Wanneer je in winterse omstandigheden met je wagen de baan op moet, neem je best extra voorzorgsmaatregelen.

steeds tot uw dienst

De lokale politie HEKLA geeft enkele tips om met je wagen winterproof de weg op te gaan.
– Creëer meer grip door winterbanden te laten plaatsen. Dit wordt aangeraden zodra de temperatuur onder de 7°C duikt. Ook bij regen rij je veiliger met winterbanden. Winterbanden herken je door het logo van een berg en een sneeuwvlok. Verhoog je bandendruk met 0,2 bar ten opzichte van de door de fabrikant aangegeven bandenspanning.

– Zorg voor goede zichtbaarheid door je ruiten en achteruitkijkspiegels ijsvrij te maken. Gebruik een voorruitfolie of anti-ijsdeken, een autohoes, een ontdooispray of een ijskrabber. Rijden met slecht zicht vergroot de kans op ongelukken en is levensgevaarlijk. Controleer ook de werking van je verlichting.

– Voorzie een wintersetje. Gebruik een slotontdooier (bewaar het buiten de auto), een veger om sneeuw te verwijderen en voorzie warme dekens voor wanneer je onderweg pech hebt.

– Hou de vloeistoffen van je wagen op niveau en zorg voor een volle accu. Ruitensproeiervloeistof met antivries helpt om je ruit sneller te ontdooien. De antivries in de koelvloeistof beschermt de motor en voorkomt schade aan leidingen.

– Bewijs dat je ook als bestuurder winterklaar bent. Pas je rijstijl aan : rij in winterse omstandigheden langzamer en laat extra afstand tussen jezelf en je voorligger.


Verlies je toch je grip op de weg ?

– Blijf op de weg letten. Kijken naar obstakels vergroot de kans om deze effectief te raken.

– Schakel over op een hogere versnelling. De uitgeoefende kracht op de wielen wordt hierdoor meteen verlaagd en creëert opnieuw grip.

– Voorwielaandrijving : laat, als je slipt na plotseling remmen, het rempedaal volledig los. Laat, als de voorwielen geen contact meer hebben met de weg, het gaspedaal enigszins los en druk het koppelingspedaal in om meer gewicht aan de vooras te geven. Neem, na opnieuw de macht over het stuur te hebben verkregen, een aangepaste rijstijl aan.

– Achterwielaandrijving : laat, als je slipt na plotseling remmen, het rempedaal volledig los. Maak, als de achterwielen grip verliezen, gebruik van het gaspedaal en het koppelingspedaal om de grip terug te vinden. Draai, om de macht over het voertuig terug te krijgen, het stuur langzaam in de gewenste richting. Rij, na opnieuw de macht over het stuur te hebben verkregen, aan gematigde snelheid verder.

Foto’s (c) Gazet van Hove.