Bert Schoofs (49), ex-Vlaams Belang, is directeur van de Vlaamse Volksbeweging (VVB) geworden. Een gesprek.
door Sander Carollo – www.doorbraak.be .
‘Het blijkt echt wel iets te zijn wat ik graag doe’, vertelt Bert Schoofs ons na zijn eerste werkweek. Ietwat verrassend startte de Beringenaar op 1 oktober zijn nieuwe carrière bij de VVB. ‘Ik zal een tussenschot vormen tussen de raad van bestuur en de medewerkers’, vertelt hij over de nieuwe functie. ‘Ik fungeer eigenlijk als verbindingsofficier tussen de raad van bestuur en het werkveld. Ik ben zowat het middelste deel van de trechter in de organisatiestructuur, zodat van boven naar onder en omgekeerd alles gestroomlijnd verloopt en de communicatie ook eenduidig is.’
Zijn onverwachte aanstelling lijkt een snelle reactie op de exit van Hendrik Vuye en Veerle Wouters bij N-VA. De timing is volgens Schoofs puur toeval. ‘Toen er bij N-VA van alles was losgebarsten was ik mij ondertussen in alle rust en sereniteit aan het voorbereiden op mijn nieuwe functie. Op 13 september ben ik bij de VVB voor de raad van bestuur geweest en pas nadien is het conflict bij N-VA er gekomen. (Het interview in De Morgen waarvoor Vuye en Wouters werden teruggefloten verscheen op 17 september, S.C.) Ik zal mij alleszins onpartijdig opstellen, ik ben politiek ook dakloos. (Nadat hij in mei 2014 niet meer verkozen geraakte, stapte Schoofs uit de nationale politiek, S.C.) Iedere politicus met een V-gedachte mag van mij dezelfde benadering verwachten. Iedereen moet begrijpen dat we vanuit de VVB kritiek moeten geven, maar ik stel me daarin toch liever wat op de achtergrond op. Mijn eerste doel is me richten op het werkveld en eventueel inspringen als woordvoerder. Als ik een uitspraak doe over wie of wat dan ook, zal ik er altijd voor zorgen dat ik rugdekking krijg van voorzitter Bart De Valck die de echte woordvoerder is.’
Doorbraak : U draagt nog een Vlaams Belang-verleden met zich mee. Kan dat voor wrevel zorgen ?
‘Ik kan begrijpen dat anderen mij daarop beoordelen omdat dat ook niet zomaar slijt. Ik ben vijftien jaar volksvertegenwoordiger geweest en de kopman in Limburg. Ik begrijp mensen daarom wel als ze zich zullen afvragen of ik voldoende onafhankelijk ben. Het is aan mij om te bewijzen dat ik dat ben. Ik schaam mij niet over mijn politiek verleden, maar ik zal erover waken dat ik daarmee geen ongevallen veroorzaak. Ik denk dat de Vlaamse Volksbeweging alleen maar baat kan hebben bij mijn jarenlange parlementaire ervaring, tenminste als ik het op de juiste manier weet aan te wenden. Het Belang van Limburg heeft mij overigens na de twee laatste legislaturen één keer opgevoerd als tweede meest hardwerkend parlementslid en een andere keer als meest hardwerkend parlementslid in Limburg, dat harde werk kan nu nog van pas komen.’
De VVB haalde ook uw bemiddelend karakter aan als motivering voor uw aanstelling.
‘Ja, ik ben wel een brugfiguur. Ik tracht nooit te bruuskeren. Als politicus ben ik ook nooit een scherpslijper geweest. De mens staat voor mij altijd op de eerste plaats, wie hij ook is of welke afkomst hij ook heeft. Om te solliciteren had ik zelfs een aanbeveling van een islamleerkracht.’
U was als Vlaams Blokker/Belanger geen ideologische hardliner. Was u dan een buitenbeentje binnen die partij ?
‘Ik weet het niet. Ik denk dat hoe meer je openstaat voor mensen, hoe meer mensen je uiteindelijk kan overtuigen. Dat lijkt me nu niet slecht voor de Vlaamse zaak. Waarschijnlijk heeft mijn natuur ook wat te maken met mijn Limburgse inborst. Van Limburgers wordt altijd gezegd dat ze wat zachter zijn. Maar laat er geen twijfel over bestaan : het radicaal Vlaamse is bij mij even fel als dat van de radicaalste Vlaamse Belanger of N-VA’er.’
