Een team van vaderlandsloze voetbalclowns
Tegen een ploeg verbeten en verbonden Welshmen bleek het marketingproduct dat ‘Rode Duivels’ heet, kansloos.
Door Johan Sanctorum – www.doorbraak.be .
België glansloos uitgeschakeld door een meute verbeten Welshmen. De tricolore parafernalia kunnen weer opgeborgen worden, de hausse van de biersector (want daar gaat dit EK toch ook in de eerste plaats om : de verkoop van bier, borrelnootjes en televisietoestellen) is voorbij. De nabespreking op VRT-Sporza met een viertal anders zo vrolijk taterende ‘analisten’, waaronder de onvermijdelijke Jan Mulder, verliep in een begrafenissfeer. Tjonge, zelden zo’n verslagenheid op het scherm meegemaakt.
Op zo’n moment durft een mens wel eens diep te gaan, en dan wordt het voor een voetbalfilosoof interessant. Want terwijl het alsmaar ging over het individualisme en het gebrek aan cohesie in die Belgische ploeg, begon Jan Mulder op de zijn eigen wijze te freewheelen en liet zich opeens ontvallen dat de Rode Duivels leden aan ‘een gebrek aan bewustzijn’. En toen werd het pas helemaal stil bij de vier analisten, alsof ze plots beseften dat dit over veel meer dan sport ging, en er zowaar een politiek-incorrect thema dreigde aangesneden te worden. Een paar minuten later floot moderator Karl Vannieuwkerke veiligheidshalve af.
Maar Jan Mulder had wel degelijk de vinger op de zere plek gelegd : het gaat bij dat kwakkelige Rode Duivels-fenomeen niet over talent, fysieke conditie, tactiek, zelfs niet over de coach, maar over ‘bewustzijn’. Een filosofisch begrip waar bibliotheken vol over geschreven zijn, maar dat ik hier interpreteer als ‘collectieve identiteit’, of in dit geval het ontbreken ervan. Ondanks alle driekleurige toestanden in de tribunes en de marketingmachine die de Belgische Voetbalbond in de rode cijfers jaagt : de Rode-Duivelsploeg is en blijft een losse verzameling rijkelijk betaalde clubspelers die vooral zichzelf vertegenwoordigen en via dat EK hun marktwaarde nog hopen op te krikken. En dat is wel degelijk een politiek gegeven. Want wat doe je, als je in een nationale voetbalploeg zonder natie speelt ? Tijdens de training voor een cruciale match even het vliegtuig nemen om met een club te gaan onderhandelen. Met de zegen van de coach. Sportief Europa keek ernaar en verbaasde zich.
Sport en patriottisme, of waarin een klein land zichzelf kan overtreffen. Uitgerekend de kleinere landen (Wales, Kroatië, Noord-Ierland, en vooral het schitterende IJsland) hebben op dit voetbal-EK getoond dat ook internationaal spelende profs zich kunnen gedragen als een solide formatie die voor de nationale eer gaat. Niet zo de Belgen : het misverstand op het veld tussen de ééntalig francofone Eden Hazard en het Vlaamse trekpaard De Bruyne is misschien wel symbolisch voor een versplinterd land zonder ziel, enkel nog protocollair in functie. Nu ja, protocollair : de Brabançonne kent sowieso niemand, ook aan details merkt men dat de Belgische vedetten even goed voor Burkina Fasso hadden kunnen uitkomen.
Incivisme
De wanhoop van doelman Thibaut Courtois na afloop van de match ging dus over veel meer dan voetbal: het Belgische team is een team van vaderlandsloze voetbalclowns. Had Jan Mulder in Sporza dus nog één frase verder kunnen of mogen gaan, dan ging wellicht die als volgt luiden : ‘We hebben geen nationale ploeg, omdat we geen natie zijn’. Jammer voor de fans, maar het is gewoon zo, en nu de EK-droom voorbij is mag het ook terug luidop gezegd. Het gebrek aan trots omtrent wat vandaag als een failed state wordt omschreven, ligt aan een historische weeffout in de Belgische constructie, waarover ook een bibliotheek vol is geschreven, en die uiteindelijk neerkomt op de realiteit van een taalgrens, tevens cultuurgrens, ongeveer zo oud als onze tijdrekening. Net het ontkennen van die grens leverde België de cultus van een soort non-identiteit op, hardnekkig volgehouden en soms gelinkt aan een ridicuul ‘surrealistisch’ alles-kan-universum van pijpen en bolhoeden.
De realiteit is bitter, en de elf eenzame voetbalmiljonairs maakten dat duidelijk. Geen natie, geen natiegevoel, geen thuisgevoel : we zijn vreemden in eigen land en gedragen ons dan ook inciviek, als belasting-ontduikende en dronken op de weg rijdende niet-burgers. Ook dat is een aspect van mankerende verbondenheid. Het gaat om zoveel meer dan chauvinisme, het gaat om de (on)mogelijkheid om gemeenschappelijke waarden te beleven. Dat is van oudsher een Belgisch deficit, het werd ook een Vlaams deficit. Bekijk de hopeloze discussie rond het onverdoofd slachten, de kortsluiting tussen wat wij als een grondwaarde aanvoelen, de druk van de moslimcultuur om die ethische consensus rond dierenwelzijn te doorbreken, en het falen van de rechtstaat om op haar strepen te staan.
Nu zult u zeggen : ja, maar wat als België nu wél die match had gewonnen en wie-weet de finale had bereikt ? Tja, wat als mijn hond melk dronk en kon spinnen. Als de Rode Duivels-hype een aanleiding vormde voor sommigen om een België-gevoel uit de lucht te plukken, dan is het Rijselse fiasco een ideale gelegenheid om weer met twee voeten op de grond te gaan staan, en te constateren dat dit ons thuisland niet is. Stik jaloers ben ik toch wel op die IJslanders, met een totale populatie van een middelgrote stad, die voetbalreuzen opzij zetten uit pure ploeggeest en collectieve verbetenheid. Daar zit dus een natiegevoel achter, zeker weten, dat bijvoorbeeld ook de bankencrisis van 2008 op een eigen manier oploste door de schulden niét op de bevolking af te wentelen en de bankiers gewoon achter de tralies te zetten. Vergelijk dat met Fortis, Dexia, Optima, en ontdek de verschillen.
‘Een gebrek aan bewustzijn’, dank u Jan, ook al schrok je van je eigen uitspraak en mocht/wilde je de redenering niet vol maken. We doen het in jouw plaats, bij deze.
Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist
Foto’s (c) Gazet van Hove.