een Waalse kijk, en een Frans model
Jules Gheude over Lieven Boeve, over loge-complotten en over Bart de Wever.
Voorzitter Wouter Beke van de CD&V heeft kennisgenomen van de zware tuimeling die zijn partij maakt in de jongste politieke peiling van RTL-TVI, Ipsos en Le Soir, en waar de Vlaamse christendemocraten naar de vierde plaats verwezen worden, na N-VA, sp.a en Vlaams Belang. De tijd ligt ver achter ons, dat er van een CVP-staat sprake was !
Bij zijn poging om het blazoen van zijn partij wat op te poetsen rekent Wouter Beke dan ook op het katholiek onderwijs, waarvan hij weet hoe belangrijk het in Vlaanderen is, en dat onlangs werd getackeld door de patron van de N-VA, Bart De Wever.
Deze laatste keurt inderdaad het voornemen van de verantwoordelijken van het vrij onderwijs in Vlaanderen af, om binnen hun scholen ruimten voor dialoog met de moslims te creëren. Voor Lieven Boeve – die nu het vrij onderwijs leidt in het noorden van het land, en eerder decaan van de faculteit Theologie was aan de KU Leuven – getuigt die houding van Bart De Wever van een gebrek aan politiek doorzicht. In de kolommen van De Standaard, vorig weekend, stond hij erop te zeggen dat Katholiek Onderwijs Vlaanderen niet langer een oude organisatie is die tot de christelijke zuil behoort, maar een moderne ledenvereniging.
En daar voegt hij aan toe : wij zijn het Voka van het katholiek onderwijs, een patronale organisatie. Die verwijzing naar Voka is ver van toevallig. Niemand zal immers de voorliefde zijn ontgaan die Bart De Wever altijd al had voor de ondernemerswereld.
Maar met zijn verklaring kon Lieven Boeve zich wel eens in de voet hebben geschoten. Als het gepast is om het katholieke onderwijs als een bedrijf te beschouwen, dan zou het ook de financiële kant van zijn werking geheel voor eigen rekening moeten nemen, zonder tussenkomst van de overheid.
Wouter Beke van zijn kant is er beducht voor dat de N-VA wel eens de ambitie kon koesteren om een nieuwe schooloorlog te ontketenen. Hij gaat zelfs zover van een loge-complot te gewagen, en meent dat de kracht van ons onderwijs berust op het feit dat er competitiviteit uit voortvloeit. Competitiviteit dan tussen de verschillende netten, zoals die bestaat tussen de bedrijven ? Goed en wel, behalve dat het hier niet om competitiviteit gaat, maar ronduit om oneerlijke concurrentie. Want het vrije net wenst zich op zijn betere kwaliteit te laten voorstaan, uitgaand van de rijkelijke subsidiëring die de publieke overheid hen toekent !
De voornaamste taak van een staat die zichzelf respecteert, is om gratis onderwijs van onberispelijk neutrale aard te verzekeren voor allen.
Al vele jaren stel ik voor om de lessen moraal en godsdienst af te schaffen, en ze te vervangen door een overzicht van de grote filosofische en religieuze stromingen. Dat zou van aard zijn om een geest van openheid en verdraagzaamheid te bevorderen (zie mijn artikel «Qui doit financer les écoles ?» [Wie moet de scholen financieren ?] in La Libre Belgique van 9 september 2005).
Diegenen die van oordeel zijn dat dit “publieke” onderwijs hen niet aanstaat – en dat is hun goed recht – staat het vrij te kiezen voor een ander type, op voorwaarde welteverstaan dat men de gemeenschap niet voor de kosten laat opdraaien.
Behalve dat identieke schoolprogramma voor iedereen, zou ook een gezamenlijke eindproef – zoals die in Frankrijk bestaat met het baccalauréat – toelaten om zich een werkelijk objectieve voorstelling te maken van de prestaties van de onderscheiden schoolnetten, en zo een eind te maken aan de oneerlijke concurrentie.
Is niet het moment gekomen om die onderwijsproblemen eens grondig te bekijken, en ons af te vragen of het nog nuttig is vast te houden aan het Schoolpact van 1958, die ruïneuze luxe die geen ander EU-land kent ?
Gheude is politiek essayist. Zijn jongste boek : «François Perin – Biographie», Editions Le Cri, 2015.
vertaling Marc Vanfraechem
Foto’s © Gazet van Hove