Er wordt vaak gezegd dat er meer meningen zijn dan flaminganten. ‘Zet twee flaminganten samen, dan heb je drie meningen, vier ruzies en straks vijf partijen’, zei Jean-Marie Dedecker laatst zelfs in ‘De afspraak op vrijdag’. Uw bemiddeling kan de Vlaamse beweging nog van pas komen.
‘We hebben geen open debatcultuur en de Vlaming is vrij koppig van aard, maar dat wil niet zeggen dat we slecht samenwerken. In elke beweging en in elke partij vind je wel caractériels. Ik ervaar bovenal dat mits een juiste structuur er veel mogelijk is. Maar de Vlaamse beweging is er nog nooit toegekomen om als een geoliede machine te draaien.’
‘Ik heb ook altijd gezegd : elke Vlaming is zijn eigen partij. Ergens ben ik daar het bewijs van omdat ik niet meer bij Vlaams Belang ben. Wanneer men zich engageert bij een partij heeft men altijd tien tot twintig procent een andere mening. Uiteindelijk komt dat toch bovendrijven, zeker als men niet meer gebonden is aan partijpolitiek en als men niet meer verkozen is. Ik wist na de verkiezingen van 2014 ook al vrij vlug dat het partijpolitieke voor mij gedaan was. Ik wilde een iets dynamischere weg opgaan. Daarom dat mijn nieuwe job als geroepen komt, het is voor mij een once in a lifetime opportunity.’
Heeft u zich nooit eerder voor een gelijkaardige functie binnen de Vlaamse beweging aangeboden ?
‘Binnen de ruime Vlaamse beweging zijn er een drietal andere sollicitaties geweest. Mijn uitstap bij het Vlaams Belang had er niets mee te maken, verder ga ik daar niets over zeggen.’
Laatst stond in Het Nieuwsblad een artikel over de Vlaamse beweging met een nogal negatieve teneur. Ingekapseld in de partijpolitiek, vooral oudere leden, weinig nieuw leven … U heeft voornamelijk een managementfunctie, maar hoe denkt u opnieuw voor Vlaams vuur te zorgen ?
‘Dat staat voor een stuk in het beleidsplan. We willen ons ledenaantal doen groeien en verjongen en daar wil ik mij voor inspannen, dat zal ook het nodige lobbywerk vergen. We moeten originele acties bedenken. Ik denk overigens dat er wat beweegt binnen de hele Vlaamse beweging en in het partijpolitieke landschap. De gebeurtenissen met het duo Vuye-Wouters vind ik jammer voor N-VA. Maar ik ben ervan overtuigd dat Vlamingen, zeker de radicale, dat partijpolitieke voor een stuk achter zich gaan laten. Ze zullen zich daarom niet afkeren van de V-partijen, maar alleszins de meerwaarde gaan inzien van dat niet-partijpolitiek gebonden engagement. De Vlaamse beweging is niet dood zolang er partijen bestaan. Ze zijn communicerende vaten. Soms ligt de klemtoon nog iets te sterk bij dat partijpolitieke, maar volgens mij is dat een slingerbeweging. Ik hoop van harte dat we ooit met die V-partijen de 50%-drempel bereiken, mathematisch hoeft het in het Vlaams Parlement zelfs maar 46% te zijn. Hopelijk kan dat overslaan in een mooie vonk voor Vlaanderen, maar dat zal niet lukken zonder een sterke niet-partijpolitieke beweging op de achtergrond. Het kan snel gaan. Als zestienjarige werd me gezegd dat we de Val van de Berlijnse Muur niet meer zouden meemaken en zeven jaar later lag het onding in puin. Altijd kan er wel iets gebeuren, al is het maar door een dom toeval.’
U bent hoopvol.
