Het mag duidelijk zijn dat er in het verhaal van de Nederlandstalige universiteit Gent onder Duitse bezetting geen winnaars zijn.
door Raf Praet – www.doorbraak.be .
Enkele dagen geleden opende de Universiteit Gent plechtig het academisch jaar 2016-2017, dat een feestelijk jaar belooft te worden. In 2017 mag de universiteit immers haar 200-jarig bestaan vieren (1817-2017). Dat zal er een zijn van herdenkingen en interesse in het gevarieerde verleden van de Oost-Vlaamse universiteit. Over één periode wordt er echter niet gesproken … De Eerste Wereldoorlog en de Duitse bezetting, die nochtans zorgde voor een mijlpaal in de geschiedenis van het Nederlands in België; de eerste Nederlandstalige universiteit in ons land.
De evidente reden voor dit stilzwijgen is het feit dat de Duitse bezetter de Nederlandstalige gemeenschap haar taalrechten verleende die het tot dan toe niet had weten te verwerven in het eigen land. De sluimerende taalproblematiek had voor het uitbreken van de oorlog gezorgd voor een wetsvoorstel dat de Gentse universiteit tegen 1915 zou vernederlandsen. Het uitbreken van de oorlog, en de golf van patriottisme die deze veroorzaakte, zorgde ervoor dat alle taalproblematieken van de onderhandelingstafel werden geveegd tot na het beëindigen van de oorlog – deze houding werd initieel tevens gedeeld door de Vlaamse beweging in de loopgraven.
De Duitse bezetter speelde handig in op het sudderend Vlaams ongenoegen met de Belgische taalpolitiek. Op 15 maart 1916 kondigde Gouverneur-Generaal van bezet België Moritz Ferdinand Freiherr von Bissing (1844 – 1917) de nakende vernederlandsing van de universiteit aan. De hoogleraren Paul Fredericq (1850 – 1920) en Henri Pirenne (1862 – 1935) werden, omwille van hun protest bij deze aankondiging, preventief naar Duitsland gedeporteerd.
Repressie – Splijtzwam
De aankondiging doet in de Belgische politiek én in de Vlaamse beweging de gemoederen hoog oplaaien. Hoewel op 12 juni en 2 september 1916 twee manifesten ten voordele van de vernederlandsing circuleren – het eerste werd gepubliceerd door het KVO-HV, de voorloper van het KVHV – zijn de reacties van flaminganten in de loopgraven over het algemeen negatief. Dat hun landgenoten van de Duitsers, die ze op leven en dood bestrijden in de loopgraven, hun rechten verkrijgen, brengt een wrange smaak in de mond. Cyriel Verschaeve vat het pregnant samen in zijn essay van 17 september, ‘Indrukken over de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool’, waarin hij zich de vraag stelt hoe men gedwongen wordt tot zo’n landverraad: ‘Wat is het dom dat we ons zo schoon recht op zo een manier moeten verkrijgen !’
De Belgische regering in ballingschap, met zetel te Le Havre, is minder fijnzinnig in haar perceptie van het zogenaamde landverraad. Op 20 augustus 1916 verliezen drie professoren hun graden in de Leopoldsorde om ‘onwaardigheidsredenen’ – lees hun medewerking aan het nieuwe Nederlandstalige project. Op 10 oktober volgt een KB tegen iedereen die deelneemt aan de vernederlandste universiteit.
Noch de dreigementen van Le Havre, noch de dilemma’s aan het front kunnen de vernederlandsing tegenhouden. Op 24 oktober 1916 opent de eerste Nederlandstalige universiteit van België in Gent. Deze poging tot vernederlandsing onder Duitse bezetting werd na de oorlog niet in dank afgenomen; deelnemers werden slachtoffer van repressie, de universiteit opende opnieuw in het Frans, en het zou tot 1930 (!) duren vooraleer weer Nederlands klonk in de Gentse collegezalen.
Verzwegen verleden
Het mag duidelijk zijn dat er in het verhaal van de Nederlandstalige universiteit Gent onder Duitse bezetting geen winnaars zijn. Zij die geweigerd hebben werden gedeporteerd. Zij die meegewerkt hebben zijn zwartgemaakt en vervolgd. De staat België stond te kijk als een van de enige landen ter wereld die de eigen bevolking taalrechten wist te onthouden of deze zelfs terug te schroeven. Maar ook negatieve verhalen moeten verteld worden aan de toekomstige generaties, en bij alle herdenkingen dreigt dit verhaal verzwegen te blijven. In officiële brochures van de UGent staat te lezen dat de universiteit in 1930 de primeur (!) had een Nederlandstalige universiteit te worden. Hoewel het genie Henri Pirenne terecht een zaal naar zijn naam vernoemd heeft gekregen in het Universitair Forum, wordt zijn Duitse ballingschap fijntjes onvermeld gelaten.
Ondanks alle – oppervlakkige – aandacht in 2014, blijft de Eerste Wereldoorlog een onderbelichte periode. Het is wachten op diepgaande onderzoeken én bewustwordingsprocessen om ook hier het ‘don’t mention the war’ te doorbreken …
Raf Praet is klassiek filoloog en doet momenteel onderzoek naar de late oudheid in het kader van zijn doctoraat aan de universiteiten van Groningen en Gent.
Foto’s : (c) Reporters.