Twintig jaar omzendbrief Peeters
www.doorbraak.be – door Veerle Wouters en Hendrik Vuye
Vier taalgebieden
De Grondwet bepaalt dat er in België vier taalgebieden zijn : het Nederlandse, het Franse, het Duitse en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad (art. 4). Er zijn dus drie eentalige taalgebieden en een tweetalig.
Maar wat is het verschil tussen een eentalig en een tweetalig taalgebied ? Volgens de Raad van State waarborgt de Grondwet niet alleen het tweetalig karakter van het tweetalige taalgebied Brussel-Hoofdstad, maar ook de taalhomogeniteit van de drie eentalige taalgebieden. In een eentalig taalgebied heeft de taal van het taalgebied voorrang.
Het arrest-Germis : een mijlpaal
De Raad van State zal in adviezen en arresten invulling geven aan de taalgebieden. In het arrest-Germis (1973) oordeelt de Raad van State dat het Nederlandse taalgebied ‘het gebied is waar en waarvoor de officiële taal het Nederlands is, d.i. de taal die ‘voor handelingen van het openbaar gezag en voor gerechtszaken’ moet worden gebruikt, behoudens uitdrukkelijk door wet of decreet te stellen uitzonderingen (…); dat die uitzonderingen evenwel het karakter van uitzonderingen moeten behouden en dus ook restrictief moeten worden geïnterpreteerd’.
De uitzonderingen waar de Raad naar verwijst, dat zijn de beruchte taalfaciliteiten. Zij zijn een uitzondering op de taalhomogeniteit van het eentalig taalgebied, want faciliteiten betekenen dat men een andere taal mag gebruiken dan deze van het taalgebied. Zo kan een inwoner van Ronse, een faciliteitengemeente van het Nederlandse taalgebied, wanneer hij gebruik wil maken van de faciliteiten, zich tot de stadsdiensten richten in het Frans. Taalfaciliteiten zijn geen tweetaligheid. Alleen het taalgebied Brussel-Hoofdstad is tweetalig. Ook in een faciliteitengemeente heeft de taal van het taalgebied voorrang, de faciliteiten zijn de uitzondering.
Franstaligen hebben deze rechtspraak van de Raad van State nooit aanvaard.
Franstaligen hebben deze rechtspraak van de Raad van State nooit aanvaard. Voor hen is dit de rechtspraak van ‘les chambres flamandes du Conseil d’Etat’. Arresten gewezen door Nederlandstalige rechters, daar leggen Franstaligen zich alleen maar bij neer indien het hen goed uitkomt.
Faciliteitengemeenten : eens Franstalig, altijd Franstalig
De besturen van zes randgemeenten rond Brussel geven al snel een bijzonder ruime invulling aan de faciliteiten. Er ontstaat een administratieve praktijk die men kan omschrijven als ‘eens Franstalig en nood aan faciliteiten, altijd Franstalig en nood aan faciliteiten’.
Zo kan men in Vlaanderen leven alsof men in Franstalig gebied woont.
Concreet betekent dit dat wanneer een burger van een randgemeente eenmaal vraagt om een document in het Frans toegestuurd te krijgen, hij voortaan altijd alles in het Frans krijgt toegestuurd. Zo kan men in Vlaanderen leven alsof men in Franstalig gebied woont.
De omzendbrief-Peeters : faciliteiten nog slechts op verzoek
Naar goede gewoonte hebben de Franstaligen dit vergrendeld in de Grondwet en naar slechte gewoonte hebben de Vlamingen dit aanvaard.
Leo Peeters (sp.a), Vlaams minister van Binnenlandse aangelegenheden, breekt met deze praktijk. Op 16 december 1997 ondertekent hij zijn omzendbrief. De faciliteiten afschaffen kan de Vlaamse overheid niet, want dit is een federale bevoegdheid. Naar goede gewoonte hebben de Franstaligen dit vergrendeld in de Grondwet en naar slechte gewoonte hebben de Vlamingen dit aanvaard. Wil men de faciliteiten afschaffen, dan moet dit gebeuren bij bijzondere wet. Er moet dus in Kamer en Senaat een meerderheid zijn van twee derden en een meerderheid in de Franse en de Nederlandse taalgroep.
