Met Terug naar het Oostfront wordt een steentje bijgedragen tot de geschiedenis van de Vlaamse Oostfrontstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog.
door Karl Drabbe – www.doorbraak.be .
De geschiedenis van de Vlaamse Oostfronters moet nog geschreven worden. Frank Seberechts, Bruno De Wever, Aline Sax en Pieter Jan Verstraete leverden er belangrijke bijdragen toe. Seberechts is overigens volop bezig met de voorbereiding van een boek over de oorlogsmisdaden van de Vlaamse SS’ers aan het Oostfront. Het laatste woord is er dus zeker nog niet over geschreven. En al zeker niet in Wallonië, want in Franstalig België is er enkel de thesis van Flore Plisnier; daar valt nog véél werk te doen …
Dat dat laatste woord ook door de vandaag nog levende Oostfronters zelf niet gezegd is, blijkt uit het pretentieloze boekje Terug naar het Oostfront. Daarin interviewt oud-journalist Peter Dejaegher enkele van die oud-SS’ers. Hoe beleefden zij de strijd, om welke motieven engageerden zij zich in het zogenaamde Vlaams Legioen (later, SS Sturmbrigade Langemarck), hoe beleefden ze de beleidswijziging binnen de Oostfronttroepen (van VNV- naar SS-invulling), hoe werden ze na de Tweede Wereldoorlog gestraft, hoe kijken ze daarop terug, hoe beleven ze schuld en boete ?
Dejaegher publiceerde meer dan twintig jaar terug deze interviews in het toenmalige Volksunie-weekblad Wij. Vandaag heeft hij ze opnieuw uitgegeven, voorzien van een geactualiseerde in- en uitleiding. Want meer dan twintig jaar later is er wel wat gebeurd wat de collaboratiegeschiedenis betreft en de verwerking van het oorlogsverleden in Vlaanderen.
Het interessantste deel van dit boekje tracht grip te krijgen op hoe de Oostfronters de strijd ervoeren in het verre Rusland. Want welk motief ook de 5 tot 23.000 Oostrfrontstrijders ook naar ginds bracht – Aline Sax toonde aan dat Vlaams en katholiek engagement minder belangrijk waren dan de zoektocht naar avontuur, het ontsnappen aan de arm der wet en overtuigd groot-Germaans nationaalsocialisme – het verhaal van het front zelf, dient nog geschreven. Niet het militair-strategische verhaal, daar grossiert Pieter Jan Verstraete in, met nu al een handvol boekjes. Maar het dagelijkse leven aan het front. Het ongeduldig wachten, de honderden en duizenden kilometers te voet, de haperende ravitaillering, het moorden, de moordende kou …
Toch behandelt Dehaegher eerder de politieke ervaringen én strijd aan het Oostfront. Eens ginds, was het immers voorbij met ‘Vlaming’ te zijn in een ‘Vlaams’ legioen. Officieren waren Duitstalig – zoals Franstalig tijdens de Eerste Wereldoorlog -, de eucharistieviering in groep bijwonen werd door de nazi’s als een daad van ‘verzet’ gezien … En dan werd het ‘Vlaams Legioen’ op 1 juli 1943 ontbonden, en gingen de soldaten op in een Waffen SS-divisie, Sturmbrigade Langemarck.
Het VNV mocht dan wel voor het gros van de oostfrontstrijders hebben gezorgd, van Vlaams-nationalisme en Vlaamse troepen was er aan het Russische front niets meer te merken. Na het verdwijnen van dat Vlaams Legioen, stopte het VNV nog te rekruteren. En DeVlag en Algemeene SS Vlaanderen slaagden er niet in om de rekrutering nieuw leven in te blazen.
Een en ander bracht enkele Oostfronters er zelfs toe te rebelleren en te weigeren de eed van trouw aan Hitler te zweren. Volgens de latere Volksuniesenator en oud-Oostfronter Oswald Van Ooteghem, was die groep ‘malcontenten … vrij goed georganiseerd’, met zelfs een Vlaamse kroeg en een Vlaams Huis waar ze samenkwamen. Al geeft oud-Oostfronter Omer Schoofs grif toe dat ‘de impact van de rebellenclub eerder miniem’ was.
Terugkijkend op het verleden, merken we dat de diverse groepen die de wereldoorlog, verzet, accommodatie en collaboratie bewust hebben meegemaakt, er elk hun eigen herinneringsmythe op na hebben gehouden. Voor de oud-Oostfronters in leven gehouden door het Sint-Maartensfonds en Club Hertog Jan van Brabant.
De officiële Vlaamse beweging belijdde, bij monde van Frans Jos Verdoodt in 2000 op de IJzerbedevaart, schuld voor de foute keuzes van de collaboratie tijdens de Duitse bezetting. De oud-Oostfronters die Peter Dejaeger sprak, waren – enkele jaren voor dat historisch pardon – niet echt van plan ‘schuld’ te bekennen. Ze voelden zich immers niet schuldig. Zoals ze evenmin op ‘amnestie’ zaten te wachten ‘van de Belgische staat’. ‘Als die staat niet had bestaan, waren we allicht nooit naar het Oostfront getrokken,’ is de teneur van de geïnterviewden.
Terug naar het oostfront heeft de verdienste de stilaan uitgestorven oud-Oostfrontstrijder zelf aan het woord te laten. Maar het is nog wachten op de alomvattende studie van motieven, belevenissen en verwerking van de Vlaamse Oostfrontstrijd.