreden jongetje.
Bert Kruismans, Ons 200-jarig Koninkrijk. De Waarheid over België en Nederland, Uitgeverij Manteau/Nijgh & Van Ditmar, Antwerpen, 352 blz., 2015, 22.5 €, ISBN nummer 9789022331965 .
Foto’s © Reporters.