Op zoek naar communautaire vrede
Het communautaire komt niet terug, het is nooit weggeweest. Alleen het interesseert geen hond. En toch, toch schrijven we er over.
Door Pieter Bauwens – www.doorbraak.be .
Ik weet niet hoe het met u zit, maar als ik een nieuwsitem hoor over Linkebeek in combinatie met burgemeester, Thiéry en benoeming, dan krijg ik een acute desinteresse aanval. ‘Niet weer’, ik ben dat hele gedoe zo beu, zo beu. De would be-burgemeester van Linkebeek, de man die er van droomt om een hedendaagse Jean-Marie Happart te worden en regeringen te doen vallen. En het wil maar niet lukken. Mijn bewondering voor die mannen en vrouwen van TAK die het blijven opbrengen om er te blijven protesteren. Hoedje af.
Blijkbaar is de ergernis er aan weerszijden van de taalgrens. Béatrice Delvaux, schrijft in De Standaard dat het hele zaakje een hoge graad van voorspelbaarheid heeft. Maar Delvaux laat tussen de lijnen wel weten dat de Vlamingen er maar beter mee ophouden. Thiéry heeft volgens Delvaux ‘zijn goede wil getoond door Nederlandstalige oproepingsbrieven te versturen’, in verkiezingen die hij zelf heeft uitgelokt. De man kan deze legislatuur geen burgemeester worden wegens het niet naleven van de taalwet bij de lokale verkiezingen in 2012. Als je dan tussentijdse verkiezingen organiseert verandert dat niets aan de zaak. Delvaux zou beter het gezond verstand laten spreken en Thiéry aanmanen iemand anders van zijn partij burgemeester te laten worden, dan is die hele zever afgelopen. Of gelden de uitspraken van de Raad van State niet als je lang genoeg ageert ?
Linkebeek is slecht politiek theater. De opvoeringen zullen blijven tot de lokale verkiezingen van 2018. Dan zal Thiéry schouderklopjes krijgen en een MR-boegbeeld zijn, een ‘voorvechter van de rechten van de Franstaligen’, ‘een martelaar’. Dat doet het altijd goed. Maar ook martelaren moeten zich aan de uitspraken van de Raad van State houden. En ja, het toont feilloos aan hoe de zesde staatshervorming de pacificatie van de Vlaamse Rand heeft tot stand gebracht. Geeuw.
Radio
Als u wel eens graag naar de radio luistert (lekker ouderwets op FM) kan u ook met zo’n leuk Belgisch kantje geconfronteerd worden. De wetgeving daarover is gemeenschapsmaterie en verschilt in Vlaanderen en Franstalig België. 27 Franstalige radiofrequenties verstoren Vlaamse en 18 Vlaamse frequenties verstoren Franstalige. Een probleem dat al zou oud is als de overheveling van de wetgeving naar de gewesten en dat erger wordt. In 2005 waren er slechts 9 problematische Franstalige frequenties voor Vlaanderen, maar door de jaren heen kwamen er een pak nieuwe frequenties in Brussel en Wallonië bij of verhoogden bestaande zenders hun zendvermogen.
Al in 2011 stapte Vlaanderen naar de Raad van State om een procedure te starten tegen dertien besluiten van de Franse Gemeenschap die voor even veel frequenties in Brussel nieuwe uitzendkarakteristieken bepaalden. ‘Normaal’ kan zoiets enkel na een overlegprocedure met de Vlaamse Gemeenschap. Maar dat overleg was er niet. In totaal liggen er volgens Wilfried Vandaele (N-VA) 95 dossiers over zendfrequenties bij de Raad van State. Twee vorderingen van de Franse gemeenschap tegen Vlaamse frequentiebesluiten en 35 vorderingen van Vlaanderen tegen besluiten van de Franse gemeenschap.
Eind 2013 werd een principeakkoord gesloten tussen de Vlaamse en de Franstalige gemeenschappen om de wederzijdse procedures bij de Raad van State tegen elkaars besluiten en frequentieplannen voorlopig stop te zetten en de tijd te nemen om samen tot een oplossing te komen. Vandaele vroeg aan de Vlaamse minister van Media Sven Gatz (Open VLD) hoe het nu zat. ‘De N-VA stond hier heel sceptisch tegenover, omdat we van oordeel waren dat dit weinig zoden aan de dijk zou brengen. Sinds het aantreden van de huidige Vlaamse Regering werden al een vijftiental vergaderingen gehouden, maar de onderhandelingen verlopen moeizaam.’ Lees : er zit nog geen akkoord aan te komen. Zelfs de sterkte en de frequenties van radiozenders op elkaar afstemmen lukt niet in België. Maar er zijn verder geen communautaire problemen.
Brussel
Bovenop het verhaal van de tunnels en Molenbeek, deze week het verhaal dat de gemiddelde Brusselaar armer is dan de gemiddelde Waal. U leest het goed. Econoom van dienst Jean Hindriks (UCL) zei daarbij in De Tijd : ‘Wellicht speelt ook slecht beleid een rol’. Brussel is het slachtoffer van een dubbele beweging : rijke inwoners verlaten de stad én meer en meer bedrijven vestigen zich in de rand om te ontsnappen aan de mobiliteitsknoop.
In De Tijd reageert het kabinet van de Brusselse minister van Economie Didier Gosuin (FDF) : ‘In Europa is Brussel de regio met het derde hoogste bruto binnenlands product (bbp) per inwoner. Tegelijk is Brussel de armste regio van België’. Volgens de Brusselse regering is de oorzaak simpel : de helft van wie in Brussel werkt, pendelt naar Brussel. ‘Die pendelaars dragen bij tot het bbp van Brussel, maar Brussel kan er niet van profiteren.’ Dat ze daarvoor per jaar 48 miljoen euro ‘pendelcorrectie’ krijgen bovenop heel wat andere compensaties, zeggen ze er niet bij.
Volgens Johan Van Gompel (KUL en KBC) is het niet al kommer en kwel in Brussel. Hij wijst op stijgende werkgelegenheid en dalende werkloosheid : ‘De hervormingen van de de Brusselse regering hebben stilaan effect’. Maar toch stijgt tegelijk het aantal leefloners en wordt de inkomenskloof tussen Brussel en Vlaanderen én Wallonië alsmaar groter. Zou Donald Trump dat al weten ?
Ach, heerlijk toch die communautaire vrede.
En dan hebben we het niet gehad over de kleur van de sjerp voor Waalse schepenen of een Franstalige filmprijs voor twee Vlamingen. Nous sommes tous des Belges.
Foto’s © Reporters – coverfoto : radio Uylenspiegel, Frans-Vlaanderen.