www.doorbraak.be – door Jurgen Slembrouck .

De kerk verdwijnt langzaam in de mist van de geschiedenis.

Op Doorbraak.be verschenen een aantal opmerkelijke opiniestukken met een gelijklopende teneur: Red ons van de vrijzinnigen! Bij de opiniemakers leeft de idee dat er hen een vrijzinnige agenda in de strot wordt geduwd die het hen onmogelijk maakt om hun christelijk geloof te belijden. Het scherpst werd die gedachte geformuleerd door Pieter Bauwens. De titel van zijn bijdrage luidt ‘Het vrijzinnig fundamentalisme ondergraaft onze samenleving’. Bart Maddens speculeert dan weer over de vraag of het voor katholieken zinvol is om in de politieke arena de ideologische alarmbel te luiden: ‘Nu de vrijzinnigen steeds assertiever worden, om niet te zeggen agressiever, is dat geen overbodige vraag.’ Didier Pollefeyt tenslotte wil de katholieke dialoogschool beschermen tegen de aanvallen van atheïstische rationalisten die ‘vanuit dezelfde ideologische agenda’ redeneren.

‘Red ons van de secularisering’

Allicht werken deze opiniestukken niet alleen bij vrijzinnigen op de lachspieren. De gedachte dat de vrijzinnige gemeenschap zoveel macht zou hebben dat ze de politieke agenda zou kunnen bepalen om de beleving van de godsdienstvrijheid onmogelijk te maken is ronduit lachwekkend. Vooral in een land waar de katholieke kerk haar privileges grondwettelijk wist te verankeren en rijkelijk gesubsidieerd wordt. Maar vooral natuurlijk omdat een dergelijke uitholling van de (godsdienst)vrijheid het laatste is wat de vrijzinnige gemeenschap voorstaat. De opiniemakers vergissen zich dan ook van vijand. Indien hun smeekbede nu zou luiden ‘Red ons van de secularisering!’ dan zou dat nog altijd lachwekkend zijn maar inhoudelijk wel juister.

Het feit dat er vandaag vragen worden gesteld over de plaats van levensbeschouwingen in een liberale rechtstaat is het werk van de geschiedenis.

Het feit dat er vandaag vragen worden gesteld over de plaats van levensbeschouwingen in een liberale rechtstaat is het werk van de geschiedenis. Wat de opiniemakers in wezen frustreert is het feit dat deze vragen niet langer evident beantwoord worden vanuit een godsdienstig referentiekader. Niet langer God en diens gebod zijn de maatstaf om het samenleven te organiseren maar wel de waardigheid van de mens en de democratisch gekozen wetten.

Sint-Gummaruskerk of ‘peperbus’ …

Religie in een liberale rechtstaat

Die perspectiefwissel krijgen de opiniemakers blijkbaar maar moeilijk doorgeslikt. Hun visies getuigen van godsdienstig ressentiment ten aanzien van de moderniteit. Daardoor hebben ze geen verklarende kracht en blijven ze intellectueel ondermaats. Ik vrees dat de auteurs de pauselijke encycliek ‘Quanta Cura’ uit 1864 op hun nachtkastje hebben liggen. Ik raad iedereen aan om die encycliek eens naast de genoemde opiniestukken te leggen en de overeenkomsten af te vinken.

De secularisering van de samenleving kent een lange geschiedenis en is toe te schrijven aan economische, wetenschappelijke, sociologische, politieke en religieuze veranderingen die uiteindelijk in de 18de eeuw zullen uitmonden in verschillende revoluties. De uitwerking van die revoluties laat zich tot vandaag voelen omdat ze gestoeld zijn op een bijzonder moreel adagium: vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid. En als ik even mag… waarheid. Het is de nawerking van deze idealen die ons nog steeds vragen doet stellen bij fenomenen die enkel vanuit een levensbeschouwelijke visie gelegitimeerd kunnen worden maar die botsen met hedendaagse wetenschappelijke en morele inzichten.

Verlichting

volgens de opiniemakers allemaal werken van de duivel die schijnbaar in opdracht van de vrijzinnige gemeenschap werkt

Om die kritische nieuwsgierigheid af te weren wordt het belang van sommige fenomenen dermate uitvergroot dat elke beperking ervan automatisch als ontoelaatbaar wordt beschouwd. Een verbod op onverdoofd slachten en jongensbesnijdenis ? Het bewaken van de levensbeschouwelijke neutraliteit van de overheid ? Burgerschapsvorming en levensbeschouwelijke geletterdheid in de eindtermen ? Het zijn volgens de opiniemakers allemaal werken van de duivel die schijnbaar in opdracht van de vrijzinnige gemeenschap werkt.

Het klop dat de vrijzinnige gemeenschap een grote affiniteit heeft met de leuze van de Verlichting en zich over deze onderwerpen heeft uitgesproken, maar dat betekent niet dat ze bij machte is om de geschiedenis zelf te sturen. De demonisering van de vrijzinnige gemeenschap doet bovendien ook afbreuk aan haar bijdrage aan het maatschappelijke debat die ook voor gelovigen waardevol kan zijn.

Het valt te betwijfelen of deze opiniemakers veel gehoor zullen vinden bij de politici aan wie hun smeekbede is gericht. Bart De Wever lijkt in zijn essay over mei ’68 alvast weinig bereid om de klok terug te draaien. ‘Uiteraard wil niemand terug naar de goede oude tijd, want die is toch vooral goed omdat ons geheugen slecht is.’ De toekomst die hij voor Vlaanderen weggelegd ziet is een toekomst die zich in het Verlichtingsproject inschrijft : ‘We varen altijd verder. Maar we varen niet doelloos en zonder kompas. De fundamentele waarden van de Verlichting tonen ons de weg: de rechtsstaat, de volkssoevereiniteit, de gelijkheid, de vrijheid van overtuiging en de vrijheid om die overtuiging te uiten,…. Het zijn deze waarden die we steeds verder upgraden en die binnen de Vlaamse res publica steeds dieper en steeds mooier kleuren hoe wij met elkaar omgaan.’

Foto’s (c) Gazet van Hove.