Elk jaar valt het Nationaal Defilé weer wat magerder uit.
Door Jan Becaus – www.doorbraak.be .
Wat het bekijken van het Nationale Defilé op 21 juli betreft, ben ik ervaringsdeskundige. Ik heb die parade minstens tien keer beroepshalve zien voorbijtrekken, omdat ik het gebeuren van commentaar moest voorzien. Ik werd daarbij geholpen door een militair deskundige, een hoger officier die het hele defilé uit het hoofd had geblokt. Die co-commentatoren kwamen onwaarschijnlijk beslagen op het ijs. Eigenschappen van vliegtuigen, kenmerken van voertuigen en wapens, de geschiedenis van eenheden, het kwam er allemaal moeiteloos uit. Hun kennis was meestal veel te ruim. Want zo’n parade gaat veel sneller dan je denkt en er is gewoon geen tijd om veel kennis te spuien. De tv-kijker heeft daar ook geen behoefte aan. De liefhebbers van het genre willen pittige details, leuke anekdotes, hier en daar een persoonlijke toets. Zoals dit jaar de vrouwelijke co-commentator op het beeld van een majoor spontaan zei : en dit is mijn levenspartner. De militaire specialisten raken elk jaar weer danig in de war door de wijze waarop het defilé in beeld wordt gebracht. Er staan camera’s in de Koningsstraat, op verschillende plaatsen op het Paleizenplein en op het einde van dat plein. Al die beelden worden in snel tempo door elkaar gemengd, waardoor je als kijker en als commentator de eenheid van tijd en ruimte kwijtraakt. Het is een oud zeer waarvoor de tv-regisseurs nog geen oplossing hebben gevonden.
Deze lange aanloop om te zeggen dat het Nationaal Defilé elk jaar weer wat magerder uitvalt. De editie 2016 was ronduit bloedarmoedig. Dat zeg ik zonder enig leedvermaak of misprijzen, want ik weet dat de deelnemers aan het defilé daar heel wat tijd en energie in steken. De koninklijke tribune was nog flink gevuld, want Filip en Mathilde waren er met hun kroostrijke gezin. Voeg daarbij een eredame, de stafchef, de commissaris-generaal van politie, het hoofd van het Militair Huis van de Koning, de generaal-majoor verantwoordelijk voor het defilé, en minstens twee ministers. Volk te veel, eigenlijk. De aanblik van de prinselijke tribune daarentegen was veeleer pijnlijk. Daar schouwde prins Laurent moederziel alleen de troepen. Wat in deze komkommertijd aanleiding gaf tot allerlei speculaties over een haar in de koninklijke boter. Voor de minnaars van de monarchie moet de afwezigheid van de helft van de koninklijke familie in elk geval een afknapper geweest zijn.
Voor de samenstellers van het defilé was 2016 ronduit een nachtmerrie. De verantwoordelijke generaal zei dat er meer militairen instonden voor de veiligheid langs het parcours dan er mee opstapten. Een Nederlands en een Duits detachement waren zeer welkom. Voor de dierenliefhebbers was een hondenbrigade gevorderd. Maar echt militair spektakel viel er niet te beleven, afgezien van het luchtdefilé en een enkele drone. De jaren dat allerlei rupsvoertuigen, tot en met Leopardtanks, het Paleizenplein en de trommelvliezen deden daveren, liggen al ver in het verleden. Het gebrek aan effectieven was ook pijnlijk merkbaar in het zogenoemde burgerdefilé. Voor het eerst werd zelfs een delegatie van de douane gemobiliseerd, de politie van het ministerie van Financiën. Mijn persoonlijke appreciatie ging, zoals elk jaar, naar de muzikanten van de verschillende militaire kapellen, voor hun muzikale vaardigheid en uithoudingsvermogen.
Het zou een bijzonder heldhaftige beslissing geweest zijn om het Nationaal Defilé dit jaar niet te laten doorgaan, al was het maar uit piëteit voor de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart. Het defilé is in wezen een jaarlijkse pr-operatie van de strijdmacht, waaraan al wie van ver of nabij met het leger iets te maken heeft nogal gehecht lijkt. Zo’n troepenschouw is ook een eerbetoon aan de koning, en dat wordt dan weer op prijs gesteld door de monarchisten en belgicisten. Maar het zou in deze beroerde tijden, waarbij wij elke dag in de grootsteden militairen in gevechtstenue kunnen bewonderen, getuigen van grote moed om het defilé eens compleet te herdenken.
Foto’s : © Gazet van Hove.