De omzendbrief-Peeters zal de faciliteiten dan ook niet afschaffen, maar interpreteert strikt de faciliteiten. Deze interpretatie komt er op neer dat Franstaligen in een Vlaamse faciliteitengemeente standaard in het Nederlands worden bediend. Zij moeten zelf initiatief nemen om Franstalige dienstverlening te krijgen. Faciliteiten zijn niet langer een automatisme, maar worden pas toegekend op uitdrukkelijk verzoek.
De omzendbrief-Peeters en de Raad van State
In een arrest van 2008 bevestigt de Raad van State nogmaals de visie van de omzendbrief-Peeters.
In 2003 verwerpt de Raad van State de bezwaren van Franstaligen tegen de omzendbrief. De Raad stelt dat de ruime interpretatie ‘eens Franstalig, altijd Franstalig’ leidt tot een stelsel van tweetaligheid dat in strijd is met de voorrang van het Nederlands in het Nederlandse taalgebied. In een arrest van 2008 bevestigt de Raad van State nogmaals de visie van de omzendbrief-Peeters. Meer nog, in dit arrest stelt de Raad vast dat dit de enige juiste interpretatie is van de faciliteiten.
De omzendbrief-Peeters heeft dus wel degelijk een steen verlegd in de rivier. Faciliteiten en tweetaligheid zijn twee verschillende zaken. Faciliteiten zijn niet langer een middel om algehele tweetaligheid af te dwingen in de Vlaamse Rand.
De zesde staatshervorming : bochtenwerk en naïef optimisme
Franstaligen geven echter nooit op en de Vlamingen die geven altijd toe. Bij de zesde staatshervorming (2011-’14) komt het dossier opnieuw op tafel. Het is een vrij technische regeling, maar ze komt er op neer dat dossiers uit de zes randgemeenten voortaan worden behandeld door de algemene vergadering van de Raad van State. De algemene vergadering is taalkundig paritair samengesteld uit Nederlandstaligen en Franstaligen. Exit de Nederlandstalige kamer van de Raad van State, terwijl het wel degelijk gaat om zes gemeenten van het Nederlandse taalgebied.
Franstaligen eisen reeds lang dat de algemene vergadering van de Raad van State bevoegd wordt voor de zes randgemeenten. Ze willen niet weten van ‘les chambres flamandes du Conseil d’Etat’. Bij de onderhandelingen over de communautaire Pacificatiewet (1988) is dit nog een ‘non possumus’ voor CD&V. Bij de zesde staatshervorming (2011-’14) geeft CD&V toe.
Het is niet de eerste keer dat gewezen VU’er Somers applaus vraagt voor een nederlaag.
De zesde staatshervorming schaft de omzendbrief-Peeters niet af. Bart Somers (Open VLD) vraagt daar zelfs applaus voor van de Vlaams-nationalisten. Het is niet de eerste keer dat gewezen VU’er Somers applaus vraagt voor een nederlaag. Voortaan komen de geschillen voor een rechtscollege waarin ook Franstaligen zetelen. Dit verandert de zaken.
Toch zullen sommige politici uit de Vlaamse Rand dit compromis verdedigen, onder meer Michel Doomst (CD&V). Koploper is Luk Van Biesen (Open VLD) die in de Kamer stelt : ‘De algemene vergadering kan niet anders dan het standpunt van de Nederlandstalige kamer bevestigen. Men moet dus niet bang zijn, zeker niet van de eigen schaduw’. ‘Recht is recht’, voegt Van Biesen er nog aan toe.
Anderen getuigen van minder optimisme. Johan Vande Lanotte (sp.a) stelt ronduit dat men de situatie beter gelaten had zoals ze was, want Franstaligen denken dat ze vroeg of laat gelijk zullen halen langs juridische weg. En gelijk hebben ze gehaald, veel sneller dan verwacht.
