Uit de smalle beursstraat
Na een aantal jaren van zeer beperkte prijsstijgingen zullen we in 2016 opnieuw geconfronteerd worden met inflatie. Wellicht zal die hier oplopen tot 1,9 procent. Wat nog altijd onder de doelstellingen is van de Europese Centrale Bank. Die ziet 2 procent inflatie als het beste smeermiddel voor de economie. Al zou het goed zijn dat de Belgische inflatie niet veel hoger gaat.
In 2014 bedroeg de inflatie in België amper 0,5 procent. Dit jaar zal de stijging van de prijzen afklokken op 0,6 procent. Een gevolg van de lage olieprijzen, het spaargedrag van de inwoners van België en de gebrekkige bedrijfsinvesteringen.
Consumenten en ondernemingen zijn terughoudend om het geld te laten rollen en dat vertaalt zich in een lage inflatie. De aanhoudende renteverlagingen van de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt hebben daar geen verandering in gebracht, evenmin als de verschillende methodes om geld in de economie te stoppen. Er is nog altijd te weinig vertrouwen om de economie aan te zwengelen. Het expansiebeleid van de Europese Centrale Bank heeft dat geld vooral naar hoogrenderende beleggingen gesluisd, zoals aandelen. Het monetaire beleid creëert vooral zeepbellen. Zo worden technologiebedrijven die nog niet beursgenoteerd zijn overgewaardeerd.
Maar zie, volgens de recentste prognoses van de Nationale Bank van België (NBB) zou de Belgische inflatie volgend jaar plots stijgen van 0,6 naar 1,9 procent. In 2017 zou de levensduurte stijgen met 1,7 procent. Goed nieuws, zou men denken.
België komt op die manier immers in de buurt van de ECB-doelstellingen voor inflatie : 2 procent. Inflatie moet er volgens veel economen zijn, want dit is het smeermiddel voor de economie.
Als de prijzen stijgen, zullen de mensen geneigd zijn hun spaargeld – vaak uitgestelde consumptie op een rekening – uit te geven. En bedrijven zullen investeren omdat ze dankzij de hogere prijzen meer winst kunnen maken. Maar de euforie van een hogere inflatie is vaak van korte duur. Zoals de Amerikaanse econoom Milton Friedman ooit zei : inflatie is als alcoholisme, enkel in het begin lijkt het leuk.
Inderdaad, de hogere Belgische inflatie zal sneller dan verwacht nadelige effecten hebben op de economie. Om dat te begrijpen, moeten we kijken naar de oorzaken van die gestegen levensduurte. Volgens de Nationale Bank neemt de inflatie toe omwille van de stijging van de olieprijzen maar ook en vooral omwille van een aantal indirecte belastingen : de hogere accijnzen op tabak en alcohol, de hogere btw op elektriciteit, de Turteltaks, allerlei regionale prijsstijgingen zoals een busabonnement, de hogere btw voor verbouwingen in huizen jonger dan tien jaar,… Al deze maatregelen zijn nuttig en noodzakelijk omdat ze ofwel passen in het beleid van de Vlaamse regering om een einde te maken aan de gratis politiek van paars, ofwel omdat ze een onderdeel zijn van de zogenaamde federale tax-shift. In dat laatste geval worden lagere loonkosten voor de bedrijven (wat jobs moet opleveren) en de lagere personenbelasting (wat werken aantrekkelijker moet maken) gecompenseerd door onder meer hogere consumptiebelastingen.
Die taksen doen de prijzen van bepaalde producten stijgen, en daardoor neemt de index van de consumptieprijzen toe. Een aantal van die prijsstijgingen wegen door in de zogenaamde gezondheidsindex. Wanneer ook die stijgt, zullen de lonen opwaarts moeten worden aangepast door het in België zo goed als unieke systeem van de automatische loonindexering.
De totale loonkosten van de bedrijven zullen dus stijgen door een versnelde verhoging van de lonen. Daardoor zullen onze bedrijven aan concurrentiekracht ten opzichte van de buurlanden inboeten, want daar stijgen de lonen niet automatisch met de levensduurte. Dat systeem van automatische loonindexering werd vorig jaar even “on hold” gezet door de indexsprong die de regering doorgevoerd heeft. Bij een prijsstijging zouden de lonen niet worden aangepast tot een geaccumuleerde inflatie van 2 procent wordt bereikt. Het effect van die maatregel zal door de hogere inflatie tegen de lente van 2016 zijn uitgewerkt.
Om de effecten van de hogere belastingen op de indexering te compenseren, zou er eigenlijk een tweede indexsprong moeten worden doorgevoerd. Maar dat is voor de CD&V wellicht onbespreekbaar. Terwijl N-VA en Open Vld er wellicht voor zijn. Na nieuwjaar zullen binnen de federale regering opnieuw harde discussies gevoerd worden.
Angélique Vanderstraeten
In
Foto’s © Gazet van Hove