‘Welja, de Vlaamse beweging is voor mij niet dood. Voor sommigen lijkt dat misschien wel zo en men mag gerust kritiek geven als het niet snel genoeg blijkt te gaan. Maar ik denk niet dat we de Vlaamse verzuchtingen moeten opbergen omdat N-VA in een federale regering zit met communautaire stilstand. N-VA stuurt zelf niet op die stilstand aan, artikel 1 in haar statuten bestaat nog steeds. Men moet het ook tijd geven, de partij zit nog maar twee jaar in die federale meerderheid. En inderdaad, Bart De Valck heeft die torpedo gelanceerd (onder meer in De zevende dag, S.C.), het is goed dat hij aan die boom geschud heeft. Maar ik weet ook hoe die parlementaire molens draaien. Bart heeft die parlementaire ervaring niet en dat heeft dan weer het voordeel dat hij vanuit een helikopterblik zijn kijk kan geven om een tussentijds waarschuwingssignaal te laten weerklinken.’
Voor uw VVB-functie heeft u uw baan als advocaat moeten opzeggen. Daarnaast had u nog een project lopen, YT&K. Een organisatie waarmee u jonge Limburgers wilde helpen met het opstarten van een zaak. Hoe is het intussen daarmee ?
‘Momenteel staat dat op een laag pitje. Ik heb dit jaar een advocatenkantoor opgestart en nu heb ik alweer een andere job. Maar het heeft ook een spijtige externe oorzaak. Ik richtte me met YT&K (spreek uit : yetenek, Turks voor jong talent, S.C.) vooral op jonge allochtonen. De jonge autochtonen hebben dat niet nodig, zij vinden onmiddellijk de weg naar Unizo en dergelijke. De mensen met wie ik contact had behoorden vooral tot de Gülen-beweging. Door de recente gebeurtenissen omtrent Erdogan zit Fedactio, de Turkse koepel van verenigingen, nu in zak en as. Veel van hun mensen zijn bedreigd geweest. Restaurants en kledingwinkels uit die kringen hebben moeten sluiten, hetzij tijdelijk, hetzij definitief. Momenteel zijn die mensen dus met andere zaken bezig dan met datgene waarvoor ik me wilde inspannen. Op termijn sluit ik niet uit dat er nog iets van gaat komen. Ik ben trouwens bezig met een cultureel project – een spin off. Een van oudsher Ottomaanse groep met ook christelijke Armeniërs zal, als alles goed gaat, een klassiek / folkloreconcert geven met een christelijk, westers ensemble waarin ook islamitische muzikanten hun plaats in hebben gevonden. Het zal dus een zeer mooie symbiose worden. Ik kan er nog niet meer over vertellen, maar als we het van de grond krijgen, zal het heel wat aandacht halen, vermoed ik.’
Hoe was uw ervaring bij YT&K ? Heeft u nieuwe inzichten opgedaan door met allochtonen te werken ?
‘Ja, maar ik had dat al wel. Dat is ook een van de redenen waarom ik uit Vlaams Belang ben gestapt. Als VB’er kan je niet naar een Iftaravond gaan of op Facebook pronken met Turkse en vooral islamitische vrienden. Elke politieke partij heeft zo haar principes, dat begrijp ik wel. Maar zelf houd ik niet van zulke heilige huisjes, welke ze ook zijn.’
Lagen de zaken die u nu opsomt gevoelig binnen de partij?
‘Wel, ik voelde dat toch aan. Daarom nog niet bij de mensen met wie ik goede contacten had, ik heb trouwens vrienden bij alle partijen. Van alle partijen – op een na toch, maar dat wijt ik niet aan die partij zelf – had ik bovendien referenties om bijvoorbeeld naar advocatenkantoren te stappen om te solliciteren voor een job als medewerker.’
Hoe werd u langs de kant van de allochtonen ontvangen, als Vlaams Belanger ?
‘Zonder problemen. Ik heb zelfs van een moslim de opmerking gekregen dat ook al zou ik nog bij Vlaams Belang zijn, ik van hem nog een referentie zou krijgen omdat hij mij als mens waardeert.’
Gaf dat goede contact ook een doorslag om weg te gaan bij Vlaams Belang ?
‘Nee, het was eerder iets dat begon te wringen bij mezelf. Ik zou misschien ook het VB schade hebben toegebracht, want mogelijks zou ik de hardere kiezers kunnen hebben afgestoten.’
Vlaams Belang is een islamkritische partij. In hoeverre kloppen voor u de theoretische uitspraken over de islam met de moslims die u ontmoet ?
