www.doorbraak.be – door Klaas Cobbaut .

Een krant is soms een moeilijke evenwichtsoefening. Af en toe tuimelt een redactie met klikken én klakken van de slappe koord. Dat overkwam bijvoorbeeld de Vlaamse kwaliteitskranten gisteren, maandag 12 februari 2018.

Enerzijds, anderzijds 

Enerzijds maakten De Standaard en De Morgen stampij over een uitspraak van Jan Jambon. De N-VA-vicepremier had in De Zevende Dag onheuse dingen gezegd over de procedureslag in het proces van Salah Abdeslam. De commentatoren waren het roerend eens : de minister had de balorige burgers moeten uitleggen dat zelfs een terrorist elke wet mag uitbuiten om vrijuit te gaan. De rechtsstaat is een Verheven Principe, waarop wij geen millimeter kunnen toegeven.

Anderzijds schreven De Standaard én De Morgen schande over het optreden van de federale en Brusselse politie. Agenten hadden zeven illegalen aangehouden bij ‘Globe Aroma’, een vzw die bekendstaat om haar artistieke werking met ‘nieuwkomers’ (vluchtelingen, asielzoekers én sans-papiers). De commentatoren waren het andermaal roerend eens: deze razzia was een grof schandaal. Illegalen zijn kwetsbare sukkelaars, die toch een vrijplaats verdienen ? Ze moeten zich toch ergens veilig kunnen voelen voor de wet ?

Halfblinde hoer

De wet geldt áltijd, voor iédereen en op álle plaatsen

Van twee zaken één. Ofwel is de rechtsstaat heilig en zijn onze wetten onbuigzaam voor terroristen en illegalen gelijk. Dan hebben terroristen en hun advocaten het recht om de kleinste procedurefout te pleiten, net zoals agenten het recht hebben (zelfs de plicht) om ook in de meest artistieke vzw de verblijfswetten te handhaven. De wet geldt áltijd, voor iédereen en op álle plaatsen.

Ofwel is de rechtsstaat relatief. In dat geval kan je de ene keer zwaaien met de meest steriele juridische argumenten en de andere keer klagen dat die onnozele verblijfswetten toch niet té strikt toegepast mogen worden. De ene keer toeter je ‘we zijn een rechtsstaat !’ en de andere keer dramatiseer je ‘we zijn toch geen politiestaat ?’.

Sommige Progressieve Pennen degraderen Vrouwe Justitie tot een halfblinde hoer

 Sommige Progressieve Pennen degraderen Vrouwe Justitie tot een halfblinde hoer. Het Recht moet wel een waakzaam oog hebben voor de rechten van terroristen, maar moet tegelijkertijd ook een oogje dichtknijpen voor illegalen die hun voeten vegen aan het verblijfsrecht. De rechtsstaat als gelegenheidsargument.

Soedanezen, krakers en de fiscus 

Links kent geen rechtsstaat als dat Links niet goed uitkomt. Dat werd vorige week nog eens pijnlijk duidelijk, bij de publicatie van het Soedan-rapport. ‘Er zijn geen bewijzen dat teruggestuurde illegalen gemarteld zijn in Soedan’, klonk het toen bij de linkse oppositie, ‘maar er zijn ook geen bewijzen dat ze níet gemarteld zijn’. Een ‘argument’ dat lijnrecht ingaat tegen hét speerpunt van de rechtsstaat: men is onschuldig tot bewijs van het tegendeel. Als de beklaagde Theo Francken heet, dan maakt Links daarvan : ‘schuldig, tot het tegendeel bewezen is’.

Links roept de rechtsstaat misschien alleen maar in om Rechts in een autoritair hoekje te duwen. Denk aan de recente heisa over woonst-betredingen. Ter linkerzijde werden de nazi-vergelijkingen bovengehaald om de ‘Achterhuiswet’ te bestrijden. Maar Links heeft wel geen enkel probleem met het vergaande visitatierecht van de fiscus. De rechtsstaat is er blijkbaar voor illegalen die zich willen onttrekken aan het terugkeerbeleid, maar niet voor ondernemers en zelfstandigen die ervan verdacht worden zich te onttrekken aan het belastingbeleid.

Het beeld ontstaat dat de linkse rechtsstaat er meer is voor illegalen, krakers en terroristen dan voor staatsburgers, slachtoffers en eigenaars

Of denk aan het Linkse verzet tegen een ernstige krakerswet (iets wat we nog steeds niet hebben in dit land). De rechten van eigenaars bleken plots heel relatief. Het beeld ontstaat dat de linkse rechtsstaat er meer is voor illegalen, krakers en terroristen dan voor staatsburgers, slachtoffers en eigenaars.

Selectieve schijnverontwaardiging

U zal in de aanloop naar de verkiezingen van 2018 en 2019 nog veel horen over de rechtsstaat. Links heeft nu eenmaal een voorliefde voor verheven idealen, waarmee men rechtse tegenstanders om de oren kan slaan. Soms is dat terecht. Er zijn ter rechterzijde zeker mensen die het niet te nauw nemen met de rechtsstaat en er worden vanuit rechtse hoek zeker voorstellen gedaan die de rechtsstaat ondermijnen. Maar nog veel vaker is het selectieve schijnverontwaardiging: ook Links smijt de rechtsstaat overboord zodra al die fraaie principes een beetje in de weg zitten.

Als u dus in de komende maanden een krantenbladzijde ziet die in grote letters waarschuwt voor het einde van de rechtsstaat: sla die bladzijde dan eens om. De kans is groot dat u op de keerzijde stuit op een ander artikel, opiniestuk of commentaarstuk (het onderscheid bestaat steeds minder) waarin gelijkheid voor de wet, vermoeden van onschuld, grondrechten of zelfs scheiding der machten plots veel minder zwaar doorwegen. Pour les besoins de la cause, weet u wel. De rechtsstaat is maar heilig zolang ze niet rechts is.

 

Foto’s © Gazet van Hove.