De 16 is afgelopen. En dat is maar goed ook.
door Mark Deweerdt – www.doorbraak.be .
Met zo’n 138.000 waren ze woensdag om de ontknoping van De 16 te volgen. Ook al was dat meer dan het dubbele van de 62.000 kijkers van de voorlaatste aflevering, het is een ontstellend laag cijfer voor wat als een hoogtepunt van het Canvasnajaar was aangekondigd – en op een dieptepunt van het hele Canvasjaar is uitgedraaid.
Aan propaganda ontbrak het nochtans niet. Nog voor ze goed en wel begonnen was, hadden onze kranten de ‘comedy over het leven op het kabinet van een vicepremier en de machtsspelletjes in de coulissen van de Wetstraat’ al de hemel in geprezen.
‘Eindelijk – eindelijk ! – richten Vlaamse tv-fictiemakers zich op de kern van de macht, en niet langer op de sympathieke randrafels van de samenleving. De 16 neemt de verrassende vorm aan van een comedy en staat garant voor vijfsterrentelevisie op internationaal niveau’, jubelde Bart Eeckhout in De Morgen van donderdag 27 oktober, de dag na de uitzending van de eerste aflevering. In dezelfde kramp van extase vervolgde hij : ‘De 16 is ge-wel-dig-e televisie. Waarschijnlijk van het allerbeste dat u dit tv-seizoen van binnenlandse makelij op het scherm te zien zult krijgen.’ En om de laatste twijfelaar te overtuigen, herhaalde Eeckhout aan het eind van zijn lofzang : ‘De 16 is vijfsterrentelevisie, een prijsbeest met internationaal potentieel’.
In De Standaard was Tom Heremans diezelfde dag iets minder lyrisch. Voor hem was De 16 ‘de zoveelste rip-off van de mockumentary-gimmick uit The office, en dan nog een met een ongeloofwaardige premisse : de VRT heeft een waterdicht contract, de cameraploeg mag alles en overal filmen op het kabinet van vicepremier en minister van Begroting Steven Kennis, anders moet die minister zware boetes betalen. Toe maar.’ Toch was de reeks ‘uw aandacht meer dan waard. De dialogen zijn een lust voor het oor. De toespelingen op de recente politieke geschiedenis zijn niet altijd subtiel, maar wel vaak geestig. De politieke steekspelletjes zijn minder cynisch dan in House of cards, maar rauwer dan in Yes minister. De bagger die iedereen over elkaar uitkiepert, de loeren die iedereen elkaar probeert te draaien, het is om van te smullen.’
Hard gelachen
Gesmuld hadden ze blijkbaar, de politici die op woensdag 19 oktober te gast waren in de salons van de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers om naar de ‘preview’ van De 16 te kijken. Zeker, het was allemaal een beetje overdreven, maar voorzitter Gwendolyn Rutten van Open Vld had toch hard gelachen; de verslaggever van De Standaard zag zelfs ‘een minister van Justitie dubbel plooien van het lachen’. Hoewel ze nooit op een kabinet heeft gewerkt, herkende Groen-voorzitter Meyrem Almaci ‘vooral de bubbel waarin je terechtkomt als je op zo’n kabinet aan de slag gaat’. ‘Top serie – absolute aanrader’, tweette N-VA-Kamerlid Peter Dedecker.
En zo geschiedde het dat wij, die ruim twintig jaar (politiek) journalist zijn geweest en een zestal jaar op een ministerieel kabinet hebben gewerkt, ons op woensdag 26 oktober, net als 179.454 andere Vlamingen, voor het scherm nestelden om te kijken naar de eerste aflevering van de reeks die ons een ‘komische, soms dramatische en bikkelharde blik in de coulissen van de Wetstraat’ zou gunnen. En toen ze gedaan was, moesten wij vaststellen dat wij ons niet één keer enkel, laat staan dubbel hadden moeten plooien van het lachen. Dat wij niet één sequentie hadden gezien die ons ertoe zou kunnen aanzetten de reeks aan iemand aan te raden. En dat wij, op wat kantoormeubelen na, zo goed als niets herkend hadden van wat wij gedurende zes kabinetsjaren gezien en gehoord hadden. Twee dagen later zagen we Hugo De Ridder, die als geen ander in Vlaanderen weet hoe het er in om ‘de 16’ aan toe gaat. ‘Gelukkig hebben Tindemans, Martens en Dehaene dat nooit moeten uitzitten’, zuchtte hij.
Maar misschien was die eerste aflevering bedoeld om de personages te ‘plaatsen’. Dus nestelden wij ons op woensdag 2 november vol verwachting opnieuw in de zetel voor de tweede aflevering. En opnieuw was het huilen, met of zonder pet op.
Nog 139.000 kijkers waren er, die woensdagavond. Sindsdien hebben wij niet meer gekeken. Navraag bij een paar geïnteresseerden in de Wetstraat en/of goede televisie leerden dat ook zij na de tweede episode afgehaakt hadden. En blijkbaar waren zij niet de enige. De derde en de vijfde aflevering van De 16 haalden op de dag van uitzending amper 62.000 kijkers; de vierde deed het iets beter (105.000), de laatste klokte woensdag af op 138.000.
Goede smaak
Bijzonder en bedroevend lage cijfers zijn dat voor ‘vijfsterrentelevisie met internationaal potentieel’. In De Standaard van donderdag gaf Heremans toe dat de serie niet ‘de impact [heeft] gehad die we de reeks hadden gegund’ – een eufemisme, zo lijkt het ons, om te zeggen dat De 16 geflopt is. Precies dat stelt ons enigszins gerust. Het zegt immers dat veel Vlaamse ‘meerwaardezoekers’ nog goede smaak hebben. Dat ze van een fictiereeks over de Wetstraat meer verwachten dan een kabinetschef die ‘in één adem zowel allochtonen, Limburgers, holebi’s en transgenders als socialisten [weet] te beledigen’ en andere ‘bagger om van te smullen’. Dat ze, kortom, goede televisie van slechte weten te onderscheiden.
O ja : via het Vlaams Audiovisueel Fonds kreeg De 16 een overheidssubsidie van 400.000 euro. En vanaf volgende week serveert Canvas op woensdagavond met het tweede deel van de BBC-reeks Planet Earth opnieuw televisie om van te smullen.
Foto’s: (c) Gazet van Hove.