‘Ik zou hierover geen politieke uitspraken willen doen. Ik zal het zo zeggen : heel wat mensen van Vlaams Belang kan ik gerust meenemen naar een moslimbijeenkomst waarbij ze ook weer iets bijleren zoals ieder mens iets kan bijleren. Ik hoor trouwens islamkritiek vanuit alle partijen, dat kan je niet enkel aan VB toebedelen.’
U bent overigens nog gemeenteraadslid bij een lokale partij : VBLD. Geen coalitie, maar wel een bijeenvoeging van Vlaams Belang en LDD ?
‘Ja, tenminste wat de politieke afkomst van de stichtende leden betreft, maar er zitten ook tal van onafhankelijken bij. Ook deze laatsten konden zich vinden in die naam. VB-LDD bijvoorbeeld was te lang. Maar Veilig Beringen Leefbare Dorpen, daar is het altijd om gegaan. Het betreft dus geen hutsekluts van VB- en LDD-standpunten, maar een consistent en uniek programma dat louter gefocust is op Beringen.’
Toen u in 2014 niet herverkozen geraakte, volgde u een opleiding in de advocatuur, een “Master in Business Law” aan de Universiteit Antwerpen. Was dat een soort herbronning ?
‘Ja, absoluut. Eerlijk gezegd was ik de partijpolitiek al een beetje beu. Na de gemeenteraadsverkiezingen wist ik rationeel dat het in 2014 wel eens gedaan zou kunnen zijn – en dat is het uiteindelijk nipt geworden. De goesting was voor een stuk ook weg. Altijd beschikbaar zijn, telkens op en af naar Brussel gaan en dat in de eerste levensjaren van mijn kinderen … Het weegt op je gezinsleven. De stiel is ook een overlevingskunst, het is geen exacte wetenschap. Bovenal, en dat is niet alleen als Vlaams Belang-parlementslid zo, krijg je in de politiek weinig return on investment. Veel ondernemers zeggen me dat ook : in de politiek is het feitelijke resultaat dikwijls totaal onbelangrijk. De perceptie bepaalt te veel. Als een wet gestemd wordt, hoe zal die dan trouwens worden toegepast ? En dan moet men als individueel parlementslid al zo ver geraken om een wet te stemmen. Er wordt niet gewerkt met beleidsplannen, verkiezingen zijn de enige graadmeter. Uiteindelijk heb ik me toch nog kandidaat-lijsttrekker gesteld. En ik had op dat ogenblik trouwens ook vrijwel geen andere bagage meer : politiek was het alfa en het omega. Bovendien merkte ik dat het bedrijfsleven niet zo scheutig was op politici. Ik heb mezelf dan voorgenomen om het jaar vóór de verkiezingen aan te pakken op mijn eigen manier. Ik nam alle materies die ik graag deed en hield in het parlement de toespraken zoals ik ze wilde houden. Wat meer humor, eens een beetje stout – nog wat stouter zijn dus –, alsof het mijn laatste jaar zou worden, en dat is uiteindelijk ook zo uitgedraaid.’
U heeft uw niet-herverkiezing dan nog goed kunnen opnemen.
‘Ik heb het in een mum van tijd verwerkt en was meteen klaar om te gaan studeren. Ik heb met volle teugen van die rechtenstudie genoten. Ik was al veel materie van vroeger kwijtgespeeld, maar het kwam allemaal vrij vlug terug. Die jonge, pas afgestudeerde mensen moesten mij eerst helpen, maar na drie maanden was het omgekeerd. Ik kon mij ook fulltime toespitsen op die deeltijdse cursus en hen helpen. Op een gegeven moment heb ik zelfs een professor kunnen wijzen op wetgeving die was veranderd. Na die studie heb ik nog een opleiding projectmanagement gevolgd om naast het juridische een tweede troef te kunnen uitspelen. Op het ogenblik dat ik mijn nieuwe job had aanvaard had ik van een headhunter overigens te horen gekregen dat men gelet op mijn ervaring en die studie projectmanagement wel geïnteresseerd was in mij. In januari gaan ze mij nog eens bellen om te vragen of het mij bij de VVB nog bevalt omdat men projecten voor mij heeft. Maar als het zich doortrekt zoals het me deze week is afgegaan, zullen ze nooit meer terug moeten komen.’
Foto’s : (c) Gazet van Hove