Nadenken over staatshervorming en burgerlijke rechten en vrijheden
Door Dirk Rochtus – www.doorbraak.be .
De grondrechten vooropstellen betekent niet dat staatshervorming van minder belang is.
‘Liberalen hebben blijkbaar wat met grondwetten’, schrijft Harry De Paepe in Doorbraak. Terwijl Guy Verhofstadt droomt van een Europese Grondwet, legde Patrick Dewael enkele dagen geleden een ontwerp van preambule bij de Belgische grondwet neer opdat deze ‘een echt document voor en door het volk zou zijn.’ Gwendolyn Rutten, voorzitter van Open VLD, deed op haar blog ook al haar duit in het zakje door zich vragen te stellen bij het zoveelste rondje staatshervorming, want – zo zegt ze – de daarvoor vereiste grondwetswijziging komt altijd neer op een ‘discussie (…) over structuren en instellingen.’ In België gaat het institutionele ook gepaard met het communautaire, maar Rutten wil nu eens eindelijk de klemtoon leggen op de burger. Letterlijk zei ze nog tijdens de uitzending van de Zevende Dag op 17 januari 2016 : ‘De eerste artikelen van de grondwet gaan over de instellingen, terwijl die moet beginnen met individuele rechten en vrijheden. Met mensen dus.’
Waardigheid
Waar zou ‘Abraham’ Rutten haar mosterd vandaan hebben gehaald ? Inderdaad, bij onze oosterburen, al is het misschien niet zo populair om hen als lichtend voorbeeld aan te halen. Het eerste artikel van het ‘Grundgesetz’, de Duitse grondwet, luidt : ‘Die Würde des Menschen ist unantastbar’ (de waardigheid van de mens is onaantastbaar). De eerste negentien artikelen van de grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland behandelen de ‘Grundrechte’ van de burger. Dat is al zo sinds het Grundgesetz in 1949 werd aangenomen. Dus al 67 jaar. De auteurs van de Duitse grondwet hadden een goede reden om de ‘menselijke waardigheid’ voorop te plaatsen. Het Duitse volk had enkele jaren daarvoor aan den lijve ervaren wat het betekent wanneer extremisten de hefbomen van de staatsmacht in handen krijgen en zo de rechten en vrijheden van de burger uithollen. Dat de grondrechten vooraan staan in het Grundgesetz heeft dus zijn reden : ze moeten met alle macht beschermd en verdedigd worden tegen de vijanden van de rechtsstaat.
Fundamenten
Rutten volgt een gelijkaardige logica wanneer ze de Grondwet opvat als ‘bescherming tegen een overheid die zich teveel macht toe-eigent.’ Zoiets kan echter pas ten volle wanneer de staat zelf goed georganiseerd is en wanneer zijn instellingen naar behoren functioneren. Duitsland is net zoals België een federale staat, maar wel een die goed in elkaar zit. Ook al voeren Duitse politici en rechtsgeleerden hevige discussies over de verfijning van hun federaal bestel, de Bondsrepubliek functioneert wel op een degelijke en transparante wijze. Het staatshuis moet op stevige fundamenten rusten opdat de burger er zich veilig in zou kunnen voelen en het kan inrichten naar zijn of haar smaak. Rutten wekt de indruk dat de staatsfundamenten haar niet veel kunnen schelen wanneer ze ‘het zwaartepunt van de beslissingen dus niet bij België [wil] leggen, of bij Vlaanderen, maar wel bij de burger.’ Vervangt de maatschappij als het naast elkaar bestaan van individuen zonder cohesie in die optiek dan niet de staat die het kader schept waarbinnen het individu tot burger wordt en net daardoor van zijn rechten en vrijheden kan genieten én er gebruik van kan maken ?
Nobel
De West-Duitsers hebben tussen 1945 en 1949 gewerkt aan de opbouw van de staat en de herinrichting van zijn democratische instituties, zonder tegelijkertijd de rechten en vrijheden van de burger – die ook altijd staatsburger is – uit het oog te verliezen. Het Duitse voorbeeld toont aan hoe nobel de vooropstelling van ‘die Würde des Menschen’ is, maar ook dat deze pas gegarandeerd kan worden als er orde op zaken is gesteld in het staatshuis. Voor het nadenken over België betekent dit historische en toch nog altijd actuele voorbeeld dat het belang en de centrale rol van de burger geen excuus vormen om het debat over de hervorming van de instellingen en van de staat als geheel uit te stellen of op de tweede plaats te voeren.
Foto’s © Gazet van Hove – coverfoto Federaal Parlement Brussel.