De algemene vergadering van de Raad van State als taalwetgever
In juni 2014 velt die algemene vergadering van de Raad van State de arresten in de zaken van de kandidaat-burgemeesters Véronique Caprasse (Défi) en Damien Thiéry (MR). Het geschil gaat over de weigering van de Vlaamse regering om beide kandidaat-burgemeesters te benoemen. De algemene vergadering geeft echter terloops een nieuwe interpretatie aan de faciliteiten. Ze gelden voor ‘een redelijke termijn’ van vier jaar. Op eenvoudig verzoek wordt men gedurende vier jaar bediend in het Frans en dit verzoek is hernieuwbaar.
De algemene vergadering stelt : ‘Die keuze geldt gedurende een redelijke termijn, namelijk gedurende een termijn van vier jaar, te rekenen vanaf de ontvangst of de neerlegging van de bedoelde brief bij het gemeentebestuur. Ná het verstrijken van die termijn van vier jaar kan de particulier met een nieuwe brief aan het gemeentebestuur zijn keuze hernieuwen, telkens voor een nieuwe termijn van vier jaar. Een bewijs van ontvangst of neerlegging van de brief wordt telkens door het gemeentebestuur onverwijld naar de betrokken particulier gezonden’.
dan verlaten we de paden van de democratie
De algemene vergadering legt aldus (1) een nieuwe verplichting op aan de randgemeenten, (2) vindt een termijn van vier jaar uit die niet in de wet staat en (3) legt een procedure op, die al evenmin in de wet staat. Wanneer rechtscolleges zich op een dergelijke flagrante manier in de plaats van de wetgever stellen dan verlaten we de paden van de democratie. Met zo’n rechtscolleges kunnen we onze parlementen even goed sluiten.
Juridisch surrealisme
‘Recht is recht’, zegt Luk Van Biesen (Open VLD) in de Kamer in 2012, twee jaar later blijkt dat hij recht aan het praten was wat krom is.
Zo zijn we beland in een juridische chaos van jewelste. De omzendbrief-Peeters is nog steeds van kracht. Hij is wel niet verzoenbaar met de motivering van de algemene vergadering in de arresten Caprasse en Thiéry. En toch heeft een kamer van dezelfde Raad van State in 2008 beslist dat de omzendbrief-Peeters de enige juiste interpretatie is van de faciliteiten. ‘Recht is recht’, zegt Luk Van Biesen (Open VLD) in de Kamer in 2012, twee jaar later blijkt dat hij recht aan het praten was wat krom is.
Op een vraag van Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken antwoordt minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) dat de omzendbrief-Peeters nog steeds van kracht is. Tevoren heeft ook Vlaams minister Jo Vandeurzen (CD&V) reeds geantwoord aan Van Grieken dat de arresten van de algemene vergadering zich alleen uitspreken over de niet-benoeming van Caprasse en Thiéry en dat de omzendbrief van kracht blijft. Rechters zijn geen wetgevers, ook niet de algemene vergadering van de Raad van State. Standpunten die geen verband houden met de beslissing zijn slechts ‘obiter dicta’ en die zijn niet bindend. Maar intussen schrijven sommige randgemeenten hun inwoners aan met de vraag om voor de komende vier jaar een aanvraag te doen om hun officiële documenten in het Frans te ontvangen. Indien dit ooit aanleiding geeft tot een rechtsgeding, dan zal dat worden beslecht door de algemene vergadering van de Raad van State. Wordt vervolgd.
Met de omzendbrief-Peeters (1997) heeft de Vlaamse regering-Van den Brande een steen verlegd in de rivier.
Met de omzendbrief-Peeters (1997) heeft de Vlaamse regering-Van den Brande een steen verlegd in de rivier. Faciliteiten zijn voortaan geen automatisme. De zesde staatshervorming (2011-’14) heeft dit gedeeltelijk teniet gedaan en zorgt voor een juridische chaos. Voortaan beslissen Franstalige staatsraden mee over de zes Vlaamse randgemeenten. Faciliteiten zijn stommiteiten en de zesde staatshervorming is op dit punt de allergrootste stommiteit. Vlamingen moeten eens leren onderhandelen met een klik-systeem. Wat verworven is, is verworven. En de omzendbrief-Peeters, die was verworven. Na de zesde staatshervorming draait de carrousel opnieuw rondjes.
Foto’s © Gazet van Hove.