HERMES, DE HALFBEGREPEN BOODSCHAPPER
De andere kant van Hermes Sanctorums verhaal wordt onvoldoende naar waarde geschat
Door Tex van Berlaer – www.doorbraak.be .
Hoe merk je het best dat België een particratie is ? Alvast één antwoord is de strikte discipline binnen parlementaire fracties om steevast het stemadvies van de partijtop te volgen. Een ander is het belang voor individuele parlementariërs om in een zo goed mogelijk daglicht te staan bij diezelfde top om een plaatsje op de lijst (liefst zo hoog mogelijk) bij de volgende verkiezingen te versieren. Of is het de onmogelijkheid om een persoonlijk standpunt publiekelijk te verdedigen, tegen coalitiepartners of – je mag er niet aan denken – tegen de eigen partijlijn in ?
Alle bovenstaande antwoorden spelen, en bepaaldelijk de vrees voor de reactie van ‘het systeem’ – inclusief politieke partijen en gevestigde opiniemakers – op dissidentie. En die dissidentie kwam er zaterdag drie september van Hermes Sanctorum (Groen). Door zich af te scheuren van de groene coalitie in het Vlaams Parlement besloot hij zich niet enkel los te weken van een politieke partij maar ook van het goeddunken van voormalige ideologische bondgenoten. En raar of niet : zijn actie deed ook journalisten in de bres springen voor de status quo. Alsof daarvoor nog niet genoeg politici voorhanden zijn.
Een ‘alles blokkerende chaos’
‘Een toekomst met enkel verdoofd slachten komt geen millimeter dichterbij. Wat een verspilling van engagement’, stelt Bart Eeckhout in De Morgen. Een geëngageerd mens kan dus enkel terecht bij een gevestigde partij om zijn intenties niet verspild te zien. ‘Partijen willen een oplossing voor maatschappelijke uitdagingen […] Voor een individueel politicus is dat te hoog gegrepen’, aldus Bart Brinckman in De Standaard. Onze twee kwaliteitskranten zijn het dus eens met elkaar : blits initiatief maar nutteloos. Zoals onze hoofdredacteur Pieter Bauwens het op Twitter formuleert : het voelt wat merkwaardig aan als journalisten de particratie verdedigen.
Opvallend is dat de invloedrijke opiniemakers maar de helft van Sanctorums argumentatie eruit pikken en belichten. Men erkent enerzijds de terechte frustraties van de jonge volksvertegenwoordiger. Ja, de particratie is verstikkend en hemeltergend traag. Het vermaledijde compromis moet altijd opnieuw gevonden worden. Debat mag men enkel binnenskamers voeren, uit vrees voor de levensbelangrijke perceptie van eendracht. Anderzijds zou een parlement zonder partijen tot een ‘alles blokkerende chaos’ (Brinckman) leiden. Hij staat nu ‘geïsoleerd en verzwakt’ (Eeckhout) en zijn mediatieke breuk zal een totaalverbod op onverdoofd slachten niet dichterbij brengen.
Over het tweede deel van Sanctorums bekentenis rept men nauwelijks. Dat deeltje gaat helemaal niet over ‘compromissen zoeken’ of over de moeilijkheid om wisselmeerderheden te forceren. Het tweede luik betreft de koudwatervrees van een progressieve partij die (deels) hengelt naar een conservatief kiespubliek. Het vergt toch geen boekenkast met politicologische lectuur om ervan uit te gaan dat een groene partij onnodig dierenleed altijd zal proberen te voorkomen ? Zoals men ook zou verwachten dat Groen resoluut tegen vervuiling pleit.
Koetjes en kalfjes
Het is die ongemakkelijke houding die Sanctorum vermoedelijk deed opstappen. De Groenen willen koste wat het kost een afwijzing van het moslimelectoraat vermijden, zoals ze dat zagen bij sp.a na het hoofddoekendebat in Antwerpen. Maar zoals Hermes Sanctorum het zelf stelt, draait een hoofddoeken- of boerkini-verbod veelal om symboliek. ‘Dieren worden levend gekeeld, leveren een minutenlange doodsstrijd en stikken in hun eigen bloed’, zei hij aan Het Laatste Nieuws, en dat is concreet lijden waar enkel concrete wetgeving een mouw aan kan passen. Als natuur- en diervriendelijke partij daarmee schipperen vanwege electorale afwegingen is wat men noemt machiavellistisch, ofwel gewoon laf. De opiniërende redacteurs voelen dit ongetwijfeld ook aan.
Wat vooral steekt bij linkse medestanders is de timing. Waarom nu, Hermes ? In de loop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 moet alles zo vlekkeloos mogelijk verlopen. Als antipode van het ‘kibbelkabinet’ moet de oppositie eendrachtig en gesmeerd uitblinken. Sanctorum brengt zelfs het Antwerpse stadhuis in gevaar voor schaapjes, koetjes en kalfjes. De socialisten zijn immers evenmin te vinden voor een verbod op onverdoofd slachten. Vorige zomer stelde sp.a-voorzitter Crombez nog voor om de discussie te laten beslechten door een soort G1000, vanuit deliberatie tussen de leden. Groen kan onmogelijk een totaalverbod bepleiten en tegelijkertijd met de socialisten in een kartel opkomen. Iedereen weet dat een slechte verkiezingsuitslag in 2018 een opstap is naar minstens vijf extra centrumrechtse jaren op Vlaams en federaal niveau.
We moeten beide componenten van Sanctorums verhaal serieus nemen. Dat idealen soms stranden in een groter geheel van een partij lijkt onvermijdelijk. Er zal ook simpelweg te weinig tijd zijn om alle onderwerpen ter sprake te brengen want de agenda is beperkt. Maar dit is een veeleer technische en institutionele discussie. Dat partijen hun fundamentele visie op de dingen des levens verzwijgen of aanpassen om vooral niet te polariseren, en het stemmenaantal zo groot mogelijk te houden, dat is een geheel ander onderwerp en verdient meer dan de oppervlakkige en soms cynische opmerkingen van onze ‘vierde’ macht.
Foto’s : © Reporters.