50 jaar ‘mandement’ van de bisschoppen
Een hooghartig ‘non’ 50 jaar geleden van de Belgische bisschoppen zorgden voor snelle secularisering, defederalisering en democratisering.
door Karl Drabbe – www.doorbraak.be .
Vooral de Vlaamse Volksbeweging, daarin gesteund door Vlaamsgezinde studentenverenigingen en de Vereniging van Vlaamse Professoren, vroeg sinds de vroege jaren zestig al de vernederlandsing van de Leuvense universiteit. Later werd ze daarin gevolgd door andere geledingen van de Vlaamse Beweging, vertolkt door het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen.
KVHV-Leuven
In november 1965 eisten de Vlaamse professoren en assistenten in Leuven een autonome, Nederlandstalige Katholieke Universiteit Leuven. De studenten van het KVHV steunden deze eisen, beu als ze het waren te moeten ‘leven in een unitaire instelling waar het Frans nog steeds een voorkeursbehandeling genoot’. De bisschoppen – die de raad van bestuur vormden van de universiteit – stelden een commissie aan om een en ander te onderzoeken, maar vooral om de Vlaamse vis te verdrinken. De Franstalige professoren die in de commissie zetelden, verzetten zich tegen verdere vernederlandsing of ‘autonomie’. Nochtans drong die zich op door de noodzakelijke expansie van de universiteit, zowel in Leuven als in Nijvel. Gematigde Vlamingen wilden twee autonome afdelingen. De meer radicalen – niet het minst de studenten – eisten de overheveling van de Franstalige sectie naar Waals-Brabant.
Op 16 maart 1966 organiseerde de Vlaamse Volksbeweging een woelige betoging in Leuven. ‘Walen buiten’, relletjes en traangas kleurden de lente van dat jaar.
Hooghartig ‘non’
Als reactie stelden de bisschoppen bij monde van kardinaal Suenens op 13 mei van dat jaar een‘mandement’ op, waarin ze de Vlaamse eisen hooghartig naast zich neerlegden. Ze bevestigden aldus hun onverzettelijke wil om ‘de institutionele en functionele eenheid van de Alma Mater en de fundamentele geografische eenheid die ze in Leuven situeert’ te handhaven. Van twee katholieke universiteiten in België kon dus geen sprake zijn.
De tekst werd twee dagen later bekendgemaakt, en bracht meteen een massaal en hevig straatprotest met zich mee van de Leuvense studenten. In de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging heet het : ‘Vanuit Leuven dreef de volgende dagen een waarachtige storm over Vlaanderen.’ Niet alleen de studenten verzetten zich immers tegen de bisschoppelijke uitspraken. In de volgende weken kwam zowat heel Vlaanderen in opstand. Het mandement werd gezien als ‘een beslissing tegen Vlaanderen’. Niet het minst de Vlaamsgezinde katholieke publieke opinie in kranten, tijdschriften, en alle mogelijke verenigingen kwamen in het verzet. Het ‘katholieke Vlaanderen’ kwam regelrecht in opstand tegen zijn bisschoppen.
Kroniekschrijver Maurits Van Haegendoren noteerde : ‘Hadden de bisschoppen deze richtlijnen op een rustige wijze geformuleerd dan zouden er aan Vlaamse zijde wel zure oprispingen geweest zijn, maar een revolterende beweging zou achterwege gebleven zijn. De martiale decreet-stijl waarin de richtlijnen voor de toekomst werden opgesteld bewees hoe slecht de bisschoppen […] de geest van de tijd konden aanvoelen, daarin begrepen de reële verzuchtingen van de Vlaamsgezinden.’ (in : Geel & Zwart van de driekleur, 1980)
Ook in het parlement kwam Leuven ter sprake. Jan Verroken diende een wetsvoorstel in om de homogeniteit van de taalgebieden door te trekken tot het hoger onderwijs. De inoverwegingneming werd niet aangenomen, maar voortaan was duidelijk hoe lijnrecht de Vlaamse en Franstalige vleugels tegenover elkaar stonden in de toen nog unitaire CVP-PSC.
Na enkele beperkte toegevingen, onder meer het installeren van de leek Pieter De Somer tot pro-rector (vandaag: vicerector) van de Vlaamse afdeling van de universiteit, belandde de zaak tijdelijk in de koelkast. Het academiejaar werd vroegtijdig afgesloten.
De regering installeerde in oktober de ‘Commissie voor de verbetering van de betrekkingen tussen de Belgische taalgemeenschappen’, met 36 leden uit CVP, BSP en PVV. Zij ontfermde zich over de kwestie-Leuven. Uiteindelijk werd die kwestie beslecht in 1968. De Franstalige afdeling werd uit Leuven weggetrokken.
Vlaamse mei ’68
Zo beleefde Vlaanderen zijn Mei ’68 al in mei ’66. Meer dan Vaticanum II was het hooghartige en dictatoriale standpunt van de bisschoppen het ultieme startschot voor de secularisering van Vlaanderen. Vele brave katholieke verenigingen hadden zich immers bij het verzet voor ‘Leuven Vlaams’ aangesloten, en daarin speelde de antiklerikale dimensie een grote rol. De stilaan meer naar federalisme radicaliserende Vlaamse Beweging kreeg volop steun in de rug. De Volksunie werd immers groot dankzij dit verzet, dat ook inspraak eiste, intellectuele vrijheid en democratisering van het hoger onderwijs : progressieve ideeën waar een nieuwe generatie VU’ers garen bij spinde.
Tegelijk bleek de Vlaamse Beweging een dynamiserende rol te spelen, niet alleen voor secularisering maar ook voor democratisering van Vlaanderen. Scholieren en studenten kwamen massaal de straat op, verzamelden zich – als ‘de negers van Europa’ – in een Meredith-mars, stelden gevestigde opvattingen en structuren ter discussie, begonnen marxistische auteurs te lezen, lieten de kerk achter zich en lieten de verbeelding de vrije loop. Mei ’66 als voorloper of aanloop tot mei ’68. Alleen waren we er hier wat vroeger bij dan in Parijs.
Foto’s (c) Reporters