DE BOCHT DIE ER GEEN IS
De Vlaamse minister-president zegt eigenlijk niets nieuws.
door Harry De Paepe – www.doorbraak.be .
Het stormt in Vlaamse wateren ! De blauwvoet vliegt ! Maar soms zijn het ook stormen in een glas water. Zoals het bericht dat gisteren met veel poeha werd aangekondigd in Knack.be dat Geert Bourgeois de onafhankelijkheid loslaat.
Geen ’19e-eeuws nationalisme’
In een dubbelinterview met Paul Magnette aan Le Vif en Knack verklaart de Vlaamse minister-president : ‘Wel wil ik nu al beklemtonen dat u het begrip “onafhankelijkheid”, dat zo prominent in onze statuten staat, juist moet begrijpen. De N-VA ziet die onafhankelijkheid niet in de negentiende-eeuwse zin van het woord. In moderne naties sta je nooit meer helemaal op jezelf. Je bent altijd deel van een groter geheel. In België is er maar één oplossing : we moeten kiezen voor confederalisme met een gedeelde hoofdstad en maximale autonomie en verantwoordelijkheid voor Vlaanderen en Wallonië.’
‘Geert Bourgeois geeft “19e-eeuwse” onafhankelijkheid van Vlaanderen op’, luidt de titel boven het artikeltje. Klap ! Alweer een kaakslag, hoor je de ironische commentaren al smuilen. Bourgeois vertelt echter niets nieuws. Hij herhaalt wat hij vijftien jaar geleden al vertelde. In de tijd dat het Vlaams-nationalisme door Jan en alleman dood was verklaard en het woordje confederalisme nog niet tot het politieke jargon van onze politici behoorde.
De Volksunie was nog maar pas ingestort toen Bourgeois werd geïnterviewd door De Morgen op 22 september 2001. Geert Bourgeois en zijn groep ‘Vlaams-Nationaal’ had dan wel de interne strijd binnen de VU gewonnen, maar omdat ze net niet de helft van alle stemmen van de leden had behaald, mocht de oude naam niet meer worden gebruikt. De Nieuwe Volksunie was geen optie, omdat de merknaam te prominent was en maar goed ook want als partijnaam leek het nergens op. Het was de tijd waarin vreemde concepten als de ‘vlotte ernst’ werden bedacht. Dat betekende eigenlijk gewoon dat Bourgeois saai oogde. De nieuwe partij werd voorlopig ‘de nieuwe partij*’ genoemd, en bij het sterretje stond als uitleg ‘de partij waarvan de naam niet mag worden genoemd’. Geert Bourgeois grapte dat het als de nieuwe naam van de popzanger Prince was.
Toen was confederalisme nog ‘independisme’
In het interview zie je dat heel wat dingen in de steigers staan voor wat een maand later de Nieuw-Vlaamse Alliantie zou worden. Hij heeft het over teleurgestelde liberalen die Guy Verhofstadt te links vinden en Vlaamsgezinde Blokkers die ‘gruwen van het rauwe karakter’ van de partij. De partijvoorzitter haalt nog een van zijn nieuwe termen boven wanneer hij zegt dat hij staat voor ‘haakse waarden’, niet links en niet rechts. Hij acht het mogelijk om hetzelfde electorale niveau van de Volksunie te halen, terwijl de interviewer het heeft over zijn ‘klein groepje’. Allebei krijgen ze ongelijk. En dan volgt de vraag : ‘Wat is de finaliteit van uw politieke project ?’ Geert Bourgeois antwoordt : ‘Vlaanderen als staat in Europa. Maar we zijn independentisten, geen separatisten. De tijd van de negentiende-eeuwse soevereine staten is voorbij. Europa zal van onderuit opgebouwd moeten worden en dat vanuit een integraal federalisme. In werkelijkheid participeert Vlaanderen niet in het Europese beleid en een klein land als Luxemburg wel. We zullen een democratie hebben van een half miljard mensen en je kunt dat maar aanvaardbaar maken als ze participeren vanuit hun eigen identiteit.’
Independentisme was ook zo’n nieuw concept. Later vervelt dat naar confederalisme, een term die volgens de N-VA staat voor ‘opbouwen van onderuit’. De kern van Bourgeois’ boodschap is dus in sé niet veel gewijzigd. Op 13 oktober 2001 wordt de N-VA geboren die ‘logischerwijs’ voor een onafhankelijk Vlaanderen in een federaal Europa kiest. Zo staat het in de beginselverklaring.
Foto’s : (c) Gazet van Hove.