Wat niet echt gezegd mag worden
We zijn aangevallen door islamisten, in naam van Allah. Dat verdient herhaling, want politici geven het kind liever geen naam.
Door Kathleen Van den Heuvel – www.doorbraak.be
Toch oppassen als je plots lof krijgt van David Van Reybrouck. Het overkwam Charles Michel, een dag na de aanslagen van 22 maart. Van Reybrouck, de zelfverklaarde redder van de democratie, stak in De Standaard een lofzang af op de eerste minister. Onze premier, stelde Van Reybrouck, had na de terreurgolf in en rond de hoofdstad meteen ‘de juiste toon’ gevonden. Dat in tegenstelling tot de Franse president Hollande, die na de aanslagen van 13 november toch veel te oorlogszuchtig uit de hoek was gekomen.
Dit vindt Van Reybrouck allemaal geweldig goed gezegd van Michel :
– Kalm en vastberaden het emotionele vatten
– Niet te kordaat reageren (‘spiraal van geweld’)
– Het hele regeringsteam een plaatsje in de zon gunnen
– Geen bevolkingsgroepen of religies stigmatiseren
– Islamitsche Staat niet bij naam noemen (‘dat zijn ze niet waard’)
Hij vindt het allemaal schitterend, maar Van Reybrouck heeft in werkelijkheid opgesomd wat Michel allemaal fout heeft gedaan. Niemand zal er de premier op afrekenen, maar in zijn eerste reactie liet Michel wel degelijk belangrijke kansen liggen. Het is cruciaal om op de dag van een nationaal trauma de dingen bij naam te noemen. Tot groot genoegen van de Van Reybroucks van deze wereld heeft Michel dat niet gedaan. Daarmee heeft de eerste minister wellicht de toon gezet voor wat weer een periode van wegkijken en wegmoffelen wordt.
Dit had premier Michel beter benadrukt in zijn eerste reactie :
– De emotie delen we allemaal, maar we moeten ook rationeel zijn.
– Islamisten de andere wang toekeren werkt niet. We moeten terugslaan.
– Maggie De Block zit hier vooral omdat Open Vld ook aan wou schuiven.
– Er is een kanker in de islam. Dat is het probleem van de hele islam én van ons allemaal.
– Onze vijand heet Islamitische Staat.
Het is wraakroepend dat onze leiders zelfs na 22 maart terugdeinzen voor simpele feiten. Noch de premier, noch het staatshoofd de koning, hebben in hun reacties het fatsoen gehad om onze vijand bij naam te noemen. Het is hallucinant : je land wordt aangevallen, je spreekt de bevolking toe over die aanval, maar je blijft vaag over het allerbelangrijkste element : wie ons aangevallen heeft, wie de vijand is. Er zijn geen historische precedenten voor dit soort lafheid. Er bestaan geen excuses voor dit stilzwijgen.
Iedereen snapt waarom Charles Michel om de hete brij heen danst. Anders dan bij een traditionele invasie, zit de vijand nu verstopt in een grote gemeenschap die deel uitmaakt van dit land. De islamisten zitten ingebed in de islamistische gemeenschap, die notoir lange tenen heeft. Zelfs wie de afkorting ‘IS’ voluit uitspreekt als ‘Islamitische Staat’ laadt tegenwoordig al verdenkingen op zich. ‘Polariseren !’, ‘Verdelen !’, ‘Stigmatiseren !’ Dus beperken de meeste politici zich tot eufemismen. De struisvogelpolitiek keert terug door de grote poort.
Het doet allemaal wat denken aan Harry Potter. In de bekende jeugdreeks over de leerling-tovenaar heet de grote nemesis Voldemort, maar het grootste deel van de magische gemeenschap heeft het liever over ‘Hij Die Niet Genoemd Mag Worden’. Uit angst voor de machtige magiër prevelt men liever over ‘Jeweetwel’. De held Harry noemt de dingen natuurlijk bij naam. In het eerste boek staat daarover al: ‘Noem dingen altijd bij hun naam. De angst voor een naam vergroot je angst voor het ding op zich‘. De waarheid komt uit een kinderboek.
Foto’s © Reporters.