HET VEILIGHEIDSDILEMMA EN DE WAPENWET DOOR EEN CONSERVATIEVE BRIL BEKEKEN
Rechtse studenten worden lid van schietclubs en beroepen zich op het recht op zelfverdediging. Foute boel, vindt Ward Dewitte.
Sinds enkele maanden kan ik als Vlaamsgezinde student in Gent een opzienbarende trend waarnemen : (rechtse) studenten die op regelmatige basis de schietclub bezoeken, en dit op grond van ideologie. Vooral bij het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond lijkt het populair.
Verschillende leden argumenteerden dat wanneer de staat niet in staat bleek te zijn om de veiligheid van haar burgers te waarborgen, de burgers hun eigen veiligheid maar moeten garanderen. ‘Brave burgers’ moeten volgens hen dus gemakkelijker aan een wapen geraken via het legale circuit opdat ze zich zouden kunnen verdedigen tegen criminelen die ‘veel gemakkelijker’ aan wapens kunnen geraken via het illegale circuit. ‘Geef ons wapens !’, stelt de Gentse club. Een duidelijke boodschap. Maar is dit een duurzame oplossing voor het veiligheidsdilemma ? En wat met de ideologie er achter ?
Het legale circuit en haar nadelen
Akkoord, het illegale wapencircuit is een probleem. Maar men vergeet dat als men het legale circuit versoepeld, dit niet alleen het geval is voor brave burgers, maar ook voor mensen (zonder strafblad) die slechte intenties hebben.
Dat zou betekenen dat men de ene dag als brave burger een wapen kan kopen om zich te beschermen tegen criminelen, maar de maand daarop er zelf één kan zijn. Pas dit principe bijvoorbeeld toe op recent Europees onderzoek dat uitwijst dat het mogelijk is om als jonge moslim in Europa op een maand tijd te radicaliseren, dan begrijpt u welke gevaren dit inhoud. En zelfs al zijn jihadisten vaak reeds crimineel voor ze vertrekken, het zou te gemakkelijk zijn om legaal wapens aan te kopen via een tussenpersoon.
Het zou ook veel logischer zijn dat men het illegale circuit probeert uit te roeien zodat criminelen zich niet meer kunnen bewapenen. Een versoepeling van de wapenwet zal niet zorgen voor een balans tussen de circuits, maar voor de omloop van meer vuurwapens.
Het foute voorbeeld is Donald Trump. ‘Als de Parijzenaars wapens hadden was de schietpartij in de Bataclan heel anders uitgedraaid’ is een goedkope uitspraak waarvan je evengoed het volgende kan maken : ‘Als de terroristen geen wapens hadden was de schietpartij in de Bataclan heel anders uitgedraaid’.
Conservatisme, een praktisch toepasbare filosofie
Ik ben verbaasd dit te vernemen in nationaal-conservatieve middens. Deze retoriek is namelijk meer rechts op z’n Amerikaans, volgens de principes van de Verlichting. Daar staat het vrijheidsprincipe natuurlijk in centraal : de vrijheid die we tegenwoordig hebben om te doen wat we willen, ook al schaadt het jezelf en/of de gemeenschap.
Stel je voor dat we zelfs zo vrij zijn dat de staat van de ene op de andere dag haar geweldsmonopolie kwijt is en iedereen de vrijheid heeft met wapens rond te lopen. Kan de burger zoveel vrijheid wel aan ? Kan dit ten goede komen aan de gemeenschap ? De conservatieve denker Alexis de Tocqueville zei tweehonderd jaar geleden het volgende hierover : ‘Nothing is more wonderful than the art of being free, but nothing is harder than to learn how to use that freedom’. Hij voorspelde dat wij als burgers zoveel vrijheid zouden vergaren dat we deze uiteindelijk vrijwillig terug zouden geven aan de staat. En je ziet dat hij gelijk krijgt : in de Verenigde Staten klinkt de stem die de wapenwet strenger wil maken steeds luider. De mensen zijn er incidenten zoals de high school massacres meer dan beu.
Politieke oplossingen
Karabijnschieten is een leuke hobby, maar ideologisch gemotiveerde beoefening van deze sport is geen antwoord op het onveiligheidsvraagstuk. De oplossing is een prangende politieke aangelegenheid. Zo zullen noodzakelijke hervormingen zoals de fusie van de Brusselse politiezones criminaliteit en terrorisme niet temperen, maar de aanpak ervan zal wel een pak efficiënter zijn.
We hebben geen wapens nodig. Wat we nodig hebben, is de politieke moed om structurele hervormingen door de voeren opdat we de veiligheid van onze Vlaamse gemeenschap kunnen garanderen. Helaas ligt de bal maar al te vaak in het Waalse kamp, waardoor dringende aangelegenheden geblokkeerd worden.
Charles Michel mag dan misschien wel voor een groep journalisten staan roepen dat België veilig is, maar de concrete bewijzen daarvan blijven uit. Niet vreemd dat het onveiligheidsgevoel groter wordt in deze aanhoudende situatie van non-decision making. Zeker bij rechtse studenten die steeds waarden als zekerheid en stabiliteit hoog in het vaandel dragen.
De auteur is bestuurslid van Jong N-VA Aalst en Jong N-VA UGent en schrijft in eigen naam.
Foto’s © Reporters.